1815
PGC 180715
Advertentie. In het begin der maand augustus, zal publiek worden verkocht, een Smakschip, genaamd VROUW DINA, groot 55 roggelasten, gevoerd bij schipper Andries Jans Woude, thans liggende te Delfzijl, om dadelijk zee te kunnen kiezen. Iemand intussen, gemeld schip uit de hand willende kopen kan zich des wegens vervoegen ten kantore van Mr. F.I.J. Cremers, notaris te Groningen. (opm: de smak, bouwjaar 1797, werd in januari 1816 verkocht, nieuwe naam de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager)
1816
Op 09-04-1816 wordt voor de VROUW REINERA door Franciscus Jacobus Johannes Cremer uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Berend Jacobs Bondrager.
OHC 300516
Arrivementen: Te Dantzig B.J. Bondrager van Delfzijl.
LCO 181016
Te Rendsburg B.J. Bondrager van Koningsbergen.
RC 021116
Amsterdam, 29 oktober. Te Terschelling binnengekomen B.J. Bondrager van Koningsbergen.
1817
RC 110217
Arrivementen: Te Newcastle B.J. Bondrager van Amsterdam.
RC 010317
Amsterdam, 27 februari. In het Vlie is binnengekomen B.J. Bondrager van Newcastle.
RC 150517
Arrivementen: Te Rendsburg B.J. Bondrager van Amsterdam naar Straalsund.
RC 290717
Van de rede is naar Terschelling gezeild B.J. Bondrager naar de Oostzee.
1818
LC 030418
Harlingen, 2 april. Op 30 maart l.l. is uitgezeild: het smakschip de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager naar Noorwegen met ballast.
LC 190518
Harlingen, 19 mei. Den 17 mei zijn alhier binnengekomen het smakschip de VROUW CATHARINA, kapt. Arend Klasen, en de VROUW REINERA, kapt. Berend J. Bondrager, beide met hout van Christiansand (opm: Kristiansand).
Op 27-05-1818 wordt voor de VROUW REINERA door Franciscus Jacobus Johannes Cremer uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Berend Jacobs Bondrager.
LC 120618
Harlingen, 11 juni. Den 9 juni zijn uitgezeild het kofschip de VROUW GRIETZINA, kapt. Claas J. de Groot, het smakschip de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, en het tjalkschip de VROUW JELTJE, kapt. Jan H. Lieven, alle drie met ballast op avontuur.
LC 031118
Harlingen, 2 november. Den 30 oktober is alhier binnen gekomen het smakschip de VROUW REINNERINA (opm: VROUW REINERA), kapt. B.J. Bondrager, ledig van Amsterdam.
1819
LC 020319
Harlingen. Den 27 februari uitgezeild de smakschepen de WAAKZAAMHEID, kapt. E.M. de Jong, de VROUW KUNERA (opm: VROUW REINERA), kapt. Berend J. Bondrager, beide met ballast naar Noorwegen.
LC 020419
Harlingen. Den 25 maart binnen gekomen de smakschepen de TWEE GEBROEDERS, kapt. Jan L. Pinksterboer, de VROUW REINERA, kapt. Barend J. Bondrager; met hout van Noorwegen.
LC 160419
Harlingen. Den 7 april uitgezeild het smakschip de VROUW REINIERA, kapt. B.J. Bondrager, met ballast naar Noorwegen.
LC 300419
Harlingen. Den 28 dito binnen gekomen het kofschip ANNA EN CATHARINA, kapt. Broer R. de Vries, het smakschip VROUW REINERA, kapt. Berend S. Bondrager en het galjootschip JUPITER, kapt. Barend Roelofs van Wijk, alle met hout van Noorwegen.
LC 210519
Harlingen. Den 19 mei uitgezeild het smakschip de VROUW REINERA, kapt. Berend J. Bondrager, met ballast naar Noorwegen.
RC 141219
Amsterdam, 12 december. Volgens een brief van Rendsburg, van den 2 december, werden de aldaar aangekomen schepen de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Kluin, en de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, van Danzig (opm: Gdansk) naar Amsterdam gedestineerd, door de vorst verhinderd derzelver reis voort te zetten (opm: aldaar overwinterd en 15 maart 1820 vertrokken, zie RC 230320)
1820
RC 230320
Amsterdam, 21 maart. De schepen de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Kluin, en de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Amsterdam, welke te Rendsburg overwinterd hebben (opm: sinds 1 december, zie RC 141219), zijn den 15 maart van daar vertrokken.
LC 020520
Harlingen. Den 29 april binnengekomen het smakschip de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, Iedig van Amsterdam.
LC 160520
Harlingen. Den 8 mei uitgezeild de smakschepen de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, de VROUW MARGARETHA, kapt. E. Pot; de VROUW MARTHA, kapt. D. Clazen de Groot, de VROUW MARGARETHA, kapt. G. Piebes en de SNELHEID, kapt. W.J. Smit (opm: kapt. Wolbert Alberts Smit), alle met ballast op avontuur.
