|
Vlissingen, 30 december. Alhier zijn ter rede gekomen: JACOBUS, kapt. S. Laurens, van Batavia, met koffie en suiker, naar Rotterdam gedestineerd, en PETRUS, kapt. S.P. Meulenaere, van Bordeaux naar Leuven, met wijn. Hellevoetsluis, 1 januari. Heden morgen zeilden naar zee: EENDRAGT, kapt. C. van Gelderen jr., VROUW ANNA, kapt. W. de Zeeuw Baggus, naar Cadix; VROUW ELIZABETH, kapt. H. den Breems, naar Lissabon; DOLPHIJN, kapt. B.J. Bakker, en ALEXANDER, kapt. E. Weijlde, naar Suriname; HARMONIE, kapt. J. Rooderkerk, naar Odessa; VROUW MARIA, kapt. A.M. Noorbeek en MARY EN HILLEGONDA, kapt. D.A. de Jong, beiden naar Batavia, en FORTUNA, kapt. A. van der Weijde, naar Nantes. kapt. D. Miercke is van de quarantaine ontslagen. Den 2 dito. Er liggen twee brikken bij de Goeree ten anker, zijnde ELIZA, kapt. H. Peters, en DIANA, kapt. O. Lindeman, beiden van Batavia. De stroom drijft vol ijs. Den 3 dito. De twee schepen gisteren gemeld, welke bij de Goeree ten anker lagen, zijn na de middag door hulp van ijssloepen alhier op het Kanaal gekomen. Volgens rapport waren voor de wal, met loodsen aan boord, de schepen RHOON EN PENDRECHT, kapt. A. Schaap, van Batavia en de ZEEMEEUW, kapt. Noordhoek, van Lissabon. De stroom drijft vol ijs. Brielle, 1 januari. Heden morgen zeilde naar zee: BRITTANIA, kapt. R. Stranack, naar London. De rivier is met drijfijs bezet. Den 2 dito. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: een schoener kof, volgens bericht ENGELINA, kapt. R.H. Bok, van Liverpool, is in bezetting van het ijs en buiten de bank aan de grond geraakt, heeft ijssloepen bij zich tot assistentie. De rivier is vol drijfijs. Den 3 dito. Kapt. R.H. Bok is gisteren namiddag vlot geraakt en op de haven gekomen. Maassluis, 1 januari. Heden morgen zeilden naar zee: WILLEMINA, kapt. G. Treus, ZEELUST, kapt. A. Patijn, OP HOOP VAN ZEGEN, kapt. A. van der Gaauw, NEERLANDS KONING, kapt. H. van Rossen, HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. K. den Boer, NIJVERHEID, kapt. J. Verdoes, ALGEMEEN BELANG, kapt. K. Kordia (opm: buitenlander, mogelijk kapt. Cordia), ZEEMANSHOOP, kapt. W. van der Bruggen, allen naar de Noordzee; WEBBINA, kapt. J.H. Kuiper, naar Londonderry; WELVAART, kapt. R.T. Fenninga (opm: T.T. Fenenga), naar Belfast; WILLEMINA, kapt. L. Maasdijk, naar Havre; NEPTUNES, kapt. G. Lamot, en GUTE HOFFNUNG, kapt. P. Gerdes, beiden naar Duinkerken; de vier laatste zijn met het onder zeil gaan aan de grond geraakt en op de haven gekomen; ook is kapt. Albers op de haven gekomen. De stroom drijft vol ijs. Den 2 dito. De kapiteins Kupper en Jessen zijn gisteren wel in zee gekomen. Gedurende het jaar 1835 zijn voor de rede van Maassluis in zee gezeild 448 schepen en binnengekomen 10 schepen, behalve de haring- en visschepen; zijnde 42 schepen meer uitgevaren en 4 schepen meer binnengekomen dan in 1834.
|