1816
Op 16 mei 1816 wordt voor de JONGE PIETER, door kapt./ eig. L.J. Oortjes een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
OHC 030816
Den 29 juli is bij Terschelling binnengekomen, L.J. Oortjes van Sunderland, met zware lekkage en andere schade, heeft een lootschuit ter assistentie en zeilt naar Harlingen om te repareren.
1817
LCO 140217
Amsterdam, 12 februari. Van Texel uitgezeild de JONGE PIETER, L.J. Oortjes naar Londen.
OHC 180217
Amsterdam, 17 februari. Het in den avond van den 12 dezer op het Eyerland gestrande schip is genaamd de JONGE PIETER, kapt. L.J. Oortjes van Amsterdam naar Londen, was den 11 dito van hier naar zee gezeild, de lading in haver bestaande is geheel weg en het schip verbrijzeld, de equipage en enige tuigage is geborgen.
RC 200217
Amsterdam, 18 februari. Den 12 februari des avonds, is op Eyerland gestrand en verbrijzeld het tjalkschip de JONGE PIETER, kapt. L.J. Oortjes, van Amsterdam naar Londen en de vorige dag uit Texel gezeild; de lading is geheel weg, doch enig tuigagie, benevens het volk, geborgen.