Op 29-06-1820 wordt voor de VROUW REINERA door Franciscus Jacobus Johannes Cremer uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Berend Jacobs Bondrager.
LC 300620
Harlingen. Den 22 juni binnengekomen het smakschip de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, met hout van Noorwegen.
LC 250720
Harlingen. Den 10 juli uitgezeild de smakschepen de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, de VROUW ETTYNA, kapt. A.J. Zeeman, met ballast, het kofschip de VROUW CATHARINA, kapt. Arend Klazen, met pannen, alle op avontuur.
1822
RC 270722
Rotterdam, 26 juli. Den 24 arriveerden in de Maas de schepen de VROUW REINERA, B.J. Bondrager, van Dantzig (opm: Gdansk); en NEDERLANDSCH KROONPRINS, A. van der Meijden, van Lissabon; de wind W.Z.W.
Op 06-08-1822 wordt voor de VROUW REINERA door Franciscus Jacobus Johannes Cremer uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Berend Jacobs Bondrager.
RC 190922
In Rotterdam ligt in lading naar: Elseneur en Dantzig het Nederlands schip de VROUW REINERA, kapitein Berend J. Bondrager.
RC 240922
Rotterdam, 23 september. Den 23 zeilden de ANNETA, H.J. Katt, naar Embden; de TWEE GEBROEDERS, M.H. Kriens, naar Hamburg, en de VROUW REIJNA, B.C. Bondrager (opm: smak VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager), naar de Oostzee.
1823
DC 170423
Brielle, 9 april. Den 13 april: Gisteren namiddag arriveerden uit zee de TWEE AFWEZIGE ZUSTERS, kapt. J.F. de Boer, van Kiel, HARMA MARIA, kapt. Z.G. de Lange, van Drontheim, ANNA CATHARINA, kapt. R.T. Sonnington, van Tonderen en VROUW REYMIRA (opm: VROUW REINERA), kapt. B.J. Bondrager, van Dantzig.
RC 010523
In Rotterdam ligt in lading naar: Dantzig het Nederlands schip de VROUW REINERA, kapitein Berend Jans Bondrager.
DC 100523
Brielle, 6 mei. Den 7 mei. Heden zeilde in zee UNION (opm: kof, thuishaven Oostende), kapt. J. van den Broecke, naar Londen; HARMONY, kapt. A. Jongbloed, op avontuur; VROUW REIJNIRA (opm: VROUW REINERA), kapt. B.J. Bondrager, naar Dantzig.
DC 260623
Brielle, 23 juni. Gisteren namiddag arriveerden uit zee GEORGE, kapt. M.M. Pot Jr, van Oudsoen; VROUW REINIERA (opm: DE VROUW REINERA), kapt. B.J. Bondrager, van Dantzig (opm: Gdansk)
DC 070823
Brielle, 1 augustus. Gisterenavond zeilden naar zee VROUW ELSINA (opm: tjalk VROUW ELZINA), kapt. H.J. Oortjes en VROUW REININA (opm: DE VROUW REINERA), kapt. B.J. Bondrager, beide naar Leith. De wind Z.W.
AC 290923
Texel, 27 september. Gisteren zijn alhier gearriveerd de schepen VROUW REYNA (opm: VROUW REINERA), kapt. B.J. Bondrager, van Schotland.
AC 281223
Texel, 25 december. Gisteren zijn van hier uitgezeild de schepen VROUW RENEIRA, kapt. B.J. Bondrager, MARIA ELISABETH (opm: smak), kapt. D. Ouwehand, JONGE PIETER JACOBUS (opm: kof), kapt. J. Wijbes, en MARIA, kapt. F. Mellema, alle vier naar Hull.
1824
DC 050224
Brielle, 3 februari. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: VROUW REINIERA, kapt. D.J. Boodrager (opm: smak VROUW REINERA, B.J. Bondrager), van Hull.
RC 050224
Rotterdam, 4 februari. Den 2 arriveerde in de Maas het schip de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, van Hull.
RC 180324
Rotterdam, 17 augustus. Den 16 maart zeilden uit de Maas de JONGE CORNELIS, kapt. C, Wapenaar, naar Hamburg, en de VROUW REINERA, kapt. B.J. Bondrager, naar Wells.
RC 150624
Den 14 juni zeilde uit de Maas de VROUW REINIRA, kapt. B.J. Bondrager naar Christiansand.
DC 170724
Brielle, 14 juli. Gister namiddag arriveerde uit zee de VROUW REINIRA, kapt. B.J. Bondrager, van Christiansand.
Op 1-08-1824 wordt voor de VROUW REINERA door Franciscus Jacobus Johannes Cremer uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Berend Jacobs Bondrager.
Scheepvaart berichten na deze aanvraag zijn niet gevonden.