1810
Op 18 mei 1810 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door Petrus Brunger, Workum, voor Jouke Teunis van Dijk als kapitein.
1814
Op 10 augustus 1814 werd een nieuw zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door Petrus Brunger, Workum, voor Jouke Teunis van Dijk als kapitein.
1816
RC 020416
Zeetijdingen. Het uit Texel gezeild schip FREDERICA, naar Lissabon, is niet gevoerd door B. Jansen, maar door Johannes Barends.
1817
Op 21 maart 1817 werd een Turkse Pas verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door Petrus Brunger, Workum, voor Joh. Barends als kapitein.
1819
Op 17 februari 1819 werd een Turkse Pas verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door Pokjen Doana wed. Petrus Brunger, Workum, voor Joh. Barends als kapitein.
Op 8 september 1819 werd een Turkse Pas verstrekt, met bestemming Porto, voor de FREDERICA, aangevraagd door Pokjen Doana wed. Petrus Brunger, Workum, voor Joh. Barends als kapitein.
1820
Op 14 oktober 1820 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door Pokjen Donna wed. Petrus Brunger, Workum, voor Joh. Barends als kapitein.
RC 071220
Amsterdam, 5 december. Kapt. J. Barends, voerende het schip FREDRIKA, van Amsterdam naar Port-à-Port, meldt van Ramsgate, van den 27 november, dat hij, na reeds tot aan de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) geweest te zijn, terug gestormd, en eindelijk uit hoofde van tegenwind en storm te Ramsgate binnengelopen was, doch met de eerste gunstige wind zijn reis zou voortzetten.
1821
RC 270121
Amsterdam, 25 januari. Kapt. J. Barends, voerende het kofschip FREDERICA, van Amsterdam naar Port-à-Port gedestineerd, en laatstelijk den 29 november 1820 van Ramsgate vertrokken, meldt van la Rochelle, in dato den 18 januari, dat hij aldaar die ochtend was binnen gelopen, na zeven weken in zee, en reeds tot voor Viana (opm: Viana do Castelo, Portugal) te zijn geweest, hebbende door zware stormen steng en zeilen verloren en een lek schip bekomen, zo dat hij moest lossen en repareren.
RC 240221
Amsterdam, 22 februari. De lading van het schip FREDERICA, kapt. J. Barends, van Amsterdam naar Port-à-Port, te la Rochelle onder avarij liggende, was volgens brieven van la Rochelle, van den 8 en 11 februari, gelost en in ’s Rijks pakhuizen opgeslagen; de beschadigde goederen zouden den 19 dito publiek verkogt worden; het schip was reeds hersteld en zoude den 12 beginnen om de overige goederen weder in te nemen.
RC 100421
Rotterdam, 9 april. Uittreksel van de Lloyd’s List van den 6 april 1821:
Te Port-à-Port is gearriveerd Barends van Amsterdam; te Lissabon Das van Rotterdam, Siemsen en Dobbelaer van Antwerpen; te St. Ubes (opm: Setubal) De Jong van Dordrecht
1822
Op 4 oktober 1822 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door wed. Petrus Brunger, Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
1823
DC 061123
Brielle, 3 november. Den 4 november. Gisteren na posttijd arriveerden uit zee JONGE GERRIT (opm: tjalk JONGE GEERT), kapt. A.J. Boomgaard, van Christiansand; FREDERIKA (opm: kof FREDRICA), kapt. J. Barends, van Bordeaux; en VROUW AFIENA (opm: smak VROUW AFINA), kapt. H.W. Drent, van Rochefort, de laatste als bijlegger naar Amsterdam.
1824
RC 250324
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar:
Bordeaux: het Nederlands Kofschip MINERVA, kapt. Cornelis Cornelisse Bos.
Elseneur en Stettin: het Nederlands schip OTTO, kapt. Ede Jeppes Carst, om voor den 1 april te vertrekken.
Liverpool: het Nederlands Kofschip FREDERICA, kapt. Jan Barends, om binnen weinige dagen te vertrekken.
