Inloggen
JUNO - ID 12009


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1810-06-06 / 1841-03-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: America
Technical Data

Net Tonnage: 106.00 lasts (commercial)
Deadweight: 140.00 lasts (rye)
 
Length 1: 27.48 Meters Registered
Beam: 5.62 Meters Registered
Depth: 4.71 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-02-14
Register nr: 18140099
Scheepsnaam: JUNO
Type: Fregat
Lasten: 0
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Mannekus, Beijers & Steur
Plaats: Maassluis
Kapitein op moment van verzoek: Kooter, Cornelis
Opmerkingen: Eerste zeebrief
enig eigenaar

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1810-06-06 JUNO
Manager: Firma Mannekus, Beijers & Steur, Maassluis, Zuid-Holland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Eigenaar: Firma Mannekus, Beijers & Steur, Maassluis, Zuid-Holland, Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Shareholder:
Homeport / Flag: Maassluis / Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)

Date/Name Ship 1817-11-07 VROUW CATHARINA ELISABETH
Manager: Firma A.L. van Harpen & Zoon, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma A.L. van Harpen & Zoon, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1834-05-22 CATHARINA
Manager: Firma J. & Th. van Marselis, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma J. & Th. van Marselis, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data

1817-09-01: Sold at auction
Advertentie. R. Hoyman, J. Tentye, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 1 september 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild gekoperd Fregatschip, genaamd JUNO, gevoerd door kaptein B.J. Martens, lang 100 voet, wijd 27 8 duim, hol 14 voet, het verdek 6 en 1 half voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij inventaris en berigt bij de makelaars.
1833-02-04: Confisc.-Droit d'Angarie
Men meldt uit Deal, dd. 4 februari 1833, dat het schip DE VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. D. Does Lutjens, van Batavia naar Amsterdam bestemd, door het Engels oorlogsfregat CONWAY de 1e februari in de Noordzee genomen is.
1834-04-21: Sold at auction
Advertentie. Johannes Boelen, makelaar, zal, op maandag de 21e april 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y, verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd Nederlands barkschip, genaamd: DE VROUW CATHARINA ELISABETH, gevoerd door kapt. D.B. Lutjens, volgens Nederlandse meetbrief lang 27 ellen 48 duimen, wijd 5 ellen 62 duimen, hol 4 ellen 71 duimen en alzo gemeten op 323 tonnen of 171 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemd makelaar. (opm: de bark wordt verkocht en blijft onder dezelfde naam onder Nederlandse vlag in de vaart)
1841-03-00: Final Fate: Broken up

AH 080341
Carga-lijsten Amsterdam: SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen, van Suriname met suiker en koffie; DRIE GEBROEDERS, kapt. S.Y. Parma, van Suriname met suiker, katoen en koffie; CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname met rum, suiker, koffie en katoen; HUBERT CORNELIS, kapt. A. Hendriks, van Bayonne met terp. olie, harst, azijnstokken en palmhout; GOEDE HOOP, kapt. M.J. de Jonge, van Bordeaux met wijn, pruimen en anijszaad; EMANCE, kapt. A.Klein, van Bordeaux met wijn; IDA CATHARINA, kapt. J.V. Veenhorst, van Bordeaux met wijn; BORDEAUX, kapt. G. Wortelboer, van Bordeaux met wijn, brandewijn en voorloop.
(opm: het fregat CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, in 1810 als prijsschip aangekocht, werd na deze reis verkocht voor de sloop; de zeebrief werd op 6 november 1841 geroyeerd onder vermelding ‘schip gesloopt’)

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1810
Kapitein: Kooter, Cornelis
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Kooter, Cornelis
Overige informatie: 1814-02-14

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Schepen, Jan
Overige informatie: 1814-06-06

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Martens, Bruede Johannes
Overige informatie: 1816-04-30

Familiegegevens en opleiding

Jan Ingerman werd gedoopt te Amsterdam op 09 april 1786 als zoon van Hans Ingerman en Elisabeth (Bartje) Teunisse.

Hij trouwde te Amsterdam op 25 juli 1813 met Maria Andriessen, geboren/gedoopt te Amsterdam op 13/15 november 1792 als dochter van aanvankelijk schuitevoerder en later kapitein Christiaan Andriessen (Chrestian Andresen) en Maria Elisabeth Simons. Zij overleed op 08 oktober 1792 te Amsterdam

Bij het huwelijk werd een verklaring overgelegd over de afwezigheid van de vader, Hans Ingerman. Deze was stuurman/kapitein van het schip “Vreede en Vrijheid” dat op 15 november 1786 uit Batavia vertrok en men man en muis is vergaan. (Jan heeft dus zijn vader nooit gekend)I

Uit het huwelijk werden 10 kinderen geboren, waaronde de latere gezagvoerder Cornelis Ingerman (zie aldaar)

Jan overleed te Nigtevecht op 25 maart 1851, 64 jaar

Ontleend aan Parenteel Ingerman via “familie Ingerman”, Google

Een huidige nazaat in de directe lijn (2008) is Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg

Bij het overlijden van Jan Ingerman werd als woonplaats opgegegeven Nigtevegt.118.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Ingerman werd met vlagnummer nr. 89 effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Verdere gegevens in het Inschrijfregister ontbreken002.

In de Algemene Vergadering van het college op 16 november 1824 werd Jan Ingermann, oud 35 jaar, wonende op het Rokin over het Rotterdamsche Veer, met vlagnummer 89 aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein Dirk Boes Luitjens023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 september 1829003.

J.Ingerman was van 1835-1842 bestuurslid van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop019.

 

J.Ingerman was in de periode 01 mei 1835 t/m 24 november 1837 met vlagnummer 40 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.111.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Het Amsterdamse college Zeemanshoop kreeg veel publiciteit door “de doeltreffende hulp, die de leden verleenden bij de overstroming van Waterland in 1825. Met kleine boten redden zij ondanks de orkaan vele slachtoffers van de ramp, waaronde zich in het bijzonder de kapiteins   Ingeman    (niet Ingerman, maar ik neem aan dat het hier om dezelfde persoon gaat)  onderscheidden”019.

De Tevredensbetuiging van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met het optreden tijdes de watersnood is nog steeds (2008) in bezit van Ruurd Ingerman te Driebergen-Rijsenburg

 

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B7W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 augustus 1842 bericht J.Ingerman van de buitenvaart te zijn overgegaan op de sleepboot “Prins Frederik der Nederlanden” en verzoekt “te worden gerangschikt onder degenen, die op Stoombooten binnengaats varen.” Het Bestuur gaat accoord.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1848 staat een verzoek van kapitein J.Ingerman om een uitkering uit het Weldadig Zeemans Fonds “uit hoofde van voortdurende ongesteldheid”. Deze wordt in de vergadering van 30 november 1848 toegekend voor 1 jaar.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1851 staat de toekenning van een uitkering aan de wed.van kapitein J.Ingerman ingaande 01 mei 1851.042

 

In de Algemene Vergadering van 03 april 1827 van het college Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een brief van J.Ingerman “berigtende de door zijnEd waargenomen deugzaamheden en voordeel van het patent touwwerk …” 023 Dit bericht staat ook in de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1827.042.

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023

In de notulen dd. 13 september 1842 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop wordt een brief behandeld van J.Ingerman “berigtende van de vaart ter Zee te zijn overgegaan tot die op de sleepboot Prins Frederik der Nederlanden en verzoekende, desniettemin deelnemer in het fonds te mogen blijven, welk verzoek, de secretaris communiceert, dat aan hem is toegestaan.”023

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 15 juli 1850 wordt een uitkering verstrekt aan de weduwe van kapitein J.Ingerman.023.

 

In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege dd 1834-1835 staat de entreestorting ad f 15,- per maart 1835 van kapitein J. Ingerman. 064b

 

In de notulen dd 24 november 1837 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat vermeld dat kapitein Ingerman wegens wanbetaling wordt geroyeerd.064a

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.Ingerman als gezagvoerder064:

*    1837                       Wel de kapiteinsnaam genoemd bij vlag 40 maar geen vermelding van een schip.

 

lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        89                         1825-1829     fregat               Vr.Katharina Elisabeth                       A.L.van Harpen & Zn

                                      1830-1834     fregat               de Gezusters                                         idem

                                           1835           fregat               Jacob Cats                                            geen opgave

        49                              1836           geen opgave van schip en boekhouder

                                      1837-1838     bark                 Maria                                                     Gebr.Hendricks & Co

                                      1839-1840     fregat               Straat Baly                                            idem

                                      1841-1842     geen opgave van schip en boekhouder

                                      1843-1848     fregat               Claudius Civilis                                    A.L.van Harpen & Co

                                      1849-1850     geen opgave van schip en boekhouder

 

In 1824 was J.Ingerman gezagvoerder op het Amsterdamse fregat "Catharina Elisabeth" (170 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouders waren A.L.van Harpen & Zn 012.

 

Bouma025 vermeldt J.Ingerman als gezagvoerder gedurende:

*    1817 t/m 1830 op het 3/m schip “Vrouw Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1810, 323 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;

*    1824 t/m 1826 van het fregat “Catharina Elisabeth”, bouwjaar onbekend, maar gebouwd in Amerika, 316 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;

      er is hier sprake van verwarring met de vorige opgave.

