Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1415.1822.35

deel IV, foto 7
CEDULE

Naam schip VROUW ANNA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 7 september 1822

type schip tjalk

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Hendrik Garrels, Veendam, einig eigenaar

te voeren door kapt. Hendrik Garrels, in eigendom bevaren

grootte in tonnen 23 lasten of 64 zeetonnen

tuigage / aantal dekken een mast, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Sappemeer

plaats / datum registratie Amsterdam, 7 september 1822

nummer registratie deel 3, folio 180, recto, vak 2

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; jhet schip ligt thans vte Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 1883





researcher/datum research: ML / 260515

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1822-35

ACTE AAN-/VERKOOP
schip de VROUW ANNA

plaats en datum acte onderhandse koop/verkoop, Bederkesa in het koninkrijk Hanover, 4 april 1820

soort schip tjalk

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Sikke Philippus , schipper te Veendam

eigenaar/aankoper Hinrich Garrels, koopman te Veendam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie Amsterdam, deel 3, folio 181, recto, vak 1.2

datum van registratie

notaris

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 1580,-

Bijzonderheden: (ML: plaats zal wel foutief geschreven zijn)







researcher/datum research ML-040606

GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Appingedam 143.238.327
Appingedam 143.238.328

DVD L – 234-239 – foto 7456 – 764, 7465

Scheepsverklaring

Naam schip de VROUW ANNA

plaats en datum acte Appingedam, 29 september 1824

type schip tjalk (tweemast)

gevoerd door kapt. Hendrik Garrels (Veendam)


Comparende t.o.v. de griffier bij de Regtbank te Appingedam, Paul Philip du Cloup Hendrik Garrels, voerende het tjalkschip de VROUW ANNA
In Hamburg was een lading stukgoed ingenomen bestemd voor Amsterdam. Op 17 september kwam men aan in Stade; de 18e bij Cuxhaven bij de Kleine Baak ten anker. Er waren kragen om de masten, de luiken geschalkt met dubbele kleden en het schip was hecht en sterk. Ze besloten via het Wad te zeilen.
Op 23 september voeren ze vanuit de Jade en zagen ’s nachts het vuur van Borkum. Toen de wind sterker werd werkte het schip zwaar en kreeg het veel water op het dek. Vanwege de lichte lading slingerde het grootzeil voortdurend en om ongelukken te voorkomen werd besloten bij te draaien. Op dat moment braken de kraanlijn en de piekval, zodat het grootzeil met de giek buiten boord naar beneden viel. Ze probeerden het zeil binnenboord te krijgen, maar de giek sloeg door de zee met zo veel geweld tegen het scheepsboord dat het boord bezweek en de wandelspier aan stukken geraakt. Vrezende voor schip en lading werd besloten alles zo spoedig mogelijk weg te snijden, waardoor een grootzeil (zo goed als nieuw), met piekeval en kraanlijnvallen verloren gingen, doch de giek en schoot behouden bleven.
Nadat andere zeilen waren aangeslagen werd de reis voortgezet, maar op 25 september schoot de wind opeens naar het N.W. en het schip geheel op zijde geraakte waardoor de opvarenden zich in groot gevaar bevonden. Ze haalden de piek neer, maar konden door de toenemende storm het zeil niet verder naar beneden krijgen, waarna het barstte. Ze besloten jager, stagfok en grootzeil te snijden om het schip weer recht te krijgen. De stormkluiffok was blijven staan, waardoor de schipper het schip gelukkig voor de wind kreeg. ’s Nachts kregen ze het vuur van Borkum in zicht waarna ze voor anker daglicht afwachtten. Het water liep over het voorschip en in de ochtend stiet het schip, zodat het achterschip los raakte en het dek door het stoten verzet werd. Gelukkig bedaarde het weer, zodat ze anker-op gingen, onderwijl steeds pompend. Maar de bemanning werd afgemat, zodat zij het moesten overgeven.
Gelukkig zagen ze een vissersschip dwars van hen zodat zij het noodsein hesen, waarna de vissers naar hen toevoeren en een van hen aan boord stapte en dadelijk begon te pompen. De vissers vertelden toen dat de VROUW ANNA op de Meeuwen Steert zat (een plaat in de Eems). Wegens vallend water was er geen tijd te verliezen, zodat de ankers gekapt moesten worden en het visvaartuig het schip uit de ondiepte sleepte. In diep water gekomen werd de sleeptros ingenomen waarna schipper Garrels achter de visserman aan zeilde en ’s middags in Delfzijl arriveerde.

De verklaring werd mede ondertekend door
Stuurman Geerhard Garrels, 26 jaar, geboortig van Leer en wonende aldaar
Benevens nog een jongen, genaamd Roelf Engelsman, van Veendam

Een soortgelijke verklaring werd afgegeven door Roelf Geerts Cramer, 31 jaar, bevarende de visschuit ANNA VAN DELFZIJL

plaats / datum registratie 1 oktober 1824

nummer van registratie deel 14 folio 168 vak 4





researcher/datum research: GM / 14.10.2011