Adres ten kantore van Kuyper Van Dam & Smeer
Op 1 oktober 1824 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door wed. Petrus Brunger, Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
RC 111124
Amsterdam, 9 november. Voor de jongste stormen zijn van de rede in de haven van Texel gekomen, en aldaar thans op gunstige wind wachtende, de schepen de VROUW ALIDA, kapt. U.J. Uges, naar Port-à-Port; de JONGE ANNA, kapt. H.J. Dick, en FREDRIKA, kapt. J. Barends, naar Bordeaux; JANTINA, kapt. H.G. Sap, en de JONGE MARGARETA, kapt. H.H. Top, naar Yarmouth; de VROUW MARTHA, kapt. J.K. Vlas, en de DAGERAAD, kapt. J.A. Smit, naar Hull, en IKINA WILHELMINA, kapt. S.J. Vegter, naar Leith.
1825
RC 270125
Amsterdam, 25 januari. Kapt. J. Barends, voerende het schip FREDRIKA, van Amsterdam naar Bordeaux, meldt van Calais, van den 18 januari, dat hij, wegens opkomende storm en tegenwind, aldaar in goede staat binnengelopen is en gereed was om nog die dag zijn reis te vervolgen.
DC 140425
Vlissingen, 9 april. Van den 6 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: DE VROUW IKINA, kapt. G.J. Postema, van Havre-de-Grace met stukgoederen; FREDERICA, kapt. J.G. Barends, van Bordeaux met wijn enz.; GEORGIANNA, kapt. E. Rodd, van Bridport en NEPTUNES (opm: galjoot NEPTHUNUS), kapt. E.J. Dik, van Londen, beide met ballast.
DC 210625
Vlissingen, 14 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en gisteren en heden van onze rede naar zee gezeild: DE JONGE HENDRIK, kapt. P.H. de Groot, naar Arbroath met vlas; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. S.L. Pinksterboer en DE VROUW ANNA, kapt. B.H. Schuring, beide naar Leith met boomschors; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. H.H. Rieke, naar Londen met boomschors; DE JONGE JOHANNA, kapt. G. Segaert, naar Londen met tarwe; FREDERIKA, kapt. J. Barends, naar Hull met vlas.
1826
Op 22 februari 1826 werd de zeebrief van de FREDRICA door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Workum naar Den Haag geretourneerd onder vermelding schip verkocht waarop 28 februari royement volgde.
Op 28 februari 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma, Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
RC 130726
Amsterdam, 11 juli. Scheepvaartberichten:
- Volgens brief van kapt. J. Barends, voerende het schip FREDERICA, van Amsterdam naar Bordeaux, in dato 7 dezer, was hij uit Texel naar zee gezeild.
AC 041026
Texel, 2 oktober. Uitgezeild: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Suriname; Gisteren nog: VROUW FENNEGINA, kapt. G. Detmers, naar Londen. Door de loodsschipper J.G. Duijnker, is den 29 september op de hoogte van Texel in goede staat gepraaid: FREDERICA kapt. J. Barends, van Bordeaux naar Emden.
DC 251126
Hellevoetsluis, 22 november. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: CHRISTINA CORNELIA, kapt. J. Noord van Tremblade; ZEEMANS HOOP, kapt. W.C. Smith en FREDERICA, kapt. J. Barends, beide van Emden.
De wind NO.
1827
DC 070827
Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen FREDERIKA, kapt. J. Barends van Lübeck, en de EENDRAGT, kapt. Bartelo P. de Vries van Kopenhagen, beiden met teer.
1828
AH 190128
Advertentie. Te Amsterdam liggen in lading:
Naar Rochelle, FREDERIKA, kapt. J. Barends.
Naar Duinkerken, DE LIEFDE, kapt. S. Koorn.
Naar Hull, MARIA ELISABETH, kapt. D. Ouwehand; DE VIJF VRIENDEN, kapt. W. Stickfort.