*          1831 t/m 1835 op het 3/m schip de “Gezusters”, gebouwd in 1802 te Bremen, 320 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen te Amsterdam.

       Het schip voer in 1835 voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Klazina Adriana”086

*    1836 t/m 1837 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;

*    1838 t/m 1839 op de bark “Maria”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1840 t/m 1841 op het 3/m schip “Straat Baly”, gebouwd in 1839 te Krimpen aan de IJssel, 736 ton o.m., varend voor Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1844 t/m 1849 op het 3/m schip de “Claudius Civilis”, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 701 ton o.m., varend voor A.L. van Harpen & Zn te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam (inventarisnummer 38) zijn een serie monsterollen op naam van gezagvoerder Jan Ingerman en wel van de volgende schepen:

“Drie Vrienden”                                   21 augustus 1815; 28 november 1816

“Vrouwe Catharina Elisabeth”          05 november; 01 december 1818; 08 november 1819; 18 april 1821; 11 juli 1823; 08 november 1825.

“Gezusters”                                          21 juni 1827; 07 januari 1829; 06 oktober 1830; 21 mei 1832; 26 november 1833

“Maria”                                                 20 maart 1837; 21 juli 1838.

De documenten zelf heb ik niet verder ingezien.

 

Overige bijzonderheden

Op 22 april 1835 werd Adolf Frederik Giesse vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Jacob Cats" van kapitein Ingerman voor een reis van Dordrecht naar Batavia. Giesse keerde op school terug op 19 juni 1836004/532-1734.

Op 19 april 1821 werd Cornelis Schoewert vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Catharina Elisabeth” onder gezag van kapitein Ingerman voor een reis naar Batavia. Hij keerde op school terug op 22 maart 1823004/531-1358.

 

J.Ingerman verzorgde per 30 juni 1835 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacob Cats” een troepentransport van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 oktober 1835 na 195 dagen065*.

 

Van Sluijs013 vermeldt de aankomst op 23 juni 1816 te Texel komend van St.Domingo de 2-deks brik “Drie Vrienden”, onder kapitein Johs. Ingerman (ik heb geen zekerheid dat Jan en Johan Ingerman dezelfde persoon zijn).

Van Sluijs013 vermeldt een bericht in de Amsterd. Courant van november 1816 dat te Amsterdam in lading ligt voor St.Thomas het 2-deks barkschip “Hendrina” onder kapitein Jan Ingerman. In dezelfde courant van 17 november 1817 staat het bericht dat dit schip te Amsterdam in veiling is gebracht, kapitein J.Ingerman.

 

Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.Ingerman:

1ste reis      Juni 1835 naar Batavia en weer teru in mei 1836

2de reis       Juli 1836 naar Batavis en weer terug in mei 1837.

Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.

 

Ik schreef aan Bouma het volgende commentaar:

p.194  Betreft ”Catharina Elisabeth”, bouwjaar niet gegeven, 316 ton. Mijn opmerkingen betreffen kapitein J(an) Ingerman. Bij voormeld schip staat hij als kapitein van 1824 t/m 1826, varend voor van Harpen te Amsterdam. Op p. 1088 staat dezelfde kapitein als gezagvoerder van 1817 t/m 1830 van het fregat “Vrouw Catharina Elisabeth, eveneens varend voor van Harpen. In de achieven van Zeemanshoop staat Jan Ingerman (vlagnummer 89) van 1825 t/m 1829 als gezagvoerder van het fregat “Vrouw Katharina Elisabeth”, varend voor van Harpen. Volgens het Comportementboek van de Amsterdamse Zeevaartschool werd op 19 april 1821 Cornelis Schoewert als ligtmatroos geplaatst op het fregat “Catharina Elisabeth” onder kapitein J.Ingerman en keer terug op 22 maart 1823. In de “Nederlandse Hermes” Jg. 3, deel 8 (pp 66-70) staat J.Ingerman in 1824 als gezagvoerder van het fregat “Catharina Elisabeth”.

             Het lijkt me onwaarschijnlijk dat van Harpen twee fregatten heeft gereed met de namen “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. Voorts heb ik geen aanwijzing dat er twee personen J.Ingerman zijn geweest.

      Ik kan een overeenkomstig commentaar leveren op de opgaven van kapitein Bos Lutjens als gezagvoerder van de “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. In de archieven van Zeemanshoop staat D(irk) Boes Lutjens (vlagnummer 36) van 1830 t/m 1833 als gezagvoerder van de “Vrouw Catharina Elisabeth”, wederom varend voor van Harpen te Amsterdam.

             Ergo: er is hier sprake van verwarring, die ik overigens niet kan oplossen. Dus ik laat het bij een signalering.

 

In monsterrol nr. 736 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd. 11 mei 1835 is Jan Ingerman, oud 49 jaar uit Amsterdam, gezagvoerder van de “Jacob Cats” en vertrekt op 30 juni 1835 met een equipage van 40 man uit Hellevoetsluis voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug in Nederland op 28 mei 1836.

Per 11 juli 1836 staat zijn aanmonstering als gezagvoerder van het fregat “Jacob Cats” voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man. 064.

 

Rotterdamsche Courant 08 oktober 1816114

Advertentie. C. de Grijs en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag den 14 oktober 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd DE DRIE VRIENDEN, gevoerd door kapt. Jan Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, binnen zijn huid, 23 voet, hol, in het ruim, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nadere onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij C. de Grijs en Zoonen.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1817114

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Seesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 17 november 1817, ‘s avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd HENDRINA, gevoerd door kaptein J. Ingerman, lang 78 voet, wijd 23 voet, hol 13 voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij de inventaris omschreven, en berigt bij de makelaars. (opm: zie ook RC 070218)

 

Rotterdamsche Courant 05 mei 1821114

Naar Batavia ligt zeilree, om uiterlijk half mei (weer en wind dienende) in zee te zeilen, het extra snelzeilend tweedeks gekoperd fregatschip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, voorzien van een ruime aangename kajuit, ingerigt met de vereiste gemakken voor passagiers; adres bij de kapitein van het schip Jan Ingerman, wonende te Amsterdam op de Haarlemmerdijk, tussen de Oranjestraat en de Eenhoornsluis, no. 255.

N.B. Met deze bodem vertrekken geen militairen.

 

Rotterdamsche Courant 21 juni 1821114-

Amsterdam, 19 juni. Het schip (opm: fregat) VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, den 30 mei uit Texel gezeild naar Batavia, is den 7 juni op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid.

 

Rotterdamsche Courant 18 december 1821114

Rotterdam, 17 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 14 december:

Den 25 september is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip CATHARINA ELIZABETH, Ingerman, van Amsterdam; hetzelve heeft den 4 oktober de reis naar Batavia voortgezet; den 29 september het schip HERO, Pepper, van Antwerpen, en den 5 oktober het schip CORNELIA SARA, Marcussen, van Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 30 maart 1822114

Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:….

    Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM; te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam; van Batavia zijn vertrokken den 18 november 1821 LORD WELLINGTON, Anderson, naar Antwerpen, den 21 ROTTERDAM, Waters, naar Amsterdam; den 2 december TEXEL, Hosman, en ZELIMA, Neurenberg (opm: driemaster, thuishaven Gent, kapt. Christian J. Neurenberg), naar Antwerpen; den 9 HELVETIUS, Swift, naar Antwerpen, en den 12 DELPHINA, Boelen, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 07 februari 1818114

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, T. van Olivier, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee en W.P.D.C. Vrugt, makelaars, zullen, op maandag den 9 februari 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschips-Hol, genaamd HENDRINA, gevoerd geweest door kapt. J. Ingerman, lang over steven 78 voet, wijd, 23 voet, hol, 13 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. (opm: de brik HENDRINA werd op 17 november 1817 reeds te koop aangeboden, zie RC 111117)

Alsmede een partij Scheeps-Gereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, want, rondhouten, enz, liggende als bij notitie zal worden aangewezen.

Nadere onderrigting te bekomen bij de voormelde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 03 december 1822114

Amsterdam, 1 december. Den 27 juli van van Batavia naar Amsterdam vertrokken het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), kapt. J. Ingerman.

 

Rotterdamsche Courant 10 december 1822114

Rotterdam, 9 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 3 en 6 december:….

….Den 24 september is aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 24 december 1822114

Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:….

….Van de Kaap de Goede Hoop is den 5 oktober vertrokken het schip CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman), van Batavia naar Amsterdam.

 

Amsterdamsche Courant 16 oktober 1844114

Amsterdam, 15 oktober. Aangaande het schip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Ingerman, van Batavia naar herwaarts, te Mauritius met schade binnengelopen, wordt volgens brief van de kapitein in dato 28 juni gemeld, dat hij de 25 mei op 25º16’ ZB 46º36’ O.L. veel storm had doorgestaan en hevige stortzeeën had overgekregen, waardoor de fokkera gebroken doch weder gerepareerd was; de 7e juni, op de hoogte van de Kaap Relief, verhief de storm zich weder, welke verscheidene dagen aanhield en ontdekte men de 11e dito dat de boegspriet gebroken was, waardoor hij genoodzaakt was het boventuig te kappen teneinde de fokkemast te behouden, en besloot hij de Algoa Baay aan te doen. De steeds voortdurende storm, welke soms tot een orkaan over sloeg, maakte dit echter ondoenlijk en was hij genoodzaakt naar Mauritius af te houden, teneinde de geledene schade te herstellen; door de hevige stortzeeën en zwaar weder smoorde het schip en werkte zodanig, dat hij genoodzaakt werd alles tot verligting van het schip aan te wenden en onder anderen 480 balen koffij overboord te werpen, waarna hij gelukkig Mauritius bereikte.

