Inloggen
HINDERKIENA - ID 13762


Kroniekberichten

Datum 01 juni 1852
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 31 mei. Volgens brief van de Zoltkamp, van de 29e dezer, heeft de stoomboot DE HUNZE, op sleeptouw hebbende de schepen ENGELINA (opm: kof), kapt. J.W. Ketelaar, en HINDERKINA, kapt. R.H. Waterborg, beiden van Groningen naar Londen, eerstgemeld schip in het Friesche Gat bij het rif moeten laten slippen, waardoor het, volgens rapport van loodsen, in gevaarlijke toestand verkeerde. (opm: zie PGC 040652)

Afbeelding
Datum 04 juni 1852
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Groningen, 3 juni. Het is ons gebleken, dat, naar aanleiding van een deswege gedaan onderzoek, de schepen ENGELINA, kapt. Ketelaar, en HENDERIKA (opm: HINDERKINA), kapt. Waterborg, zonder enig gevaar in zee zijn gekomen, en dat mitsdien onze correspondent (uit Zoutkamp) niet juist onderricht scheen (opm: zie NRC 010652).

Afbeelding
Datum 04 december 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rendsburg, 30 november. Ten gevolge van de strenge vorst van de laatste dagen, ligt de Eider en het Kanaal (opm: Eiderkanaal) geheel dicht, zodat de scheepvaart gesloten is. Onder meer anderen, liggen alhier ingevroren de volgende schepen:
JANTINA, kapt. Kwint, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Harlingen,
GOEDE VERWACHTING, kapt. Kremer, van dito naar Emden,
AFIENA, kapt. Broekema, van dito naar Bremen,
FOKLIENA, kapt. Cassens qq, van dito naar Leer,
MINERVA, kapt. Oldenburger, van dito naar St. Malo,
JACOBA GEZINA, kapt. Schuur, van dito naar Groningen,
JOHANNA ELZIENA, kapt. H. Mulder, van St. Petersburg naar Dantzig,
GESINA, kapt. Van Sluis, van Windau (opm: Ventspils) naar Rotterdam,
JOHANNA CHRISTINA, kapt. Jonker, van Heiligenhafen naar Dantzig,
VROUW GEERTRUIDA, kapt. Bontekoe, van Saxköbing naar Bo’ness,
JONGE GERRIT, kapt. Gerritsma, van Prästöe naar Londen.
Met uitzondering van de JANTINA, kapt. Kwint, welke tussen hier en Tonningen (opm: Tönning) ligt, bevinden zich al deze schepen in onze haven.

Afbeelding
Datum 04 december 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De GESINA (opm: kof) van kapt. H.L. van Sluis, bovengemeld, heeft in een storm in de Oostzee, zeilen, schanskleden (opm: verschansing) en watervaten verloren; ook de lading is overgeslagen (opm: overgegaan).

Afbeelding
Datum 13 januari 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zierikzee, 10 januari. Heden arriveerde alhier het schip GEZINA, kapt. Van Sluis (opm: tjalk GESINA, kapt. T.L. van Sluis), van Windau (opm: Ventspils) naar Schiedam, lek, met overgeworpen lading en andere zeeschade. Het zal moeten lossen om te repareren.

Afbeelding
Datum 17 november 1861
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Groningen, 14 november. Aangaande het alhier te huis behorende smakschip GEZIENA, kapt. L.J. van Sluis, (opm: kapt. Luitje Imes van Sluis) zie ook PGC 190764 en AH 311065), de 9e februari l.l. te Newcastle zeilklaar naar Groningen, heeft men sedert niets vernomen.

Afbeelding
Datum 19 juli 1864
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Advertentie. Dagvaarding voor Lambertus Johannes Zoeller, stuurman van beroep, vroeger wonende te Groningen, doch thans afwezig, ten verzoeke van Trijntje van der Meulen, vrouw van de gedaagde.
-       Aangezien de eiseresse op 23 november 1848 is gehuwd met gedaagde te Groningen, alwaar ze hun laatste gemeenschappelijke woonplaats hadden.
-       Aangezien gedaagde gedurende vele jaren aan boord van het schip GEZINA, kapt. Van Sluis, heeft gevaren, welk schip thuisbehoorde te Groningen.
-       Aangezien de gedaagde op de negende februari 1861 aan de eiseresse heeft bericht, dat genoemd schip zeilklaar was te Newcastle, beladen met steenkolen en bestemd voor Groningen.
-       Aangezien, volgens bij de eiseresse ingekomen bericht, de gedaagde op 10 februari 1861 aan boord van genoemd schip werkelijk is vertrokken, maar nooit ter bestemder plaatse alhier is aangekomen en hoogst waarschijnlijk in de toen gewoed hebbende storm op de Engelse kust is vergaan.
-       Aangezien toch hoegenaamd sinds die tijd noch van het schip, noch van de bemanning enig bericht is binnengekomen, hetwelk onmogelijk is te achten, indien niet het schip met man en muis is vergaan.
(opm: sterk bekort; advertentie herhaald in PGC 291164)

