Inloggen
DEPOSITUM - ID 13200


Kroniekberichten

Datum 16 januari 1871
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

In 1870 kwamen te Altona 862 zeeschepen binnen, waarvan 16 onder Nederlandsche vlag; 27 schepen kwamen van Nederland. Daar overwintert de tjalk DEPOSITUM, kapt. Speelman.

Afbeelding
Datum 16 oktober 1873
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Tonningen, 11 oktober. Wegens storm liggen alhier ter rede de navolgende Nederlandse schepen: PETRONELLA, kapt. De Vries, DEPOSITUM, kapt. Speelman, JONGE FREDERIK, kapt. Top en AALTJE TIJZEN, kapt. Wagenmaker.

Afbeelding
Datum 29 november 1873
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 26 november. Het Nederlandse schip (opm: koftjalk) DEPOSITUM, kapt. Speelman, van Groningen naar Newcastle, is alhier in de haven gekomen.

Afbeelding
Datum 21 oktober 1877
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Tonningen, 17 oktober. De Nederlandse schepen DEPOSITUM, DRIE GEBROEDERS, TJALDA SUSANNA en CHRISTINA ALIDA, liggen alhier geankerd.

Afbeelding
Datum 05 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Oostmahorn, 3 juni. Het Nederlandse schip DEPOSITUM, kapt. Speelman, van Hull met olie naar Riga, is alhier binnen gelopen met gebroken mast, is lek, en gaat naar Zoutkamp op.

Afbeelding
Datum 14 januari 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Gisteren vierde het Zeemanscollege “De Groninger Eendracht” haar 55-jarig bestaan, ten huize van de heer J. Huizinga, Groote Markt. Nadat de president de heer R. Oetzes de vergadering had geopend, bracht de secretaris de heer H. Kühn verslag over het afgelopen jaar uit, waaruit bleek, dat de toestand van het college zeer gunstig mag worden genoemd. Over het jaar 1884 hebben 2 gewone leden hun schip verloren en wel de kapiteins H.R. Speelman (opm: de kof DEPOSITUM) en M.F. Rasker (opm: de kof MAARHUIZEN), hetgeen voor het college een schade van NLG 800 bedraagt, wat echter een niet noemenswaardige invloed op de financiële toestand uitoefent, daar volgens de staat van de penningmeester, de heer B. v.d. Meer, het saldo aan kas na aftrek daarvan, nog plm. vierduizend gulden bedraagt.
Het getal gewone zeevarende leden bedroeg in het afgelopen jaar 26, terwijl zich 3 nieuwe leden hadden doen voorstellen en door 1 het lidmaatschap was opgezegd. Het getal van de vlagge- en buitengewone leden onderging geen grote verandering. Aan de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij werd in het afgelopen jaar een subsidie van NLG 25 verstrekt. Nadat de verschillende verslagen waren uitgebracht, ging men over tot de benoeming van nieuwe bestuurs- en commissieleden. In het hoofdbestuur moesten aftreden de penningmeester, die herkozen werd en kapitein W.B. Top, die niet direct herkiesbaar, werd vervangen door kapitein D.F. Keizer.
In de commissie van het weduwenfonds werd, in plaats van het aftredend lid de heer J.C. Wichers, gekozen de heer J. Kater Tzn. En in plaats van de heer H.C. Rosenboom, die bedankte, de heer J.H. Tunteler.
Volgens het verslag van “De commissie tot uitrusting van minvermogende jongelieden als matrozen ter koopvaardij”, welke commissie het afgelopen jaar zeven jongens had uitgerust, moesten niet minder dan 4 nieuwe leden worden gekozen, wegens aftreding, vertrek en bedanken. Benoemd werden de heren P.J. Vos, scheepsmakelaar, J. Meddens en de kapiteins R.B. Slangenberg en J. Scholtens.
Na afloop van de werkzaamheden sloot de president de vergadering. Daarna werden nog enige uren in feestelijk en gezellig samenzijn gesleten.

Afbeelding