Op 3 maart 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma, Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
AH 310528
Cargalijsten. Amsterdam, 29 mei. FREDERIK WILHELM, kapt. J.F.G. Schuit en VROUW GEZINA, kapt. H. Seeden, van Koningsbergen; VROUW GEERTRUIDA, kapt. H.A. Bekkering, van Dantzig; HANNIBAL, kapt. C.A. Sprenger, van Stettin; VROUW ALIDA, kapt. H. Roelofs, van Leer; VERWISSELING, kapt. C. van der Dreft, van Lissabon; VRIENDSCHAP, kapt. W.M. Swart, van Bayonne; FREDERICA, kapt. J. Barends, van Bordeaux;
1829
AH 040329
In lading liggende schepen te Amsterdam, naar de volgende plaatsen, woensdag 4 maart 1829:
La Rochelle: FREDERIKA, kapt. J. Barends, adres bij Jan Corver & Co.
La Rochelle: de VROUW JANTINA, kapt. Jan Okkes Kuiper.
Adres bij J. van Ulphen.
AH 211129
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam naar de volgende plaatsen:
Rochefort en La Rochelle. De Nederlandse kof FREDERIKA, kapt. J. Barends. Adres bij Jan Corver & Co. Vertrekt vóór of op 24 november.
1830
RC 260130
Amsterdam, 24 januari. De negen schepen, zijnde DE LOUISE EN AGATHA, kapt. H. Mulder, naar Lima; WILLEM ERNST, kapt. J.G. Veening, naar Batavia; DE JONGE LODEWYK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes en WILHELMINA EN MARIA, kapt. J.J. Bart, naar Suriname; MARIA EN JACOBA, kapt. S. van Duyn, naar St. Thomas en Curaçao; DIANA, kapt. H. Wente en DE WELVAART, kapt. C. Koert, naar de Berbice; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, naar Bordeaux en de FREDERIcA, kapt. J. Barends, naar Rochefort, voor rekening van welker rederijen en inladers de uitijzing van het groot Noord-Hollandsch kanaal is ondernomen geworden, zijn gisteren voor de sluis van het Nieuwe Diep gekomen; doch de menigte drijfijs, welke van de Texelse wal over de rede drijft, heeft het Nieuwe Diep daarmede voor het ogenblik zodanig vervuld, dat de kapiteins het verkieslijk hebben geoordeeld, de ontruiming daarvan met een verandering van windstreek af te wachten, alvorens door te schutten.
AH 300130
Rotterdam, 29 januari. Gaven wij in ons nummer van 9 januari een breedvoerig verslag van de verbazende werkzaamheid, waarmede onder schier onoverkomelijk schijnende moeilijkheden, de doorijzing van het Groot Noord-Hollandsche Kanaal werd voortgezet, thans mogen wij ons verblijden met de gelegenheid, om het volkomen gelukken van die grote onderneming te kunnen vermelden. Reeds de 23e dezer, lagen de negen schepen vóór de sluis van het Nieuwe-Diep, gereed om zee te kiezen, had niet de menigte van drijfijs nog voor het ogenblik verkieslijk doen achten, om alvorens dóór te schutten, een verandering van windstreek af te wachten. Dan j.l. woensdag 27e dezer zijn zij werkelijk uitgezeild, uitgezonderd één, welks kapitein, uit hoofde van bijzondere handelsomstandigheden, tegen- bevel had bekomen. Dit was de FREDERICA, kapt. J. Barends, bestemd naar Rochefort. De acht overige schepen, die thans, in weerwil van alle dwangbeletsel van het ongure jaargetijde, naar derzelver onderscheidene bestemmingen stevenen en daar de voor gene hindernissen zwichtende moed en de volhardende ijver van Amstels-handelaren zullen verkondigen, zijn:
DE LOUISE EN AGATHA, |
kapt. H. Mulder, |
naar Lima. |
WILLEM ERNST, |
kapt. J.G. Veening, |
naar Batavia. |
DE JONGE LODEWIJK ANTONIE, |
kapt. R. Tjebbes, |
naar Suriname. |
WILHELMINA EN MARIA, |
kapt. J.J. Bart, |
naar Suriname. |
MARIA EN JACOBA, |
kapt. S. van Duijn, |
naar St. Thomas en Curaçao. |
DIANA, |
kapt. H. Wente, |
naar de Berbice. |
DE WELVAART, |
kapt. C. Koert, |
naar de Berbice. |
DE TWEE GEBROEDERS, |
kapt. H.J. Klein, |
naar Bordeaux. |
De onderneming der doorijzing van het Groot Noord-Hollandsche Kanaal, is geschied voor rekening van de hiervolgende heren reders en inladers van negen schepen, te weten:
De heer J. van Beeck Vollenhoven, reder en de West-Indische Maatschappij, gevestigd alhier, bevrachter van het schip LOUISA EN AGATHA.