 

Amasterdamsche Courant 08 november 1844114

Amsterdam, 7 november. Volgens brief van Mauritius, van de 13e augustus, was kapt. Ingerman, voerende het schip CLAUDIUS CIVILIS, gereed om de volgende dag naar Amsterdam te vertrekken.

 

NRC 30 augustus 1848114

-  1./40e part in het fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman, NLG 1000, in slag NLG 200. Koper G.J. Boelen.

 

 

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Ingerman, Jan
Overige informatie: 1817-11-12

Familiegegevens

Dirk Boes Lutjes werd geboren te Naarden op 19 juli 1797.

Hij trouwde met Cornelia Wilhelmina Beth, geboren te Amsterdam op 25 april 1798 en overleden 28 feburari 1870118.

Dirk overleed in 1867. Bij zijn overlijden is Amsterdam als zijn woonplaats vermeld.118.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Boes Lutjes werd met vlagnummer 36 effectief lid van “Zeemanshoop”. Een inschrijfdatum is niet vermeld. Als schip ten tijde van de inschrijving is eerst vermeld de “Vrede”. Deze is doorgeschrapt en vervangen door de “Cornelis Houtman”. Voorts is vermeld “overleden”002.

Dirk Boes Lutjes werd in de Algemene Vergadering van 03 januari 1823 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” als lid aangenomen op voordracht van kapitein Bulsing. Er is geen vlagnummer vermeld in de notulen023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 25 maart 1826. “Van beroep veranderd per 1 mei 1850”003

Dirk Boes Lutjes was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” in de periode 1823 t/m 1867 met de vlagnummer 36 (1823-1836), 16 (1836-1854) en 8 (1854-1866)

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1826 is sprake van een “… brief van Cap. D.B.Lutjes, de dato Batavia 13 Augustus 1825 hoofdzakelijk berichtende dat hij zich met onze medeleden kapiteinen C.Schröder & D.J.Bulsing had verenigd om liefdegiften in te zamelen ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood in Noord-Holland … “Het totale bedrag was f 261,-.042 (dit bericht slaat op de bemoeienissen van het College bij het helpen bij de watersnoodramp van 1825, waarbij flinke delen van Nederland, waaronder Waterland onder zijn gelopen. Zie o.a  het artikel”Veel mensen in bezwaren” van F.D.Zeiler in het Jaarboek CBG, 2003, p. 219.)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 14 februari 1826 wordt een brief uit Batavia gemeld dd 05 september 1825 waarbij kapitein de Boes Lutjes meedeelt een bedrag van f 422,85 te hebben overgemaakt.042.

In de Bestuursvergadering van 30 augustus 1827 wordt een verzoek gemeld van kapitein Dirk Boes Lutjes “berigtende dat hij na opgeroepen te zijn voor de schutterij is ingelijfd”. Hij vraagt “of het niet wenschelijk en doelmatig konde geacht worden, dat dit kollegie zich tot Zijne Majesteit wendde, ten einde eene definitieve vrijstelling van Schutterijleke diensten voor Zeekapiteins te verlangen”.042

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 november 1847 staat een bericht van de penningmeester “dat de kapiteins H.H.Zeylstra, D.Boes Lutjens en H.H.Krall weigerachtig zijn de boeten wegens het niet vershijnen en teekenen van de Wekelijkse vergaderingen te betalen.” Ze krijgen 14 dagen de tijd en het Bestuur zal bij in gebreke blijven in een volgende vergadering nader besluiten. In de vergadering van 30 december 1847 bericht de penningmeester dat de kapiteins Krall en Boes Lutjens hun boeten hebben aangezuiverd “doch dat kapitein H.H.Zeylstra blijft weigeren niettegenstaande de herhaalde aanmaningen in de missive aan hem gedaan. Wordt besloten op de wijze bij de Wet bepaald aan de Wekeliiksche vergadering voor te dragen zijne vervallen verklaring van het Lidmaatschap.”

In de notulen van de Bstuursvergadering dd 27 juni 1850 staat een bericht van kapitein D.Boes Lutjens, dat hij Commissaris van het Stedelijk Loodswezen is geworden. Hij verzoekt om deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds te mogen blijven. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1857 staat vermeld dat J.H.Schippers en D.Boer Lutjens als lid toetreden tot de Commissie voor het Wetenschappelijke der Zeevaart.042

In de Bstuursvergadering dd 30 juli 1867 wordt het overlijden vermeld van kapitein D.Boes Lutjes. In de veragdering dd 29 augustus 1867 vraagt de weduwe Boes Lutjes geb. Beth om de reglementaire uitkering, welke haar in de vergadering van 26 september 1867 ingaande 01 augustus 1867 wordt toegekend. 042.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op 21 juli 1824 wordt melding gemaakt van een overleden zeeman aan boord van “De Gezusters” onder kapitein Dirk Boes Lutjes “terug van Batavia”023.

In de Algemene Ledenvergadering van 21 februari 1826 wordt kapitein D.Boes Lutjes door de voorzitter bedankt “wegens zijne aangewende moeite te Batavia voor de Noodlijdenden door den laatsten plaats gehad hebbende watersnood, en voor de deswegens overgezondene gelden”023. In 1824 had er in Noordholland/Waterland een enorme overstroming plaatsgevonden waarbij Zeemanshoop zich erg had ingespannen hulp te bieden. Er werden collecten georganiseerd en, blijkens dit bedanken, niet alleen in Nederland maar ook overzee.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 juli 1850 wordt een brief vermeld van kapitein D.Boes Lutjes, waarin deze mededeelt te zijn aangesteld als commissaris Stedelijk Loodswezen. Op zijn verzoek wordt hem toegestaan deelnemer te mogen blijven.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 oktober 1867 staat vermeld dat per 01 augustus 1867 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. D.Boes Lutjes geb. Beth. 023.

D.Boes Lutjens was van 1857-1860 en 1863-1867 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

De schepen van de kapitein

De Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart vermeldt de volgende schepen001:

vlagnummer                   jaren                       type                  scheepsnaam                          naam reder/boekhouder

          36                       1825-1829                 fregat               De Gezusters                          A.L.van Harpen en Zn

                                      1830-1833                 fregat               De Vr.Catharina Elisabeth   idem

                                      1834-1835                 bark                  De Vrede                                 Gebr.Heemskerk

          16                           1836                       bark                  De Vrede                                 idem

                                          1837                       geen opgave van schip en boekhouder

                                      1838-1843                 fregat               Cornelis Houtman                 W.P.Pook van Baggen

                                      1844-1849                 fregat               Maria Jacoba Cornelia         W.J.Beth Dz

                                      1850-1853                 geen opgave van schip en boekhouder

            8                       1854-1866                 geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt D.Boes Lutjes als gezagvoerder gedurende:

  • 1824 t/m 1830 van het 3/mschip “Gezusters”, gebouwd in 1802 te Bremen, 320 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
  • 1827 t/m 1834 van het fregat “Catharina Elisabeth”, bouwjaar onbekend, maar gebouwd in Amerika, 316 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
  • 1831 t/m 1834 van het fregat “Vrouw Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1810 te Rotterdam, 323 ton o.m., varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1835 voor J. van Marselis te Amsterdam en was herdoopt in “Catharina”.

deze opgaven kloppen niet met elkaar

Ik schreef aan Bouma het volgende commentaar:

p.194      Betreft ”Catharina Elisabeth”, bouwjaar niet gegeven, 316 ton. Mijn opmerkingen betreffen kapitein J(an) Ingerman. Bij voormeld schip staat hij als kapitein van 1824 t/m 1826, varend voor van Harpen te Amsterdam. Op p. 1088 staat dezelfde kapitein als gezagvoerder van 1817 t/m 1830 van het fregat “Vrouw Catharina Elisabeth, eveneens varend voor van Harpen. In de achieven van Zeemanshoop staat Jan Ingerman (vlagnummer 89) van 1825 t/m 1829 als gezagvoerder van het fregat “Vrouw Katharina Elisabeth”, varend voor van Harpen. Volgens het Comportementboek van de Amsterdamse Zeevaartschool werd op 19 april 1821 Cornelis Schoewert als ligtmatroos geplaatst op het fregat “Catharina Elisabeth” onder kapitein J.Ingerman en keer terug op 22 maart 1823. In de “Nederlandse Hermes” Jg. 3, deel 8 (pp 66-70) staat J.Ingerman in 1824 als gezagvoerder van het fregat “Catharina Elisabeth”.

                 Het lijkt me onwaarschijnlijk dat van Harpen twee fregatten heeft gereed met de namen “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. Voorts heb ik geen aanwijzing dat er twee personen J.Ingerman zijn geweest.

                 Ik kan een overeenkomstig commentaar leveren op de opgaven van kapitein Bos Lutjens als gezagvoerder van de “Catharina Elisabeth” resp “Vrouw Catharina Elisabeth”. In de archieven van Zeemanshoop staat D(irk) Boes Lutjens (vlagnummer 36) van 1830 t/m 1833 als gezagvoerder van de “Vrouw Catharina Elisabeth”, wederom varend voor van Harpen te Amsterdam.