Afbeelding
Datum 31 oktober 1865
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Advertentie. In den jare 1800 vijf en zestig, den zes en twintigsten oktober, ten verzoeke van Jantje Imes van Sluis, echtgenote van en ten dezen gesterkt en gemachtigd door Luitje Ates, scheepskapitein, beide wonende te Groningen, aan wie bij behoorlijk geregistreerde beschikking van de Arrondissements-Rechtbank te Groningen, van de twaalfde oktober 1800 vijf en zestig, vergunning is verleend tot het uitbrengen dezer openbare dagvaarding, kiezende ten dezen domicilie ten kantore van Mr. B. Dorhout Mees, Procureur bij de Arrondissements-Rechtbank van en wonende te Groningen, die in dezen voor de eiseres als Procureur zal occuperen, heb ik, Pieter Hekkema, deurwaarder bij de Arrondissements-Rechtbank van en wonende te Groningen, ten eersten male gedagvaard:
Luitje Imes van Sluis, scheepskapitein, vroeger wonende te Groningen, doch thans afwezig, om, na verloop van drie maanden na heden, en wel bepaaldelijk op vrijdag de tweede februari 1866, des voormiddags ten tien ure, te verschijnen voor de arrondissements-rechtbank te Groningen, aldaar zitting houdende in het gewone lokaal harer terechtzittingen in de Oude Boteringestraat, ten einde:
- Aangezien de Gedaagde in het begin van den jare 1861 zijn woonplaats Groningen heeft verlaten, zonder volmacht tot het waarnemen van zijn zaken gegeven of orde op het beheer van dezelve gesteld te hebben;
- Aangezien de Gedaagde, volgens ingekomen bericht, op de 9e februari 1861 zeilklaar lag te Newcastle, beladen met steenkolen en bestemd naar Groningen, en op de 10e februari aan boord van genoemd schip (opm: smak GEZIENA, zie NRC 171161) werkelijk is vertrokken, maar nooit ter bestemder plaats alhier is aangekomen en hoogstwaarschijnlijk in de toen gewoed hebbende storm op de Engelse kust is vergaan;
- Aangezien toch sinds die tijd noch van het schip, noch van de bemanning enig bericht hoegenaamd is ingekomen, hetwelk onmogelijk is te achten, in aanmerking genomen de vaart van Newcastle op Groningen, indien niet het schip met man en muis was vergaan;
- Aangezien reeds bij Vonnis dezer Rechtbank, d.d. 14de juli 1865 is verstaan, dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de Stuurman, die bij de Gedaagde op hetzelfde schip heeft gevaren en met hem op dezelfde bovengenoemde tijd uit Newcastle is vertrokken, waardoor dus het verongelukken van de Gedaagde nog waarschijnlijker is geworden;
- Aangezien er dus meer dan drie jaren zijn verlopen sedert het laatste bericht, en zij, eiseres, er belang bij heeft, dat bij vonnis dezer rechtbank worde verklaard, dat er rechtsvermoeden van overlijden van haar broeder, de Gedaagde, bestaat, en zulks sedert de tiende februari 1861, ten einde van de in deze aangestelde bewindvoerder rekening, verantwoording en afgifte te vorderen van de goederen, aan genoemde haar broeder toebehorende, waartoe zij met anderen volgens versterfrecht is gerechtigd;
Mitsdien aan gemelde rechtbank, hetzij in persoon, hetzij door iemand van zijnentwege, van zijn aanwezen te doen blijken; de Gedaagde tevens aanzeggende, dat ingeval noch de Gedaagde, noch iemand voor hem op deze dagvaarding mocht opkomen en alzo niet behoorlijk van zijn aanwezen mocht blijken, door de eiseres zal worden geconcludeerd, dat
haar daarvan zal worden verleend acte en tevens vergunning tot het doen van een tweede openbare dagvaarding.
Dit mijn exploit heb ik deurwaarder gedaan door aanplakking van een afschrift aan de voorname deur van de Audiëntiezaal van gemelde rechtbank en aan het huis van de gemeente Groningen en door overgave van een afschrift aan de edel-achtbare heer Officier van Justitie bij gemelde rechtbank, die het oorspronkelijke met gezien heeft getekend; zullende deze dagvaarding geplaatst worden in de Provinciale Groninger Courant en in een van de Hollandse dagbladen, als daartoe bij opgemelde beschikking door de rechtbank aangewezen.
Exploit             NLG 0.75                                De kosten dezes zijn NLG 7.63½.
Schl                NLG 2.80                                (Getekend) P. Hekkema, Deurwaarder.
Reptr               NLG 0.10
Zegels             NLG 1.38                                Gezien en Afschrift ontvangen bij ons
Registr            NLG 0.10½                             Officier van Justitie te Groningen.
Visa                NLG 0.30
2 Courant        NLG 0.60                                Parket de 26ste oktober 1865.
Aanplak          NLG 0.60                                (Getekend) Schiffer.
NLG 7.63½
Geregistreerd te Groningen de zes en twintigsten oktober achttien honderd vijf en zestig, deel 77, folio 193, recto vak 9, houdende een blad, geen renvooi. Ontvangen voor recht NLG 0.80, voor 38 opcenten NLG 0.30½, te samen een gulden tien en een halve cent.
De ontvanger: (getekend) Van Sonsbeeck.
Voor eensluidend afschrift, Mr. B. Dorhout Mees, procureur.

Afbeelding