De Nederlandsche Scheepsreederij, gevestigd alhier, reder, en de Nederlandsche Handel Maatschappij, bevrachter van het schip WILLEM ERNST.
De heren L. Bienfait & Zn, reders en diverse inladers voor het schip DE JONGE LODEWIJK ANTONIE.
De heren Insinger & Comp., reders en diverse inladers voor het schip WILHELMINA MARIA.
De heren Buys de Bordes en Jordan, reders, voor diverse inladers van het schip MARIA EN JACOBA.
De heren S.A. Westerloo & Comp., reders, voor diverse inladers van het schip DIANA.
De heer L. Schumacher, reder, voor diverse inladers van het schip WELVAART.
De heren H. & C. v.d. Stadt te Zaandam, reders, voor diverse inladers van het schip DE TWEE GEBROEDERS.
De heer A.L. Potma te Workum, reder, voor diverse inladers van het schip FREDERICA.
AH 150530
Carga-lijsten. Amsterdam, 14 mei. NEDERLAND, kapt. T.K. Kleyn, van Suriname; DIANA, kapt. H. Wente, van Berbice; JULIE, kapt. H.C. Born, van Petersburg; FREDERICA, kapt. J. Barends, van Bayonne;
Op 19 mei 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma, Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
AH 260530
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandsche-Zee, de Levant, enz.
Bordeaux. Het Nederlands kofschip FREDERICA, kapt. J. Barends. Adres bij Jan Corver en Co.
Genua en Livorno. Het Nederland kofschip REMINA, kapt. J. Gerbens Boon. Adres bij Van Olivier & Co; D’Arnaud & Co; Van den Beij & Kroon en Nobel en Holtzapffel.
AH 041230
Amsterdam, 3 december. JOHANNA MARGARETHA, kapt. J.H. de Boer, van Petersburg; CAROLINA, kapt. J. Kroeck, van Pillau; ALBERDINA, kapt. G.G. Veenema, WEMELINA KRANENBORG, kapt. J.J. Prange, GOEDE VERWACHTING, kapt. K.K. de Boer, JOHANNA GEZINA, kapt. P.G. Schuur, GOEDE HOOP, kapt. G.G. Boon, KINDERLIJKE LIEFDE, kapt. W.H. Ketelaar, TWEE GEBROEDERS, kapt. K.H. Sprik; GOEDE VERWACHTING, kapt. W.H. Mulder; VROUW HENDRIKA, kapt. L.K. de Jonge, AMICITIA, kapt. H.J. Benes, ALIDA IKINA, kapt. W.A. de Jonge, GERBERDINA, kapt. H.A. Oldenburger, HENDRIKA, kapt. H.B. Schipper, FREDERICA, kapt. J. Barends, JONGE KAREL, kapt. R.L. Giezen, JONGE CAROLINA, kapt. B.A. Oortjes en VROUW GEZINA, kapt. J.H. Mulder, allen van Koningsbergen.
1831
AH 190231
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Marseille. Het Nederlands kofschip JEREMIAS, kapt. Luitje Sijbes.
Adres bij Jan Daniels en Zonen en Arbman en C. de Grijs en Zn.
Naar La Rochelle. Het Nederlands kofschip FREDERICA, kapt. Johannes Barends.
Adres bij Jan Corver en Co.
AH 310531
Texel, 29 mei. Binnengekomen: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname; FREDERICA, kapt. J. Barends, van Bordeaux; ANNA MARGARETHA, kapt. Niemann, van Riga.
AH 070731
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Bordeaux. Het Nederlandse kofschip BUITENWERF, kapt. Jan E. Gust. Adres bij Van Ulphen en Ruys.