                 Ergo: er is hier sprake van verwarring, die ik overigens niet kan oplossen. Dus ik laat het bij een signalering.

  • 1834 t/m 1837 van het 3/mschip “Vrede”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 360 ton o.m., varend voor J. van Heemskerk te Amsterdam. Het schip werd getuigd als bark;
  • 1839 t/m 1844 van het 3/mschip “Cornelis Houtman”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 590 ton o.m., varend voor W.P.Pook van Baggen te Amsterdam;
  • 1845 t/m 1850 van het 3/mschip “Maria Jacoba Cornelia”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 398 ton o.m., varend voor W.J.Beth Dz te Amsterdam. Het schip voer in 1851 voor T. van Holst te Delfshaven en was herdoopt in “Houthandel”;

 

D.Boes Lutjes was in 1824 gezagvoerder van het Amsterdamse fregat “De Gezusters (150 lasten, gebouwd te Bremen). Boekhouder was A.L.van Harpen & Zn 012.

In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a staan monsterollen vermeld van schepen van kapitein Dirk Boes Lutjes, o.a. van 03 april 1823 op de “Gezusters”.

In een monsterrol van kapitein J.Schendehutte met het fregat “Elisabeth”, bestemming Batavia, dd 24 april 1820, staat als 3e waak vermeld Dirk Boes Lutjes.011a

Overige bijzonderheden

In 1856 werd door de overheid een Raad van Tucht ingesteld die als taak had klachten over wangedrag van kapiteins de onderzoeken en te beoordelen. Van deze Raad waren drie koopvaardijkapiteins lid te weten “D.Boes Lutjes, J.H.Schippers en T.D.Sickens. Kapitein Dirk Boes Lutjes fungeerde tevens als secretaris. De Raad hield in Amsterdam zitting.” 104.

Op 16 juli 1834 werd Christiaan Frederik Eylerts vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de “Vrede”, kapitein D.B.Lutjes voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug in Amsterdam op 28 juli 1835 en voer als ligtmatroos op hetzelfde schip met dezelfde  kapitein weer uit op 16 september 1835 voor wederom een reis naar Batavia004(532/1699).

Op 16 september 1835 werd Ferdinand Willem Mulder vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongmatroos geplaatst op het schip de “Vrede” onder kapitein D.B.Lutjes voor een reis naar Batvia. Het schip keerde terug te Amsterdam op 31 oktober 1836004(532/1731).

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staan de volgende meldingen109:

Voorjaar 1820:

“Mijn vader “verkreeg voor mij de belofte dat ik aan boord van een O.I.Schip zou geplaatst worden in kwaliteit van ligtmatroos. Dit gebeurde gelukkig, ik mocht mij op zekere dag bij kapitein Schindehutte vervoegen welke woonde op een bovenhuis op de Korteprincegracht bij de Brouwersgracht. … Hij gaf mij een bewijs waarmede ik een huurbriefje kon halen bij de huurbaas en met welk briefje waarop mijn naam en kwaliteit als ligtmatroos tegen de gage van f 13 p. maand vermeld was, ik mij den volgende maandag aan boord van het fregat de Elisabeth liggende voor de Oude Stadt Herberg moest begeven. … Ik ging dan op de bestemde tijd naar boord en vond ook behalve de stuurman een Jan Baptist, de tweede stuurman Hendrik Maas eene gewezene kwekeling geboortig uit O.I. en de derde Stuurman  Dirk Boes Lutjes. … “.

Half 1821 te Batavia met de “Elisabeth”:

Het schip werd beladen “met oogmerk wederom naar Macassar te zeilen. Terwijl wij hiermede bezig waren gebeurde het dat onze Derde stuurman Dirk Boes Lutjes op zijn verzoek door den Kapitein uit den dienst op ons schip ontslagen werdt daar hij meende eene voordeliger betrekking aan de wal te kunnen krijgen met vooruitzicht op bevordering. Zij plaats werd vervuld door eene Kuiper uit Amsterdam die eenigen tijd op een kustvaarder gevaren had … “.

Tweede helft 1821 te Amsterdam:

Abrahamsz meldt dat de vroegere 3e stuurman van de “Elisabeth” (i.c.Dirk Boes Lutjes) die eerder ontslag had genomen was “nu gezagvoerder op een der koopvaardijschepen geworden, dat deszelfs kapitein en twee Stuurlieden door den dood verloren had … “.

Begin mei 1829 te Amsterdam:

“terwijl ik in Amsterdam was woonde naast mijn Vader op de Binnenkant kapt. D. Boes Lutjens, die vroeger derde Stuurman geweest was op het schip van kapt. Schindenhutte daar ik destijds ligtmatroos was.”

December 1830 te Amsterdam met de “Amsterdam”:

“Nu was ik geborgen en ik werd door den Heer Boolen (boekhouder) aangesteld als kapitein op het kofschip genaamd Amsterdam van Amsterdam. Toen ik mijn vooruitzicht aan Kapt. Lutjes verhaald had … wilde (hij) mij … voorstellen als lid van Zeemanshoop. Dit geschiedde en ik werd aangenomen.”

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Boes Lutjes, Dirk

Familiegegevens en opleiding

Klaas Meenen Hillers werd geboren te Norden op 10 juli 1803

Vanwege overeenkomstige geboorteplaatsen èn de overeenkomstige familienaam van de echtgenoten zal dit een broer zijn van Hinrich Classen Hillerts (zie hierna) en zal de werkelijke familienaam van Klaas Meenen eveneens Hillerts zijn.

Hij was getrouwd met Catharina Elisabeth Wolff, geboren te Amsterdam op 15 oktober 1799 en overleden 29 september 1880. 118

Klaas overleed in mei 1867. Bij zijn overlijden is Amsterdam als zijn woonplaats vermeld.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.M.Hillers werd met nr.379 effectief lid van Zeemanshoop per 06 mei 1834 op voorspraak van J.J.Remkes. Zijn schip was de "Catharina"002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van 26 april/06 mei 1834 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Klaas Menen Hillers, 32 jaar, voeren de bark Catharina, wonene op de Buitenkant nr.7 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.J.Remkes. Zijn vlagnummer werd 379023

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 juli 1841.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering dd 04 november 1833 staat “Een Brief van K.M.Hillers gevaren hebbende bij kapit. J.J.Remkes wiens schip verongelukt is verzoekende onderstand.” 042 Hij krijgt een maand gage. Zou Hillers lid tweede klasse zijn geweest. Hij werd het jaar erop als effectief lid benoemd.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 maart 1849 staat een verzoek van kapitein K.M.Hillers om een bus te mogen plaatsen “tot wering der bedelarij”. Het Bestuur wijst dit verzoek af “als niet behoorende tot de bemoeijenissen van het Collegie om direct of indirect de algemeene Bedelarij te keer te gaan.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1867 staat een brief van de wed. kapitein K.M.Hillers geb. C.E.Wolff “verzoekend de toepassing van Art.92 van het Reglement (oud) alzoo bedankende voor het regt op uitkeering.”042  Art. 92 regelt de uitkering ¿ngeval van behoeftige omstandigheden.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 januari 1868 vraagt de wed. van kapitein K.M.Hillers geb. Wolff om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 27 februari 1868 wordt toegewezen ingaande 01 augustus 1867.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 maart 1868 staat vermeld dat per 01 augustus 1868 een uitkering in de 1 klasse is toegekend aan de wed. kapitein K.M.Hillers geb. Wolff

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        379                       1834-1835     bark                 Catharina                                              J.en T.van Marselis

        266                       1836-1850     bark                 Catharina                                              idem

                                      1851-1853     geen opgave van schip en boekhouder

         80                        1854-1866     geen opgave van schip en boekhouder

 

Kapitein K.M.Hillers maakte met de “Catharina” van 17 april 1846 t/m 23 februari 1847 een reis naar Suriname. Bron: www.jjlange.ehrhardt.nl

 

      Bouma025 vermeldt K.M.Hillers als gezagvoerder van/in:

      *       1835 op de bark “Catharina”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 233 ton o.m., varend voor J. & T. van Marselis te Amsterdam;

      *       1835 t/m 1843 op de bark “Catharina” ex Vrouw Catharina Elisabeth, gebouwd in 1810, bouwlocatie niet vermeld, 323 ton o.m., varend voor J.van Marselis te Amsterdam;

      *       1842 t/m 1851 op de bark “Catharina”, gebouwd in 1842 te Amsterdam, 375 ton o.m., varend voor J. & T. van Marselis te Amst erdam; (overlap met de vorige)

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

28 januari 1838         "... heden avond arriveerde hier captijn Hillers bark Cratlatrina ...". (onduidelijk geschreven).

Monsterrol dd 01 november 1837 van de bark "Catharina" onder gezag van Klaas Minne Hillers en met 20 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders J.en T. van Marselis011.

 

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was K.M.Hillers.104.

