Inloggen
HOOP OP ZEGEN - ID 13230


Kroniekberichten

Datum 09 oktober 1905
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Bremen, 6 oktober. Volgens telegram uit Norddeich is aldaar gestrand het Ned. tjalkschip HOOP OP ZEGEN, schipper A. Houwing, met stenen van Delfzijl naar Norddeich bestemd. Er zijn 3 man met de reddingboot van het schip gehaald.

Afbeelding
Datum 10 oktober 1905
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Het bericht van het stranden op 6 oktober van de tjalk HOOP OP ZEGEN, schipper A. Houwing is niet juist (opm: zie DS 071005). Wel werden in de hevige storm van j.l. vrijdag (opm: 6 oktober) de vrouw en de kinderen van de schipper aan land gebracht. De schipper en zijn knecht bleven aan boord en hebben later het schip zonder averij te Norddeich binnengebracht.

Afbeelding
Datum 16 september 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Amsterdam, 16 september. De Raad voor de Scheepvaart behandelt 19 september. het stranden op 18 augustus. nabij Mensenerland van een tjalkschip HOOP OP ZEGEN, schipper-eigenaar H. Pilon van Appingedam. Als dan wordt tevens uitspraak gedaan inzake de MEMENTO MORI.

Afbeelding
Datum 19 september 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam behandelde de zaak van het tjalkschip HOOP VAN ZEGEN, schipper-eigenaar H. Pilon te Appingedam. Het schip vertrok 10 augustus met dakpannen van Makkum naar Idsehoe (opm: Itzehoe), 18 augustus kwam het bij Mensinger Oltooy aan de grond. Pogingen van een sleepboot om het schip af te trekken, mislukten. Nadat 8.000 pannen overboord waren geworpen, gelukte de wegsleping. Twee getuigen werden gehoord. De schipper en zijn broer, de stuurman.

Afbeelding
Datum 25 september 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
Daarna ging de Raad over tot het onderzoek in de zaak van het tjalkschip HOOP OP ZEGEN (schipper en eigenaar H. Pilon te Appingedam), dat op 18 augustus strandde nabij Meusener Oldoog.
Op 1 augustus vertrok de HOOP OP ZEGEN met een lading dakpannen van Makkum naar Itzehoe aan de Elbemond. Ter hoogte van Wangeroog werd het weer zo onstuimig, dat het schip op het strand liep. De volgende dag trachtte de schipper om de noord weg te komen, doch de wind maakte dit onmogelijk, zodat men om de zuidwest moest gaan.
Langzamerhand werd het zo heiig, dat men de bakens niet meer zien kon; na enige tijd kwamen zij echter weer aan bakboord in het zicht. Later bleek dat die bakens maar tijdelijk waren neergezet, ten behoeve van sleepboten, die takkenbossen aanbrachten voor reparatie van de kribben. omdat het water steeds dieper werd, achtte de schipper het raadzaam op die bakens af te sturen. In de nabijheid daarvan werd het water plotseling veel minder diep. De schipper trachtte het schip overstag te krijgen, maar dit luisterde niet meer. Het stiet met het achterschip tegen de grond en maakte dadelijk water. Er stond een hoge zee bij NW wind, waarom de nood vlag gehesen werd. Een sleepboot kwam te hulp, maar de trosketting brak. Men wierp toen 8.000 dakpannen over boord en eerst daarna gelukte het aan de sleepboot de HOOP OP ZEGEN in behouden haven te brengen.
De schipper weet het ongeval aan slecht zicht en aan onbekendheid met de tijdelijke bakens. Bovendien achtte hij het niet onmogelijk dat de bakens, die anders de goede weg aangaven, door het zware weer waren weggeslagen. De HOOP OP ZEGEN was voor NLG 4.000 verzekerd en niet geklasseerd. Uitspraak volgt later.

Afbeelding
Datum 29 september 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad heeft gisteren een onderzoek ingesteld naar het stranden op 18 augustus nabij Minsener Oldoog (opm: nabij Wangeroog op de Duitse Wadden) van het tjalkschip HOOP OP ZEGEN, schipper en eigenaar H. Pilon, te Appingedam.
Deze als getuige gehoord, deelde mede, dat het schip, hoewel niet geklasseerd, voor NLG 4.000 verzekerd was. Op 1 augustus is het van Makkum vertrokken met een lading dakpannen voor Itzehoe aan de Elbe. Bij Wangeroog kon de schipper niet om de noord door de harde wind; ging hij om de zuidwest. Hier had hij grote moeite om de bakens te vinden. Na enige tijd kreeg hij aan bakboord bakens in zicht; later heeft hij pas bemerkt dat het tijdelijke waren, welke daar waren geplaatst voor sleepboten, die er schepen met takkenbossen heenbrachten voor een krib, die daar ter plaatse gemaakt werd. Aangezien steeds dieper water gepeild werd, is doorgevaren, steeds met uitgestoken plechthaak. Bij een poging om het schip overstag te krijgen schuurde het aan de achterzijde over de grond en bleef vastzitten. Er stond een hoge zee, bij NW wind. Het schip stootte zwaar, waarop de nood vlag gehesen werd. Een sleepboot, die te hulp kwam, deed aanvankelijk vergeefse pogingen om de gestrande tjalk af te brengen; dit gelukte eerst de volgende dag, nadat 8.000 pannen overboord waren gezet.
De schipper schrijft de stranding toe aan slecht zicht, en onbekendheid met de tijdelijke bakens, alsmede de omstandigheid dat de gewone bakens, vermoedelijk door stormweer, waren weggeslagen. Een broeder van de schipper, die de reis als stuurman heeft meegemaakt, legde eenzelfde verklaring af.
Uitspraak volgt later.