Naar Bordeaux. Het Nederlandse kofschip FREDERICA, kapt. Johannes Barends. Adres bij Jan Corver & Co.
AH 191131
Texel, 17 november. Binnengekomen: FREDERICA, kapt. J. Barends, van Bordeaux; JULIANA, kapt. H. Oortjes, van Londen.
RC 221131
Rotterdam, 21 november. Het schip FREDRIKA, kapt. J. Barends, van Bordeaux in Texel binnen, is met hulp van een loodsschuit in goede staat over de Gronden van de Haaks gebracht, en zou den 18 dezer de reis door het Groot Noord-Hollandsch Kanaal vervolgen.
1832
AH 270332
Texel, 24 maart. Vertrokken: WILLIAM, kapt. W. Nazeby, naar Londen; JOHANNA JACOBA, kapt. C.J. Drent, naar Lissabon; FREDERICA, kapt. J. Barends, naar La Rochelle.
AH 250532
Texel, 23 mei. Binnengekomen: FREDERICA, kapt. J. Barends, van Oleron; FREDERICK, kapt. Roswijk, van Liverpool; VROUW MARGARETHA, kapt. M.L. de Boer, van Londen; MARGARETHA, kapt. R. Braams, van Duinkerken; de laatste drie liggen in quarantaine;
Op 19 juni 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma, Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
AH 050732
Texel, 3 juli. Vertrokken: FREDERIKA, kapt. J. Barends, naar Bordeaux.
AH 140732
Texel, 12 juli. Door de loodsschipper D. Krynen is den 10 juli in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepraaid, het kofschip FREDERICA, kapt. J. Barends, van Medemblik naar Bordeaux gedestineerd.
AH 211132
Texel, 19 november. Binnengekomen: JUFVROUW FREDERIKA (opm: kof FREDERICA), kapt. J. Barends, van Bordeaux; VROUW HOUWINA, kapt. H.S. Valk, van Riga;
1833
AH 090733
Scheepstijdingen.
Uitgezeild:Texel, 7 juli. FREDERICA, kapt. J. Barends, naar Bordeaux.
AH 181033
Binnengekomen: Texel, 16 oktober. MERCURIUS, kapt. J.C. Fonk, van Lissabon; FREDERIKA, kapt. J. Barends, van Bordeaux.
AH 281033
Carga-lijsten Amsterdam: JOHANNA ELIZABETH, kapt. J. Petersen, van Baltimore met tabaksstelen en tabak; FREDERICA, kapt. J. Barends van Bordeaux met wijn, cacao, pruimen en spaans groen.
1834
AH 190334
Advertentie. Schepen in lading.
Gibraltar en Cadix. De Nederlandse schooner-kof MARIA CATHARINA, kapt. B.J. Smeengh. Adres bij C.J. de Grys en Zoon.
La Rochelle en Rochefort. Het Nederlands kofschip FREDERICA, kapt. Johannes Barends. Adres bij Jan Corver en Comp,
AH 100434
Uitgezeild:
Texel, 8 april. ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, SURINAME, kapt. L.J. Luitjes en ELISABETH CORNELIA, kapt. J.D. Diets, alle drie naar Suriname; ONDERNEMING, kapt. K.P. Haasnoot, naar Fernambuck; FREDERICA, kapt. J. Barends, naar la Rochelle;
AH 250434
Binnengekomen:
La Rochelle, 18 april. FREDERICA, kapt. J. Barends, van Amsterdam.
RC 050634
Rotterdam, 4 juni. Volgens brief van kapt. J. Barends, voerende het schip FREDERICA, van Oleron naar Texel, in dato Newhaven de 27e mei, was hij wegens harde wind aldaar binnengelopen.
AH 050634
Binnengekomen:
Texel, 3 juni. Zr.Ms. fregat ROTTERDAM, kapt. luit. Coop en Zr.Ms. stoomschip SURINAME, kapt. luit. Van Franck, beide van Helvoetsluis; WILHELMINA, kapt. J.N. Klint, van Suriname; JONKVROUW CATHARINA, kapt. G.R. Kleyn, van Bremen; DORP GAASTMEER, kapt. M.P. v.d. Zee, van Londen; FREDERICA, kapt. J. Barends van Oleron.
