|
Rotterdam. 9 mei. De 7e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE STAD GRONINGEN, kapt. J.J. Kortrijk (opm: kof, kapt. Jan Jans Kortrijk), van Rostock; DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domeni, DE NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout en DIANA, kapt. E.R. Huisman, van Marennes; NEPTUNUS, kapt. O.L. Roelfsema, van Liverpool; HERMAN, kapt. J.C. Freter en MARIA BARBARA, kapt. J.J. Kuiter, van Libau. De 8e, arriveerde CARL JULIUS, kapt. L. Pust, van Stettin en DE JONGE CAROLINA, kapt. N. Zeplien, van Libau. De 7e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas SARA MARIA, kapt. J.G. de Bloom, van Colberg; DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.A. Douwes, van Dantzig; EENDRAGT, kapt. H.T. Smith en DE VIER GEBROEDERS, kapt. W.J. Wilts, van Greifswald; DE AUTINA, kapt. H.K. Buss en DE HOOP OP WELVAART, kapt. H.J. Mulder, van Stralsund; JANTINA, kapt. H.C. Boswijk en DE VROUW BARBARA, kapt. H. Abrams, van Libau; DE VRIENDSCHAP, kapt. H. Drewell en DE VIJF GEBROEDERS, kapt. R.L. Roelfsema, van Koningsbergen en DE HOOP VAN FORTUIN (opm: tjalk OP HOOP VAN FORTUIN), kapt. A.H. Visker, van Wismar. De 8e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE VROUW GEZINA, kapt. A.J. Boomgaard, van Londen; HEMMINA, kapt. S.F. Taaij en METTINA MARGARETHA, kapt. H.H. Koster, van Marennes; JOHANNA, kapt. J. Wolter en JOHANNA CHRISTINA, kapt. J.J. Wolter, van Stralsund; DE VROUW ENGELINA, kapt. A.T. de Jong, van Oleron; MAGDALENA, kapt. H.P. Evers, van Rostock; DE VROUW ANTJE, kapt. O.G. Stuit, van de Mijn en zeilde DE HOOP, kapt. H. van den Bos, naar Gibraltar. De 9e, des morgens, arriveerden DE VRIENDSCHAP, kapt. C. Braadharing. DE ROTTESTROOM, kapt. J. Glazenier, is uit de quarantaine ontslagen. De 8e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas DE TWEE GEBROEDERS, kapt. K.H. Sprik, van Pillau; JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, van Marennes; DE JONGE WICHER, kapt. H.W. Bontekoe, van Liverpool; DE HARMONIE, kapt. T. Heern, van Greifswald; DE GOEDE HOOP, kapt. G.R. Berg, van Kiel, SOPHIA CATHARINA, kapt. M. Hansen, van Sonderberg; DE JONGE WILLEM, kapt. E.W. Brink en DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.G. Bruins, van Koningsbergen. De 9e dezer, des morgens, arriveerden DE HOOP, kapt. K.Z. Schut, van Marennes; DE VRIENDSCHAP, kapt. D. Geuchjes, van Wismar en DE ANNA, kapt. S.L. Brink, van Südwesthörn. Te Antwerpen zijn gearriveerd TWEE GEBROEDERS, kapt. Potjewijd, GOEDE HOOP, kapt. de Groot, GEZINA, kapt. Taaij, REINA, kapt. Koops, THERESIA, kapt. Bresseling en JOSEPHINE, kapt. Bakker, van Marennes; CONCORDIA, kapt. Pot en HERSTELLING, kapt. Klaassens, van Liverpool.
|