Afbeelding
Datum 10 oktober 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van het tjalkschip OP HOOP VAN ZEGEN, schipper en eigenaar H. Pilon te Appingedam, welk schip op 1 augustus met een lading dakpannen op reis van Makkum naar Itzehoe, bij Minsemer Oldoog, gestrand is.
De Raad constateert in zijn uitspraak, dat met de nodige omzichtigheid is gevaren. De stranding is hieraan toe te schrijven, dat er op die plaats bakens waren geplaatst met andere doeleinden dan waarvoor zij bestemd zijn.
Vervolgens uitspraak doende in de zaak van het tjalkschip MEMENTO MORI, schipper H. Smit, te Groningen, welk schip op reis van Hamburg naar Munster op de Wadden gestrand en gebroken is, wijst de Raad erop, dat het bevaren van de Wadden een groot waagstuk is voor een ieder, die niet over grote kennis van het vaarwater beschikt. Onbekendheid hiermede heeft de schipper er toegebracht te dicht langs andere schepen te varen.
Van deze uitspraak, die nagenoeg onverstaanbaar werd voorgelezen, in een zo vlug tempo, dat zo onmogelijk te volgen was, meenden wij ook nog op te vangen, dat het de Raad bevreemd heeft, dat de bevoegde autoriteiten te Delfzijl dit, voor de grote vaart niet bestemde schip hebben doorgelaten.
Op 21 september jl. is in de Golf van Biscaye het kraanschip No. 415, gesleept door de SCHELDE, schipper W. Verschoor te Vlaardingen, rederij Internationale Sleepdienst Mij. te Rotterdam, gezonken. Men had met zwaar weer te kampen, waardoor de kraan is gekapseisd. Gehoord werd de expert, de heer Landmann, die het kraanschip onderzocht heeft vóór het vertrek en hij de bouw heeft geïnspecteerd. Getuige zei dat dergelijke schepen in het algemeen weinig weerstand kunnen bieden tegen zwaar weer; als er water in komt, vallen zij omver. Er is daarom grote zorg besteed aan de voorziening van de luiken met beugels en pakking. Vermoed wordt, dat het water door de schoorsteen naar binnen is gekomen.
Voorlezing werd gedaan van de vroeger afgelegde verklaringen van de kapitein en de machinist van de Schelde, waaruit bleek, dat de kabel eerst gekapt is, nadat de kraan geheel was omgeslagen.
De heer Bouman, expert van de scheepvaartinspectie te Rotterdam, heeft toezicht gehouden bij de bouw, omdat hij wist, dat het schip over zee zou worden gesleept. Het schip was hecht gebouwd; een zeewaardigheid eis, welke aan dergelijke schepen gesteld wordt, is in de eerste plaats, dat zij stabiel zijn. Daarom zijn er lichtproeven genomen; er is 115 ton gelicht.

Afbeelding
Datum 10 oktober 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam deed — een telegram daaromtrent bereikte ons te laat — gisteren namiddag uitspraak in de zaak van het tjalkschip HOOP OP ZEGEN, schipper en eigenaar H. Pilon te Appingedam, welk schip op 1 augustus jl. met een lading dakpannen van Makkum naar Idschoe (opm: Itzehoe) vertrok, en op 18 augustus nabij Meusenar Oldoog strandde. Uit de behandeling van de zaak bleek, dat de schipper het ongeval weet aan slecht licht en onbekendheid met de tijdelijke bakens. Hij achtte het niet onmogelijk, dat de bakens, die anders de goeden weg aangaven, door het zware weer waren weggeslagen. De Raad is van oordeel, dat het ongeval is te wijten aan het verplaatsen van de bakens en dus de gezagvoerder geen blaam kan treffen.

Afbeelding
Datum 11 april 1912
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Delfzijl, 10 april. Het tjalkschip HOOP OP ZEGEN, schipper H. Pilon, is te Wilhelmshaven binnengekomen met verlies van stuurboordanker en gebroken bakboordzwaard. Het vaartuig is verzekerd bij de firma Legger en Co. te Groningen.

Afbeelding
Datum 25 januari 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Delfzijl, 24 januari. Het motorschip SOLI DEO GLORIA, schipper P. Sportel is voor geheime prijs verkocht, aan H. Pilon, die vroeger de HOOP OP ZEGEN bevoer.

Afbeelding