Op 18 juni 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma (boekhouder), Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
AH 040734
Uitgezeild:
Texel, 2 juli. AURORA, kapt. C.A. Hazewinkel, naar La Rochelle; HARMANUS, kapt. H. van Veen, op avontuur; WILLEMINA GEZINA, kapt. L.N. Baas, naar Newcastie; ONDERNEMING, kapt. L.J. Gort, naar Christiaansand; FREDERICA, kapt. J. Barends, naar Rochefort.
AH 110834
Binnengekomen:
Texel, 8 augustus. DE ZWAAN, kapt. C.J. van Driesten, ANNA MARIA, kapt. D. Steenveld en ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, alle drie van Suriname; FREDERICA, kapt. J. Barends, van Rochefort.
RC 140834
Rotterdam, 13 augustus. Kapt. J. Barends, van Rochefort in Texel binnen, heeft de 5e dezer, de Sorlings 4½ mijl van zich hebbende, met Z.W. wind, gepraaid de kof DE DOLPHIJN, kapt. B.J. Bakker, van Lissabon naar Bergen; aan boord was alles wel.
AH 111134
Binnengekomen:
Texel, 8 november. LEONIDAS, kapt. B.M. Corbiere en WILHELMINA, kapt. J.H. Bodeman, beide van Suriname; URANIA, kapt. F. Berg, van Buenos Aires; FREDERICA, kapt. J. Barends, van St. Martin; MEDEMBLIK, kapt. J. Grey, van Londen.
AH 141134
Carga-lijsten Amsterdam: NEÉRLANDS WELVAREN, kapt. O. Hanssens, van Malaga met citroenen, rozijn, oranjeschillen, wijn, lood, amandelen en olijven; CATHARINA, kapt. H.G. Lever, van Bayonne met terpentijn, zeehout en kurk; FREDERICA, kapt. J. Barends, van St. Martin met wijn.
1835
AH 210235
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandse Zee, de Levant, enz.
La Rochelle. Het Nederlands kofschip MARIA, kapt. S.M. Tanger. Adres bij Jan Corver en Comp.
Rochefort. Het Nederlands kofschip FREDERICA, kapt. J. Barends. Adres bij Jan Corver en Comp. Vertrekt 23 februari.
AH 190335
Uitgezeild:
Texel, 17 maart. FREDERICA, kapt. J. Barends, naar Rochefort.
PGC 150535
Volgens brief van kapt. J. Barends, voerende het schip FREDERICA, van Rochefort naar Hamburg, in dato den 9 mei, was hij toen in goede staat zeilende op de hoogte van Texel. Hij rapporteert gepraaid te hebben het schip ALBERDINA, kapt. H.A. Hazewinkel, van Liverpool naar Bergen.
AH 030635
Binnengekomen:
Terschelling, 29 mei. VREDE EN VRIJHEID, kapt. A.S. Lammerts, van Nerva; FREDERICA, kapt. J. Barends, van Hamburg. 30 mei. CERES, kapt. M.T. Bunting, van Christiaansand.
AH 030735
Uitgezeild:
Texel, 1 juli. Zr.Ms. stoomboot CURAÇAO, kapt. luitenant Le Jeune, naar Helvoetsluis; FREDERICA, kapt. J. Barends, naar Rochefort; JOSIENA WILHELMINA, kapt. J.C. van der Veer, naar Bordeaux; VRIENDSCHAP, kapt. K.B. Tippema, naar Londen.
AH 010935
Binnengekomen:
Texel, 30 augustus. WILHELMINA FREDERIKA, kapt. J.H. Bodeman, van Suriname en Curaçao; DRIE GEBROEDERS, kapt. J. Helling, van Dantzig; NEPTUNUS, kapt. C.H. Kraanstuiver, van Hull; GESINA, kapt. H.H. Veen, van Petersburg; TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap, van Koningsbergen; FREDERICA, kapt. J. Barends, van Oleron, op orders;
AH 120935
Advertentie. Schepen in lading.