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Hillers, Klaas Meenen/Menne

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1817-11-05
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: VROUW CATARINE ELIZABET
Schipper: Ingemerman, Jan
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1810

Na de publieke verkoop op 07-03-1810 wordt Cornelis Kooter kaptein op de JUNO

RC 070710
AMSTERDAM den 5 Juli  Den 3 en 4 dezer is in Texel niets binnengekomen ; maar zijn na Zee gezeild, P. Berg, J. H. Prins , T. Dirks, R. Douwes en C. Kooter naar Archangel.
OHC 081210
Volgens brief van Archangel van den 27 oktober
Van de schepen die over de Baar geraakt waren, waren 8, onder zware ijsgang, den 24sten dito voor Lappe Minke (alwaar de Russische oorlogschepen leggen) behouden ten anker gekomen, waaronder die Freundschaft, kapt. J. Hendriks, en Juno, kapt, C. Kooter, wachtende op verlof om de haven binnen te komen.

1814

Op 14-02-1814 wordt voor de JUNO door Mannekus, Beijers & Steur uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor kapt. Cornelis Kooter

Op 06-06-1814 wordt voor de JUNO door Mannekus, Beijers & Steur uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Schepen

1815

RC21031815
Heden arriveerde te Helvoetsluis het Schip Juno, J. Schepen, van Bergen.

1816

Op 30-04-1816 wordt voor de JUNO door Mannekus, Beijers & Steur uit Maassluis een zeebrief aangevraagd voor kapt. Bruede Johannes Martens

RC 010816
Helvoetsluis
Den 30, des morgens, zeilde Juno, B. J. Martens, naar Teneriffe: de wind N. O.

1817

RC 230817
Advertentie. R. Hoyman, J. Tentye, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink en J. Boelen, makelaars, zullen, op maandag den 1 september 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild gekoperd Fregatschip, genaamd JUNO, gevoerd door kaptein B.J. Martens, lang 100 voet, wijd 27 8 duim, hol 14 voet, het verdek 6 en 1 half voet; alles Amsterdamse maat. Breder bij inventaris en berigt bij de makelaars.

Op 12-11-1817 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Ingerman

RC13121817
Sedert onze laatste is in Texel uitgezeild  B. J. Martens (opm: ex. Kapt van de JUNO) naar Teneriffe, J. Ingerman ( VROUW CATHARINA ELISABETH. Ex. JUNO) naar St. Domingo.

1818

RC 080918
Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen, J. Ingerman van St. Domingo (Kaap Henry ,Haiti)

Op 03-12-1818 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Ingerman

1819

Op 02-11-1819 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Ingerman

OHC 301119
Texel en zijn uitgezeild  A. Boyd naar Batavia , J.J. Barth naar Curacao,. J. Ingerman naar St. Domingo.
RC 041219
Texel J. Ingerman terug uit Zee, zijnde gedestineerd naar St. Domingo.
RC 091219
Texel uitgezeild J. Ingerman, naar St. Domingo

1820

RC 310820
Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen J. Ingerman van St. Domingo, (ligt quarantaine)
RC 120920
Uit quarantaine is ontslagen kapitein J. Ingerman van St. Domingo

1821

Op 26-03-1821 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Ingerman

RC 050521
Naar Batavia ligt zeilree, om uiterlijk half mei (weer en wind dienende) in zee te zeilen, het extra snelzeilend tweedeks gekoperd fregatschip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, voorzien van een ruime aangename kajuit, ingerigt met de vereiste gemakken voor passagiers; adres bij de kapitein van het schip Jan Ingerman, wonende te Amsterdam op de Haarlemmerdijk, tussen de Oranjestraat en de Eenhoornsluis, no. 255. N.B. Met deze bodem vertrekken geen militairen.
RC 210621
Amsterdam, 19 juni. Het schip (opm: fregat) VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, den 30 mei uit Texel gezeild naar Batavia, is den 7 juni op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gepraaid.
RC 181221
Rotterdam, 17 december.
Den 25 september is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip CATHARINA ELIZABETH, Ingerman, van Amsterdam; hetzelve heeft den 4 oktober de reis naar Batavia voortgezet; den 29 september het schip HERO, Pepper, van Antwerpen, en den 5 oktober het schip CORNELIA SARA, Marcussen, van Batavia.

1822

RC 300322
Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:
te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam
RC 031222
Amsterdam, 1 december. Den 27 juli van van Batavia naar Amsterdam vertrokken het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), kapt. J. Ingerman.
RC 101222
Rotterdam, 9 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 3 en 6 december:
Den 24 september is aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.
RC 241222
Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:
Batavia. Den 15 dezer is Deal gepasseerd de Nederlandse oorlogscorvet EENDRAGT, kapitein Schroder, van Helvoetsluis naar Surinamen.
Van de Kaap de Goede Hoop is den 5 oktober vertrokken het schip CATHARINA ELIZABETH (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman), van Batavia naar Amsterdam.

1823

AC 270823
Texel, 25 augustus. Heden zijn alhier gearriveerd de schepen TWEE JONKVROUWEN (opm: bunschip), kapt. M.P. v.d. Zee, van Londen, VROUW AFFINA (opm: smak VROUW AFINA), kapt. H.W. Drent, van Rochefort, MARIA ELISABETH (opm: smak), kapt. D. Ouwehand, van Hull, en VROUW GEZINA (opm: smak), kapt. J.H. Mulder, van Noorwegen naar Rotterdam, en is uitgezeild het schip VROUW CATHARINA ELISABETH (opm: fregat), kapt. J. Ingerman, naar Batavia.

1824

BC 310124
Te Batavia zijn onder meer aangekomen: Den 29 januari het schip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. Jan Ingerman, van Amsterdam den 26 augustus 1823, met 5 passagiers
BC 260624
Den 24 januari is te Batavia gearriveerd het schip (opm: fregat) VRIENDSCHAP, kapt. J. Cremer, den 16 februari van Amsterdam vertrokken, en den 20 dito vertrok de VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. J. Ingerman, naar Amsterdam.
AC 031124
Texel, 1 november. Binnengekomen VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, van Batavia; LOUSIA AGATHA, kapt. H. Breekling, van Suriname met verlies van ankers en touwen; SARA ELISABETH, kapt. J. Kruibergen, van Dordrecht, als bijlegger door tegenwind, bestemd naar St. Ubes; NEERLANDS KROONPRINSES, kapt. J.P. Jelsma, van Londen.

1825

Op 22-07-1825 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt Jan Ingerman

AC 240825
Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd:
Den 15 augustus de VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, van Amsterdam
AC 260925
Texel, 24 september. Binnengekomen: DAGERAAD, kapt. R.C. Stada, L' AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr. en MARGARETHA JOHANNA, kapt. J.A. Hermans, alle drie van Suriname; HESPERUS, kapt. Madsen, van Demerary; WILLIAM, kapt. J. Ellos, van New York; WABASH, kapt. J. M'Lay, van Baltimore; YSSELSTROOM, kapt. W. de Weerd, van Newcastle; JOHN, kapt. J. Dobie, van Leith; JOHANNA, kapt. J.J. Kiers, van Riga; VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, naar Batavia bestemd, terug uit zee.
AC 300925
Texel, 28 september. Binnengekomen: ELISABETH CORNELIA, kapt. Paul H. Bos, van Suriname.Uitgezeild: Zr.Ms. oorlogsfregat BELLONA, kapt. Dibbets; aan boord hebbende Zr.Ms. commissaris generaal voor Nederlands Indië en deszelfs gevolg, naar Batavia; SNELHEID, kapt. E. Clausen en ANNA MARIA, kapt. J. Rinses, beide naar Curaçao; PHOENIX, kapt. D.T. Visser, naar Havannah; PIETERTJE STAPERT, kapt. J.R. Hottinga, naar Cette; JONGE JAN, kapt. H.S. van der Zee, naar Marseille; VROUW JANTJE, kapt. A.G. Jonkhoff, naar Rochefort; DANAB, kapt. J. Roose en EDWARD, kapt. E. Rice, naar Londen; MINERVA, kapt. D. Dirks, naar Yarmouth; TWEE GEBROEDERS, kapt. S.J. Brouwer, naar Chester; DELIGHT, kapt. M. Willingham, naar Wells; BUITENWERF, kapt. J.E. Just, naar Liverpool; de LIEFDE, kapt. S. Kroon, naar Hull; GEORG, kapt. J.B. Erboe, naar Portsgrand (opm: Portgränd, Trelleborg); JAGE, kapt. R. Thomson, naar Rye; ENIGHEDEN, kapt. E. Lorentsen, naar Drammen; VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. J. Ingerman, is mede onder zeil geweest, doch door stilte terug gekomen.
RC 111025
Amsterdam, 9 oktober. Kapt. Van Veen, heeft den 2 dezer, bij het eiland Wight, gepraaid kapt. J. Ingerman, voerende het schip KATARINA ELIZABET (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), van Amsterdam naar Batavia, en den 7 dito, op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) gezien een driemast schip en een kof, beide voerende de rode vlag, de eerste met No. 69 en de laatste met No. 57.

1826

BC 120426
Alhier ter rede (opm: Batavia) is gearriveerd den 9 april het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. Jan Ingerman, vertrokken met twee passagiers van Amsterdam den 27 september (1825), en is van hier vertrokken op den 9 april het schip JORINA, kapt. P.H. Kock met bestemming naar Bantjer. (opm: waarschijnlijk het met schade verkochte schip JORINA, zie BC 110326)
RC 060726
Amsterdam, 4 juli. Scheepvaartberichten:
- Het schip DE VROUW KATHARINA ELIZABET (opm: fregat VROUW CATHARINA ELISABETH), kapt. J. Ingerman, van Amsterdam naar Batavia, is, volgens brief van Batavia van den 25 februari, op de kust van Brazilië in goede staat gepraaid door kapt. J.H. Peter, voerende het schip DE BARON VAN DER CAPELLEN, van Rotterdam, te Batavia aangekomen.

