|
Advertentie. In den jare 1800 vijf en zestig, den zes en twintigsten oktober, ten verzoeke van Jantje Imes van Sluis, echtgenote van en ten dezen gesterkt en gemachtigd door Luitje Ates, scheepskapitein, beide wonende te Groningen, aan wie bij behoorlijk geregistreerde beschikking van de Arrondissements-Rechtbank te Groningen, van de twaalfde oktober 1800 vijf en zestig, vergunning is verleend tot het uitbrengen dezer openbare dagvaarding, kiezende ten dezen domicilie ten kantore van Mr. B. Dorhout Mees, Procureur bij de Arrondissements-Rechtbank van en wonende te Groningen, die in dezen voor de eiseres als Procureur zal occuperen, heb ik, Pieter Hekkema, deurwaarder bij de Arrondissements-Rechtbank van en wonende te Groningen, ten eersten male gedagvaard: Luitje Imes van Sluis, scheepskapitein, vroeger wonende te Groningen, doch thans afwezig, om, na verloop van drie maanden na heden, en wel bepaaldelijk op vrijdag de tweede februari 1866, des voormiddags ten tien ure, te verschijnen voor de arrondissements-rechtbank te Groningen, aldaar zitting houdende in het gewone lokaal harer terechtzittingen in de Oude Boteringestraat, ten einde: - Aangezien de Gedaagde in het begin van den jare 1861 zijn woonplaats Groningen heeft verlaten, zonder volmacht tot het waarnemen van zijn zaken gegeven of orde op het beheer van dezelve gesteld te hebben; - Aangezien de Gedaagde, volgens ingekomen bericht, op de 9e februari 1861 zeilklaar lag te Newcastle, beladen met steenkolen en bestemd naar Groningen, en op de 10e februari aan boord van genoemd schip (opm: smak GEZIENA, zie NRC 171161) werkelijk is vertrokken, maar nooit ter bestemder plaats alhier is aangekomen en hoogstwaarschijnlijk in de toen gewoed hebbende storm op de Engelse kust is vergaan; - Aangezien toch sinds die tijd noch van het schip, noch van de bemanning enig bericht hoegenaamd is ingekomen, hetwelk onmogelijk is te achten, in aanmerking genomen de vaart van Newcastle op Groningen, indien niet het schip met man en muis was vergaan; - Aangezien reeds bij Vonnis dezer Rechtbank, d.d. 14de juli 1865 is verstaan, dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de Stuurman, die bij de Gedaagde op hetzelfde schip heeft gevaren en met hem op dezelfde bovengenoemde tijd uit Newcastle is vertrokken, waardoor dus het verongelukken van de Gedaagde nog waarschijnlijker is geworden; - Aangezien er dus meer dan drie jaren zijn verlopen sedert het laatste bericht, en zij, eiseres, er belang bij heeft, dat bij vonnis dezer rechtbank worde verklaard, dat er rechtsvermoeden van overlijden van haar broeder, de Gedaagde, bestaat, en zulks sedert de tiende februari 1861, ten einde van de in deze aangestelde bewindvoerder rekening, verantwoording en afgifte te vorderen van de goederen, aan genoemde haar broeder toebehorende, waartoe zij met anderen volgens versterfrecht is gerechtigd; Mitsdien aan gemelde rechtbank, hetzij in persoon, hetzij door iemand van zijnentwege, van zijn aanwezen te doen blijken; de Gedaagde tevens aanzeggende, dat ingeval noch de Gedaagde, noch iemand voor hem op deze dagvaarding mocht opkomen en alzo niet behoorlijk van zijn aanwezen mocht blijken, door de eiseres zal worden geconcludeerd, dat haar daarvan zal worden verleend acte en tevens vergunning tot het doen van een tweede openbare dagvaarding. Dit mijn exploit heb ik deurwaarder gedaan door aanplakking van een afschrift aan de voorname deur van de Audiëntiezaal van gemelde rechtbank en aan het huis van de gemeente Groningen en door overgave van een afschrift aan de edel-achtbare heer Officier van Justitie bij gemelde rechtbank, die het oorspronkelijke met gezien heeft getekend; zullende deze dagvaarding geplaatst worden in de Provinciale Groninger Courant en in een van de Hollandse dagbladen, als daartoe bij opgemelde beschikking door de rechtbank aangewezen. Exploit NLG 0.75 De kosten dezes zijn NLG 7.63½. Schl NLG 2.80 (Getekend) P. Hekkema, Deurwaarder. Reptr NLG 0.10 Zegels NLG 1.38 Gezien en Afschrift ontvangen bij ons Registr NLG 0.10½ Officier van Justitie te Groningen. Visa NLG 0.30 2 Courant NLG 0.60 Parket de 26ste oktober 1865. Aanplak NLG 0.60 (Getekend) Schiffer. NLG 7.63½ Geregistreerd te Groningen de zes en twintigsten oktober achttien honderd vijf en zestig, deel 77, folio 193, recto vak 9, houdende een blad, geen renvooi. Ontvangen voor recht NLG 0.80, voor 38 opcenten NLG 0.30½, te samen een gulden tien en een halve cent. De ontvanger: (getekend) Van Sonsbeeck. Voor eensluidend afschrift, Mr. B. Dorhout Mees, procureur.
|