Marseille. Het Nederlands hoekerschip DE DRIE GEBROEDERS, kapt. Cornelis Smit. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz en Jan Daniels en Zonen en Arbman.
Rochefort. Het Nederlands kofschip FREDERICA, kapt. Johannes Barends. Adres bij Jan Corver en Comp.
AH 091035
Uitgezeild:
Texel, 7 oktober. Zr.Ms. brik PANTHER, kapt. luit. A.C. Edeling en Zr.Ms. brik BRAK, kap. Luit. De Vriese, naar Helvoetsluis; MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Rotterdam; VREDE, kapt. D.B. Lutjens, WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Blad, JAVA’S WELVAREN, kapt. S. van Delden Az., ANNA CATHARINA, kapt. S.H. Veer, alle naar Batavia; JONGE WILLEM, kapt. G. van Meedevoort, naar Suriname; CATHARINA, kapt. F.R. Huisman, naar Berbice; ANTHONY, kapt. E. Speelman, naar Rio de Janeiro; ZEEPAARD, kapt. E.J. Drent, naar New-York; PAULINA, kapt. S.T. de Boer, WISSELVALLIGHEID, kapt. S.B. de Jong, naar Marseille; IDA CATHARINA, kapt. J.N. Veenhorst, naar Bordeaux; ONDERNEMING, kapt. K.P. Haasnoot, naar Lissabon; FREDERICA, kapt. J. Barends, naar Rochefort;
AH 301135
Binnengekomen:
Texel, 28 november. FREDERICA, kapt. J. Barends, van Rochefort.
1836
Op 16 juli 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma (boekhouder), Workum, voor Joh. S. Barends als kapitein.
1837
RC 210937
Rotterdam, 20 september. Kapt. D.H. Hazewinkel, van Bergen te Helvoetsluis binnen, heeft den 16 dezer, op 52º27’ N.B. en 3º OL. gepraaid de kof FREDERICA, kapt. J. Barends, van Amsterdam naar Rochefort.
1838
Op 21 juli 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de FREDERICA, aangevraagd door A.L. Potma, Workum, voor J. Barends als kapitein.
LC 161138
Advertentie. Uit de hand te koop: het koffeschip FREDERICA, wordende bevaren bij kapitein Johannes Barends, lang 20 el, wijd 5 el, en hol advenant; met een complete inventaris, liggende bij Den Grote Stat, te Workum. Te bevragen bij de secretaris A.L. Postma, aldaar, en wel voor 1 januari 1839 (opm: zie LC 041238).
Op 1 december 1838 werd de zeebrief van de FREDERICA, kapt. J. Barends, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Workum geretourneerd naar Den Haag onder vermelding schip verkocht waarop 4 december royement volgde.
LC 041238
Advertentie. Het Koffeschip FREDERICA reeds verkocht zijnde, moet de advertentie (opm: LC 161138) ter verkoop aanbieding gehouden worden voor vervallen. (opm: de kof, bouwjaar 1803, kreeg zijn laatste eigenaar; de scheepsnaam werd JONGE DIRK, kapt. J. Visser, en het schip werd eind 1841 / begin 1842 gesloopt)
Op 24 december 1838 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief verstrekt voor de JONGE DIRK, aangevraagd door D.A. de Jong, Harlingen, voor J. Visser als kapitein.
1839
LC 150139
Harlingen. Uitgezeild: den 3 januari het smakschip BUITENWERF, kapt. A. Rozema, naar Schotland; het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, naar Londen.
LC 190239
Harlingen. Binnengekomen: den 15 februari het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Londen.
LC 190339
Harlingen.
Uitgezeild: den 7 maart het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, naar Leith.
LC 160439
Harlingen. Binnengekomen: den 9 april het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Mandahl.
LC 300439
Harlingen. Uitgezeild: den 16 april de kofschepen LUKAS WICHER, kapt. J.J. de Jonge, naar de Oostzee, de JONGE DIRK, kapt. W.H. Mulder, ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth, de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, en de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, alle vier naar Noorwegen.
LC 140539
Harlingen. Binnengekomen: Den 8 mei de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Mandahl en WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Larwig.