1827

Op 05-09-1827 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Dirk Boes Lutjens

RC 290927
Advertentie. Van Amsterdam naar Batavia zal omtrent de 25e oktober aanstaande worden geëxpedieerd het nieuw gekoperd snelzeilend fregatschip DE VROUW CATHARINA ELISABETH, gevoerd door kapt. Dirk Boes Lutjens. Passagiers voor Java worden uitgenodigd van deze gelegenheid gebruik te maken, als zijnde dit schip daartoe bijzonder ruim en tot gemak ingericht; zullende met hetzelve geen militairen vertrekken. Iemand hiertoe genegen zijnde  of wensende goederen met hetzelve te verschepen, gelieve zich te adresseren aan de cargadoors Coopman en De Wit en Lenartz, Hoijman en Schuurman, van Olivier en comp., of De Vries en comp., te Amsterdam.

1828

RC 080128
Amsterdam, 6 januari. Volgens brief van kapt. Bax, voerende het brikschip DIANA, van Amsterdam naar Berbice, in dato 29 december laatstleden, was hij die dag in goede staat met N.N.W. flauwe koelte zeilende in het Kanaal, hebbende Dungeness N.N.O. naar gissing twee en een halve mijl van zich; genoemde kapitein rapporteert, de 25e dito in goede staat gezien te hebben, op 53 graden 6 min. noorderbreedte en 3 gr. 11 min. lengte beoosten Greenwich, de schepen DE NEDERLANDEN, kapt. C. Hofker, mede naar Berbice en DE VROUW KATARINA ELISABETH, kapt. D.B. Lutjens, naar Batavia gedestineerd.
RC 140228
Amsterdam, 12 februari. De schepen ATLANTA, kapt. W. Zuidhoff, van Suriname naar Amsterdam; CATARINA, kapt. H.H. Duintjer, van Amsterdam naar Rouaan en DE VROUW NEELTJE, kapt. J. van Gelderen, van Vlaardingen naar Lissabon, alle te Ramsgate binnen, waren de 3e dezer aldaar nog liggende, het eerste onder reparatie. Ook lag destijds aldaar nog in het dok het schip ANNA MARIA, kapt. W. Poort, van Delftshaven naar Cette. Kapitein J.J. Stijntjes, voerende het schip DE JONGE HENDRIK, van Antwerpen naar Marseille, te Plymouth binnen, meldt van daar, in dato 2e dezer, dat zijn schade hersteld was en hij met de eerste gunstige gelegenheid de reis zou vervolgen.Het schip DE VROUW KATARINA ELIZABETH, kapt. D.B. Lutjens, van Amsterdam naar Batavia, te Falmouth binnen, heeft de 2e dezer de reis voortgezet.
JC 010728
Te Batavia gearriveerde schepen: Den 28. juni de brik NEDERLANDER, kapt. H. Batten, van Samarang den 25. juni met twee passagiers en Zr.Ms. troepen en het schip VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. D.B. Lutjens, van Amsterdam den 23. december met twee passagiers.
AH 131228
Carga-lijsten. Amsterdam, 12 december. CATHARINA ELISABETH, kapt. D.B. Lutjens, van Batavia; MAGDALENA, kapt. H.R. Lutje, van Bordeaux.
AH 131228
Amsterdam, 11 december. Kapt. D.B. Lutjens, eergister van Batavia te Texel binnengekomen, heeft brieven van daar tot 3 augustus meegebracht. Tot op die dag was te Batavia nog niets bekend van het ongeluk dat volgens de Lloyds lijst van de 2e dezer aan het schip CORNELIS HOUTMAN zou zijn overgekomen. Dat bericht schijnt overigens nog nadere bevestiging te vereisen en er zijn zelfs redenen om het in twijfel te trekken. Kapt. Waldeck, voerende het schip FLORENTINA, onlangs te Antwerpen binnengekomen, is enige dagen later dan kapt. Lutjens van Batavia vertrokken. Beide kapiteins hebben elkander op St. Helena weer ontmoet. Kapt. Lutjens vroeg de kapt. Waldeck of er sedert zijn vertrek te Batavia iets bijzonders bekend was geworden, waarop deze laatste hem antwoordde dat hij hoegenaamd niets vernomen had. Niettemin zou het juist kapt. Waldeck zijn, die in Engeland het gerucht van het vergaan van het schip CORNELIS HOUTMAN verspreid heeft en door wiens rapport die tijding in de Lloyds lijst gekomen moet zijn.
DC 131228
’s Gravenhage, 11 december. Men heeft alhier berichten ontvangen uit Batavia, gaande tot den 2 augustus. Dezelve zijn aangebracht met de CATHARINA ELISABETH, kapt. Lutjens, en behelzen het verslag van enige schermutselingen, welke tussen de Nederlandse macht en de muitelingen hebben plaats gehad, en waarin de eerste steeds de overhand hebben gehouden.

1829

Op 04-09-1829 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Dirk Boes Lutjens

OHC 201029
te Cowes D. B. Lutjens van Amsterdam naar Padang, met verlies van een touw.
RC 221029
Amsterdam, 20 oktober. Kapt. D.B. Lutjens, voerende het schip DE VROUW KAT. ELIZABET (opm: de VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D. Boes Lutjens), van Amsterdam naar Padang, meldt van Cowes van de 12e oktober, dat hij de vorige dag aldaar was binnengelopen, hebbende een anker en touw gekapt en een ander anker gebogen en waarschijnlijk gebroken. Voorts meldt kapt. Lutjens dat hij in de Noordzee ontmoet had een roerloze Amerikaansche brik, van welke noodschoten en seinen om hulp gedaan werden, die hij echter niet in staat was te verlenen.

1830

OHC 281030
te St. Helena D. B. Lutjens van Padang naar Amsterdam
OHC 041130
Amsterdam den 2 den November. Den 1 sten dezer zijn in Texel binnen gekomen de schepen Catharina Elisabeth, kapt. D. B. Lutjens van Padang
AH 031130
Carga-lijsten. Amsterdam, 2 november. DE VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D. Boes Lutjens, van Padang; DE VERWISSELING, kapt. C. van der Drift, van Villa Nova.

1831

Geen scheepvaart berichten gevonden

1832

AH 120332
Advertentie - Schepen in lading te Amsterdam: - Naar Batavia. Het gekoperde tweedeks fregatschip DE VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. Dirk Boes Lutjens, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.

Op 03-04-1832 wordt voor de VROUW CATHARINA ELISABETH door A.L. Harpen & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Dirk Boes Lutjens

AH 170532
Texel, 16 mei. Vertrokken: VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D.B. Lutjens, naar Batavia

1833

AH 050233
St. Helena, 8 december. Alhier zijn gearriveerd de 27e november. DE JONGE ADRIANA, kapt. H. Bruhn, van Batavia, bestemd naar Rotterdam, en de 7e december DE VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D. Boes Lutjens, van Batavia, bestemd naar Amsterdam; dezelve heeft de volgende dag de reis voortgezet.
AH 090233
Men meldt uit Deal, dd. 4 februari, dat het schip DE VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. D. Does Lutjens, van Batavia naar Amsterdam bestemd, door het Engels oorlogsfregat CONWAY de 1e februari in de Noordzee genomen is.
RC 160233
Rotterdam, 15 februari. Uittreksel uit de Lloydslijst van 12 februari.
De PAULINE, kapt. Hofman, van Demerary naar Middelburg, te Ramsgate opgezonden, is lek en heeft veel geleden. De lading is beschadigd en een gedeelte daarvan is opgepompt.
Te Margate is opgezonden de VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. Lutjens, van Batavia.
AH 260233
De 19e februari is het schip DE VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D. Boes Lutjens, te Chatham gearriveerd.
JC 300533
Uit een ontvangen lijst der schepen, welke tussen de 6 tot en met de 30 december l.l. St, Helena hebben aangedaan, blijkt, dat aldaar de 6 dier maand is aangekomen het Nederlands schip VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. D.B. Lutjens, van Batavia, hetwelk de volgende dag de reis naar Amsterdam had voortgezet.
AH 050633
Scheepstijdingen. Binnengekomen:
Texel, 3 juni. VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. B. Lutjens, van Batavia, l. v. Chatham; VROUW HELENA, kapt. J.O. Timmen, van Carolinensiel.
AH 050633
Carga-lijsten Amsterdam: DE VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. D. Boes Lutjens van Batavia
JC 080633
Batavia, 7 juni. Het blijkt, dat de van Batavia vertrokken brik ONDERNEMING, kapt. Engels, die, zoals wij vroeger meldden, te Ramsgate was opgebracht, de 11 januari te Texel is binnen gekomen, en dat het schip de KONINGIN DER NEDERLANDEN, van hier vertrokken met een aanzienlijke lading ter factuurwaarde van NLG 235.000, aan de waakzaamheid der Engelsen ontsnapt en behouden te Dordrecht is aangekomen. Daarentegen is de VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. D.B. Lutjens, door het Engelse oorlogsschip CONWAY aangehouden. Van de equipage waren 7 man opgebracht, doch van het opbrengen van het schip zelf hebben wij nog geen berichten.
JC 030733
Voor zo ver wij voorlopig hebben kunnen bespeuren, zijn in de uit Nederland ontvangen berichten tot 16 maart weinig bijzonderheden omtrent de stand van zaken der Belgische kwestie vervat. Niettegenstaande de voortdurende maatregel van het embargo hadden evenwel de Nederlandse schepen VEREENIGING, kapt. Herman, van Batavia naar Amsterdam, en SNELHEID, van Smirna, in Texel weten binnen te komen. De JONGE ADRIANA, kapt. W. Schaap, van Batavia naar Rotterdam, was te New York binnen gelopen. Het schip VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. D.B. Lutjens, hetwelk wij vroeger meldden dat door het Engelse oorlogsschip CONWAY was aangehouden, is naar luid der Lloyd’s lijst van de 22e februari l.l. te Chatham opgebracht.

