|
De kof IDA GESINA, kapt. Brouwer, uit de Pekela, van Galatz, laatst van Torbay, naar Sligo gedestineerd, is volgens bericht van Sligo d.d. 11 februari, in de baai van Donegal op een blinde klip gestrand en zal met de lading weg zijn. Het volk is, uitgenomen de stuurman en een matroos, gered (opm: zie NRC 170253). Ten opzicht van dit bericht vernemen wij uit een brief van één der geredden nader, dat de stuurman Kunst en de matroos L. Velthuis reeds dadelijk bij het stranden met de boten overboord geslagen en verdronken zijn. Het overige der equipage, zijnde 5 man en de kapitein, bracht in vurige gebeden 7 uur op het reeds half verpletterde schip op de rots door, alvorens gered te worden. Tijdens het afzenden van de brief bevonden zij zich in een boerendorp, Milkhaber, dicht bij Sligo, bij edele brave mensen, die er om wedijverden, om hun droevig lot, zijnde zij nakend en bloot, zonder kousen of schoenen aan de voeten, aan wal gekomen, te verzachten, zonder de minste beloning te willen hebben. Het schip was geheel weg. De geredden bevonden zich, behoudens, dat enkelen lichte kwetsuren hadden bekomen, vrij wel en hoopten over 14 dagen thuis te zijn.
|