Tonningen (opm: Tönning), 14 september. De Nederlandse tjalk MARGARETHA ALIDA, kapt. Lenning, van Dantzig (opm: Gdansk) met tarwe naar Amsterdam bestemd, is hier heden met verbroeide, en hoogst waarschijnlijk door zeewater beschadigde, lading binnengelopen.

Het schip ANNEGIENA, kapt. Veendorp, van Groningen naar Truro, is de 30e en het schip MARGRIETHA ALIDA, kapt. Leuning, van Groningen naar Londen, de 31e december lek te Cuxhaven binnengelopen.

Rotterdam, 3 december. Te Tonningen (opm: Tönning) was de 29e november het drijfijs zo sterk in de stroom, dat een vaartuig genoodzaakt was terug te keren. De Nederlandse schepen MARGARETHA ALIDA, kapt. Leuning, KLASINA MARIA, kapt. Douwes en CONCORDIA, kapt. Klein, welke daar die dag en vroeger aangekomen waren, zouden wanneer de vorst aanhield, met de daar ter rede liggende schepen de volgende dag in de haven halen.

Harburg, 1 januari. Ter rede overwinterende schepen: JOHANNA BONJER, kapt. Bonjer; JOHANNA MARIA, kapt. Gerdes; GERDINA, kapt. Gortmaker; VRIENDSCHAP, kapt. Gort; JOHANNA, kapt. Harms; MARGRETHA ALIDA, kapt. Moesker; GESINA, kapt. Koning; ALIDA SCHURINGA, kapt. Kuipers; ETTA HENDRIKA, kapt. Peters; MARIANNE, kapt. Dojen; JONGE LIEFFERT, kapt. Hazewinkel; VROUW GERTRUIDA, kapt. Bontekoe; TJARDINA FENNEGINA, kapt. Warners; TWEE GEZUSTERS, kapt. Drewes; CATHARINA LUITGARDA, kapt. Stuitje.

Advertentie. Mr. H. Veenhoven, griffier te Hoogezand, zal op donderdag de 31e januari 1856, des avonds ten 6 ure, in het gemeentehuis te Hoogezand publiek veilen en verkopen het Nederlands hektjalkschip genaamd MARGRETHA ALIDA, groot 33 last of 63 ton, in 1847 nieuw uitgehaald, vroeger door kapt. P.F. Leuning, laatstelijk door J.J. Moesker bevaren geweest, met al deszelfs opgoederen en toebehoren, zo als hetzelve is liggende te Harburg.
Nadere inlichtingen te bekomen bij de havenmeester te Harburg, alwaar het schip dagelijks te bezien is, en ten kantore van bovengenoemde griffier.