1834

AH 030434
Advertentie. Johannes Boelen, makelaar, zal, op maandag de 21e april 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y, verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd Nederlands barkschip, genaamd: DE VROUW CATHARINA ELISABETH, gevoerd door kapt. D.B. Lutjens, volgens Nederlandse meetbrief lang 27 ellen 48 duimen, wijd 5 ellen 62 duimen, hol 4 ellen 71 duimen en alzo gemeten op 323 tonnen of 171 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemd makelaar. (opm: de bark wordt verkocht en blijft onder dezelfde naam onder Nederlandse vlag in de vaart)
AH 160434
Advertentie. Johannes Boelen, makelaar, zal, op maandag de 21e april 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads-Herberg aan het Y, verkopen: een extra ordinair welbezeild gekoperd Nederlands barkschip, genaamd: DE VROUW CATHARINA ELISABETH, gevoerd door kapt. D.B. Lutjens, volgens Nederlandse meetbrief lang 27 ellen 48 duimen, wijd 5 ellen 62 duimen, hol 4 ellen 71 duimen en alzo gemeten op 323 tonnen of 171 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaar.
AH 230434
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 21 april 1834:
-    Het gekoperd barkschip DE VROUW CATHARINA ELISABETH, kapt. Dirk Boes Lutjens. NLG 15.400, in slag NLG 2.600. H.I. Rietvelt. (opm: een makelaar) (opm: schip blijft onder NL vlag en wordt herdoopt in CATHARINA)
 

Op 27-05-1834 wordt voor de CATHARINA door J & T van Marselis uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. K.M. Hillers

AH 140534
Advertentie. Schepen in lading. Naar Nederlandse koloniën:Suriname. Het gekoperd barkschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 050634
Binnengekomen:Texel, 3 juni Uitgezeild: Texel, 3 juni. JONGE BAREND, kapt. R.R. van Wyk en CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, beide naar Suriname
AH 170634
Scheepstijdingen. Op de hoogte van Dartmouth was 11 juni, de CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam naar Suriname.
NSC 290734
Paramaribo, 28 juli. Gisteren zijn alhier aangekomen, beide van Amsterdam, de schepen HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, en CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, met een passagier.
NSC 050934
Paramaribo, 4 september. Alhier zijn uitgezeild:de 27e augustus het schip de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. J.A. de Lang, naar Amsterdam met vier passagiers, 88 vaten en 2.225 balen hele koffie, 8 vaten en 300 balen gebroken koffie, 37 balen schone katoen, 12 balen vuile katoen en 20 balen cacao. de 28e augustus het schip CATHARINA, kapt K.M. Hillers, naar Amsterdam met een passagier, 471 vaten suiker en 60 balen schone katoen.
AH 161034
Scheepstijdingen: Kapt. J.J. Bart, voerende de WILHELMINA EN MARIA, 31 augustus van Suriname vertrokken en 14 oktober in Texel binnen, rapporteert dat 6 dagen, vóór hem gezeild was, de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wyk, naar Amsterdam bestemd, welke schip hij 6 september op 18º breedte 56º lengte, alles wel aan boord zijnde, gepraaid heeft, verder rapporteert gen. kapt., dat gelijk met hem waren vertrokken, de LEONIDAS, kapt. B.M. Corbiere, de CATHARINA, kapt. K.M. Hillers en een dag vóór hem DE SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. J.A. de Lang, alle drie naar Amsterdam en de 27e dito het schip DE HOOP, kapt. L. Teunis (opm: kapt. Lourens Teunis Kerkstra), naar Middelburg; wijders dat de WILHELMINA FREDERIKA, kapt. J.A. Boeman en de HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, 14 dagen na hem, naar Amsterdam en Middelburg zouden zeilen.
AH 041134
Carga-lijsten Amsterdam: CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname met suiker en katoen.
AH 041134
Texel, 1 november. Binnengekomen: CATHARINA, kapt. H.M. Hillers, van Suriname
AH 151134
Advertentie. Schepen in lading. Naar Nederlandse koloniën:Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.

Op 03-12-1834 wordt voor de CATHARINA door J & T van Marselis uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. K.M. Hillers

AH 181234
Binnengekomen: Vlie, 15 december. FENNEGINA, kapt. H.J. Puister, van Nakskov.
Uitgezeild: Texel, 16 december. CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, naar Suriname; HOOP IN VERWACHTING, kapt. J. Haasnoot, naar Lissabon.

1835

AH 190335
Suriname, 19 januari. SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam in 36 dagen. 21 januari. MARIA ANNA, kapt. J.R. Brons, AGATHA, kapt. K.L. Spijkman en STANT FRIEZ, kapt. S.C. de Vries, van Amsterdam. 24 januari. CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam.
AH 200635
Op de hoogte van Portsmouth van 10 juni, het schip DE STAD AMSTERDAM, kapt. L. Spengler, van Amsterdam naar Batavia, en 11 juni op de hoogte van Portland, de CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname naar Amsterdam.
AH 220635
Binnengekomen: Texel, 19 juni. CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname
AH 230635
Carga-lijsten Amsterdam: IJSTROOM, kapt. A.T. Oosterloo, van Batavia met koffie, suiker, foelie, nagelen en bindrottingen; ZEEPAARD, kapt. E.J. Drent, van Batavia met koffie, suiker en huiden; CATHARINA, kapt. K.M. Hillers van Suriname met suiker en katoen
AH 030735
Advertentie. Schepen in lading.Naar Nederlandse koloniën: Suriname. het gekoperd tweedeks fregatschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 150735
Advertentie. Schepen in lading. Suriname. het gekoperd tweedeks barkschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam.  Adres bij Hoyman en Schuurman.

1836

RC 070136
Rotterdam, 6 januari. Van Suriname zou de 6e november vertrekken het schip THE REGENT, kapt. A. Allan, naar Rotterdam; de 15e dito het schip SURINAME, kapt. R. van der Mey en de 25e dito het schip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, beide naar Amsterdam. Voorts lagen de 6e dito aldaar nog in lading de schepen ELIZABETH, kapt. J.H. Brandt, LEONIDAS, kapt. C.M. Corbière; JEANNETTE, kapt. J. Bodeman Hz., REMKE, kapt. J.J. Oltmans en CATARINA, kapt. K.M. Hillers, alle vijf mede naar Amsterdam.
AH 120236
Binnengekomen:Texel, 10 februari. CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname.
AH 120236
Carga-lijsten Amsterdam: CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname met suiker en katoen
AH 110336
Naar Nederlandse koloniën: Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip CATHARINA, kapt. Klaas M. Hillers, van Amsterdam.
Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 180436
Uitgezeild: Texel, 15 april. JOHANNA, kapt. R. Maalsteed, EMANUEL, kapt. J. Flemming en HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. W.H. Buykes, alle drie naar Batavia; WILHELMINA GEZIENA, kapt. L.N. Baas, naar Rio de Janeiro; CATHARINA, kapt. K.H. Hillers, naar Suriname
PGC 060536
Rotterdam, 4 mei. Kapt. H.J. Mulder, van Stettin naar Rouen, te Havre aangekomen, heeft de 18e april op de hoogte van Douvres gepraaid het schip CATHARINA, kapt. Hendriks, van Rotterdam naar Batavia (waarschijnlijk het schip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, met troepen van Amsterdam naar Suriname). Aan boord was alles wel.
AH 070936
Binnengekomen:Texel, 5 september. CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname
AH 070936
Carga-lijsten Amsterdam: CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname met suiker, katoen en cacao
RC 130936
Rotterdam, 12 september. Kapt. K.M. Hillers, van Suriname in Texel binnen, rapporteert dat de 27e juli bij zijn vertrek van Suriname aldaar arriveerde het schip HILLEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks, van Amsterdam.

Op 14-10-1836 wordt voor de CATHARINA door J & T van Marselis uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. K.M. Hillers

AH 141036
Advertentie. Naar New-York, zal tegen het laatst der maand oktober van Amsterdam vertrekken: het snelzeilend gekoperd barkschip CATHARINA, kapt. R.M. Hillers. Diegenen welke als passagiers van de bijzonder welingerichte kajuit gebruik wensen te maken, gelieven zich te adresseren bij de cargadoors Hoyman en Schuurman, te Amsterdam.
AH 311236
Uitgezeild:Texel, 29 december. CLAUDIUS CIVILIS, kapt. W. Groen, naar Batavia; HILLEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks, NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruyl, DE BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. C. van der Drift, HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal, WEST-INDIË, kapt. J.J. Boon; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen, PHOENIX, kapt. J.C. Töpper en JEANNETTE, kapt. T. Bodeman Hzn., alle acht naar Suriname; CATHARINA EN JOHANNA, kapt. P.S. Matzen, naar Demerary; HAVANA PACKET, kapt. J. Visser, naar Havana; MARIA, kapt. J.J. Remkes en CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, beide naar New-York.