LC 210539
Harlingen. Uitgezeild: den 14 mei het brikschip HAABETS ANKER, kapt. B. Baltezer, naar Noorwegen; de kofschepen de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, MAGRIETA, kapt. K.F. Harding, de VROUW JANTJE, kapt. G.A. Jonkhoff en de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, alle vijf naar Noorwegen.
LC 110639
Harlingen. Binnengekomen: den 6 juni de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig en de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Mandahl;
LC 180639
Harlingen. Uitgezeild: den 10 juni de kofschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. K.H. de Weerd, MARGRIETA, kapt. K.F. Harding en de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, alle drie naar Noorwegen.
LC 020739
Harlingen. Binnengekomen: den 29 juni de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Laurvig, de JONGE BARENT, kapt. J.O. Stuut, van Nervi, MARGRIETA, kapt. K.F. Harding, van Christiaansand en de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, van Drammen;
LC 160739
Harlingen. Uitgezeild: Den 6 juli de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, naar Noorwegen en ELIZABETH JACOBA TROMP, kapt. P.IJ. Jobs, naar Memel (opm: Klaipeda);
LC 300739
Harlingen. Binnen gekomen: den 25 juli de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Larvig en EGBERTUS, kapt. K.A. Bakker, van Christiaansand.
LC 060839
Harlingen. Den 2 augustus de kofschepen MARTHA ALIDA, kapt. K.H. Plukker, naar Schotland, de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, ARENDINA, kapt. H.D. de Grooth en de JONGE HENDRIK, kapt. B.H. Plukker, alle drie naar Noorwegen.
LC 270839
Harlingen. Binnengekomen: den 19 augustus het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Laurvig.
LC 030939
Harlingen. Uitgezeild: den 26 augustus de kofschepen IKINA WILHELMINA, kapt. H.J. Top, naar Hull en de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, naar Hamburg.
LC 240939
Harlingen. Binnengekomen: den 15 september de kofschepen JAN FREERK, kapt. G.H. Smit, van Petersburg en de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Hamburg.
LC 291039
Harlingen. Binnengekomen: den 17 oktober de kofschepen de HOUTHANDEL, kapt. D.K. de Grooth, van Christiaansand (opm: Kristiansand) en POSTWIJK, kapt. H.D. Klatter, van Dantzig (opm: Gdansk); de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Oostrisoer en PETRONELLA, kapt. H.M. Zwart, van Memel (opm: Klaipeda).
LC 171239
Harlingen. Uitgezeild: den 8 december het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, naar Newcastle.
1840
LC 140140
Harlingen. Binnen gekomen: De 2 januari het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Newcastle.
Uitgezeild: Den 10 januari het kofschip de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, naar Newcastle.
LC 210240
Harlingen. Binnen gekomen: Den 19 februari de JONGE DIRK, kapt. J. Visser, van Newcastle.
LC 310340
Harlingen. Uitgezeild: Den 16 maart de kofschepen de VREEDE, kapt. B.B. Keun, de BROEDERS, kapt. H.G. Pott, STAD EN LANDE, kapt. R. Helmers en de JONGE DIRK, kapt. Jan Visser, alle vier naar Noorwegen.
LC 110840
Harlingen. Uitgezeild: Den 3 augustus het kofschip de JONGE DIRK, lapt. J. Visser, naar Noorwegen.
1841
Op 1 maart 1841 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE DIRK, aangevraagd door D.A. de Jong, Harlingen, voor P.P. Meyer als kapitein.
AH 160941
Binnengekomen.
Briel, 14 september. De JONGE DIRK, kapt. P. Meijer, van Bergen.
(opm: laatste melding van de kof JONGE DIRK; het schip, bouwjaar 1803, kapt. Pieter Paulus Meijer, werd eind 1841 / begin 1842 rond Vlaardingen gesloopt, waarna om die reden de zeebrief werd geroyeerd)
1842
Op 14 februari 1842 werd de zeebrief van de JONGE DIRK, kapt. P.P. Meyer, geroyeerd, welke was geretourneerd door de Ontvanger der Inkomende en Uitgaande Regten en Accijnzen te Vlaardingen, met de mededeling ‘schip gesloopt’.