|
Advertentie. Verkoop van een in executoriaal beslag genomen schip. Op maandag de 24e februari 1845, des voormiddags ten elf ure, zal ter terechtzitting van de Arrondissements Rechtbank te Amsterdam, Eerste Kamer, aan de meestbiedende of hoogstmijnende, worden verkocht het na te melden schip, te weten een kofschip met deszelfs toebehoren, genaamd HENDERIKA, gemeten op 61 tonnen, gevoerd wordende door en toebehorende aan Pieter Eerkes Bossenga, liggende te Amsterdam in het Oosterdok aan de Kalkmarktsluis. Deze verkoop geschiedt ten verzoeke van de heren Sytses Calkema, negociant, wonende op het Hoogezand, Roelf Bartels van Leggelo, negociant, wonende te Foxham onder Kolham, en Wijnandus Geerts Bodewes, scheepsbouwer, wonende te Martenshoek onder Kropswolde, allen ten deze woonplaats gekozen hebbende ten kantore van François Theodore Lublink, procureur te Amsterdam en als zodanig door voornoemde executanten gesteld om de executoriale verkoop van het voormelde schip te vervolgen uit krachte van de in executoriale vorm uitgegeven grosse ener acte van koop en geldlening tussen de executanten en voormelde schipper op de 2e september 1841 ten overstaan van Mr. Johan Rengers Hora Siccama, openbaar notaris, residerende op het Hoogezand, ten einde betaling te erlangen: 1e van een somma van NLG 3.450 voor de hoofdsom, en 2e van een somma van NLG 724,50 voor renten, behalve de verder verschuldigde interessen en kosten en ten laste van voornoemde Pieter Eerkes Bossenga, schipper te Veendam. Het voormelde schip wordt door de executanten ingezet op een somma van NLG 500, welke inzet de plaats vervangt van het eerste opbod. Amsterdam, 25 januari 1845, F.Th. Lublink, procureur. (opm: de kof werd verkocht, zie AC 260245, nieuwe naam ANNEGINA, kapt. J.J. Joosten; zie echter ook AC 041145)
|