1837

RC 191237
Rotterdam, 18 december. Het schip (opm: bark) CATARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam naar Suriname, was den 10 dezer op de hoogte van Hastings; aan boord was alles wel.

1838

ZP 260338 – 37
Scheepsaandelen ter verkoop op maandag 2 april in de Nieuwe Stads Herberg te Amsterdam:
-  1/16e Part in het gekoperd brikschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers.
ZP 030438 – 44
Verkoping van scheepsaandelen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg op maandag 2 april:
-  1/16e Part in het gekoperd brikschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers: NLG 1075, koper H.I. Rietvelt.
(opm: H.I. Rietvelt was makelaar, waarschijnlijk gekocht voor zijn lastgever)

Op 16-10-1838 wordt voor de CATHARINA door J & T van Marselis uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. K.M. Hillers

1839

ZP 130339
De 23ste januari waren te Suriname bezig met laden voor Amsterdam de schepen: HARMONIE, kapt. Spreeuw, om de 25e januari te vertrekken, SUSANNA MARIA, kapt. Spiegelberg, om de 5e februari te vertrekken, CATHARINA, kapt. Hillers, PHOENIX, kapt. Kaijser, DINA MARIA, kapt. Wriburg en CONCORDIA, kapt. De Witt, alle vier om 15/20 dito te vertrekken
ZP 220439 – 371
Gearriveerd te Amsterdam de 20e april: H.C. Wrieburg qq, DINA MARIA, van Suriname met koffij en katoen. K.M. Hillers, CATHARINA, dito met suiker en katoen.
ZP 010539
Schepen in lading naar: Suriname:het gekoperd barkschip CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Amsterdam (Oosterdok).
Adres bij Hoyman & Schuurman.

1840

PGC 201040
Het schip CATHARINA, kapt. Hillers, van Amsterdam naar Suriname, was den 7den, en JULIA, kapt. Hilbrands, van Amsterdam naar Suriname, den 9 oktober op de hoogte van Wight.

1841

AH 080341
Carga-lijsten Amsterdam: SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen, van Suriname met suiker en koffie; DRIE GEBROEDERS, kapt. S.Y. Parma, van Suriname met suiker, katoen en koffie; CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, van Suriname met rum, suiker, koffie en katoen; HUBERT CORNELIS, kapt. A. Hendriks, van Bayonne met terp. olie, harst, azijnstokken en palmhout; GOEDE HOOP, kapt. M.J. de Jonge, van Bordeaux met wijn, pruimen en anijszaad; EMANCE, kapt. A.Klein, van Bordeaux met wijn; IDA CATHARINA, kapt. J.V. Veenhorst, van Bordeaux met wijn; BORDEAUX, kapt. G. Wortelboer, van Bordeaux met wijn, brandewijn en voorloop.

(opm: het fregat CATHARINA, kapt. K.M. Hillers, in 1810 als prijsschip aangekocht, werd na deze reis verkocht voor de sloop; de zeebrief werd op 6 november 1841 geroyeerd onder vermelding ‘schip gesloopt’)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Nationaal Archief – Den Haag Archiefnummer 2.01.21 – 877c - 402

USB-stick foto IMG 8943-8946
REDERIJ - CEDULE

Naam schip JUNO

plaats en datum acte Maassluis, 06-06-1810

type schip Fregat schip

bouwwerf/verkoper Amsterdam

gevoerd door kapt. Cornelis Kooter

eigenaar/koper Mannekus. Beijen en Steur, Maassluis

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 140 rogge/ 106 gemeten lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Maassluis, 04-06-1810

nummer registratie Koopbrief fol: 216

notaris/bestuur

prijs

Bijzonderheden: De eed




researcher/datum research: EJ / 30-12-2013

Naam JUNO
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1810
Toegang 2.01.21
Inventaris 877B

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7154-1817-121
DVD 6 – VIII – 107-110
__________________________________________________
Acte koop/verkoop
Naam schip: JUNO, door koper genaamd de VROUW CATHARINA ELISABETH

Plaats en datum acte Rotterdam, 7 november 1817

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Leendert Steur Jr., van de firma Mannekus, Beijers & Steur, kooplieden te Maassluis

Gevoerd door kapt. B.J. Martens

Eigenaar / aankoper A.L. van Harpen & Zoon, kooplieden te Amsterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang over stevens 100 voet, wijd bij eerste balk voor grootluik binnen zijn huid 27 voet 8 duim, hol in het ruim bij eerste balk voor het grootluik hoog aan boord 6½ voet (opm: de klerk heeft een stuk zin vergeten:; moet zijn hol….op zijn uitwatering ….voet, het verdek hoog aan boord 6½ voet), alles Amsterdamse maat.
Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 7 november 1817

Nummer van registratie deel 7, folio 156, recto, case 1

Notaris Mr. Adam Schadée, notaris te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 30.000,-

Bijzonderheden: de firma Mannekus, Beijers & Steur hadden het schip gekocht van de vendumeester der convoyen en liccenciën op publieke veiling te Amsterdam op 7 maart 1810, geregistreerd voor notaris Mr. Johannes Commelin op 14 maart 1810 (opm.: dus een prijsschip)
Bijgevoegd eigendoms-verklaring in dato Amsterdam, 10 november 1817, waarbij A.L. van Harpen voor zijn firma A.L. van Harpen & Zoon verklaart enig eigenaar van het schip te zijn.



Researcher/datum research ML/110907

Naam JUNO
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1817
Toegang 5181
Inventaris 7154
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.121

foto ii – 020, 021
CEDULE

Naam schip VROUW CATHARINA ELISABETH, bevorens genaamd geweest JUNO

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 29 oktober 1819

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma A.L. van Harpen & Zoon (waarvoor tekenen Adrianus Lodewijk van Harpen, en Arend Krook van Harpen), Amsterdam, enig eigenaren.

te voeren door kapt. Jan Ingerman

grootte in tonnen 176 lasten of 352 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd in Amerika

plaats / datum registratie Amsterdam, 29 oktober 1819

nummer registratie deel 1, folio 31, verso, vak 1

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopacte
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 16209.

ML: nieuwe zeebrief 12 november 1817



researcher/datum research: ML / 260214

Naam VROUW CATHARINA ELISABETH
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1413
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1819-121

BIJLBRIEF schip genaamd geweest JUNO

plaats en datum acte aan-/verkoop, 7 november 1817

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Mannekes, Beijer & Steur, huis van negotie te Maassluis

eigenaar/aankoper A.L. van Harpen & Zoon

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Mr. Adam Schadee, Rotterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 30.000

bijzonderheden








researcher/datum research ML-151105

Naam JUNO
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1418.1834.20

deel VII, foto I-006, 007
CEDULE

Naam schip CATHARINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 22 mei 1834

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper eigendom geweest van firma L. van Harpen & Zoon, Amsterdam

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Klaas Menen Hillers, mede-eigenaar

grootte in tonnen 171 lasten of 323 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 23 mei 1834

nummer registratie deel 29, folio 213, recto, vak 3

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; de vorige, thans ingetrokken zeebrief was onder nummer 200 uitgegeven op 3 april 1832. Het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.

researcher/datum research: ML / 240915


bijlage bij acte 20 van 1834, schip CATHARINA
eigenaren per medio mei 1834:

firma J. & Th. van Marselis, Amsterdam boekhouders en 1/16e part)
Klaas Menen Hillers, Amsterdam (schipper en 1/16e part)
S.B. Sichel, Utrecht (5/16e part)
Mevr. M.A. Tuyl van Serooskerken, geboren Hartsinck, Utrecht (3/16e part)
P. van Marselis Hartsinck, Amsterdam (1/16e part)
J.G. van der Meulen, Amsterdam (1/16e part)
Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam (1/16e part)
J. Meynadier, Amsterdam (1/16e part)
B. Bartell, Amsterdam (1/16e part)
A.C.J. van Eelde, Amsterdam (1/16e part)

ML / 240915

Naam CATHARINA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1834
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1834 – no. 20

KOOPBRIEF de Vrouw Catharina Elisabeth

plaats en datum acte 21 april 1834

type schip barkschip

kapitein D.B. Lutjens

verkoper Firma van A.L. van Harpen en zoonen, kooplieden te
Amsterdam

koper Hermanus Izaak Rietveld, makelaar, namens
Hendrik van Marselis Hartsinck, koopman te
Amsterdam, één van de chefs van het huis van negotie

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris Theodore Marinus de Man, Amsterdam

prijs ƒ 18000

bijzonderheden het schip is gekoperd.
verkoop bij publieke veiling

Naam VROUW CATHARINA ELISABETH (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1834
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1810
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Nationaal Archief Den Haag, diverse zeebrieven
Archiefnummer 2.01.21 – 877c - 402
GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
Ams.5081. 7154.1817.121
Ams 5074.1413.1819.121
Ams 5074 .1420 .1834 . no. 20
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
KCO = Koninklijke Courant
LCO = Leidsche Courant
NSC = Nederlandse Staatscourant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciaal Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
VC = Vlaardingsche Courant
ZP = Zeepost