Kronieken
1814
Op 18-02-1814 wordt voor de VROUW GEBINA door kapt./ eigenaar Reinder Jans Nagel uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LCO26091814
Vrouw Gebina,: Kapt. R.J. Nagel van Arendsberg
1815
RC27071815
Te Terschelling zijn binnengekomen, E. Jobs van Memel, , L. Hoekstra van Stokholm, T. J. van der Veer van Leith, R. J. Nagel van Koningsbergen
RC28091815
te Pillau R. J. Nagel en D. J. Huges, van Amsterdam
OHC12101815
Den 5 dezer zijn in Terschelling binnen gekomen M F. Jagtman van Wijburg, P. C. Piebes van Koningsbergen en R. J Nagel van Elbing de eerste is de brik gisteren gemeld.
LCO01121815
te Hamburg; A.J. Hogen, H.W. de Jong,J. H. Top, R.J. Nagel.
1816
Op 07-03-1816 wordt voor de VROUW GEBINA door kapt./ eigenaar Reinder Jans Nagel uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
RC18051816
Te Terschelling zijn binnengekomen R. J. Nagel van Elbing.
LCO23091816
Te Terschelling zijn binnen gekomen J, N. Singelman Baltie Feder , van Stokholm , R. J, Nagel Vrouw Gerbina van Tonningen
1817
LCO28051817
Te Terschelling zijn binnen gekomen H. Niejahr Eenigheid, van Riga. G. Jansen Anna, P. Meints Diverdina, R. J, Nagel Vrouw Gesina (opm: VROUW GERBINA) en E. P. Jonge Pieter, alle van Elbing.
RC14081817
te Rendsburg, R.J. Nagel van Amsterdam
RC23091817
in de Maas binnengekomen
Den 21 des morgens, de Vrouw Geerbina, R. J, Nagel . van Dantzig
RC13111817
Te Hamburg, R.J. Nagel.
1818
Op 11-02-1818 wordt voor de VROUW GEBINA door kapt./ eigenaar Reinder Jans Nagel uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
RC02041818
R. J. Nagel en H. G. Oortjes van Veendam naar de Oostzee.
1819
Geen scheepvaart berichten gevonden
1820
Op 04-03-1820 wordt voor de VROUW GEBINA door kapt./ eigenaar Reinder Jans Nagel uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LCO12041820
te Rendsburg R.J. Nagel. O. G. Sap, H. Goortjes, van Delfzijl.
OHC27051820
Amsterdam den 25 Mei.
Aan deze stad zijn gearriveerd, D. Ouwehand van Hull, D. Road van Cardiff, R. J. Nagel van Memel
RC12091820
R. J. Nagel van Memel naar Delfzijl
1821
RC 050421
Amsterdam, 3 april.
Te Cette (opm: Sète) zijn gearriveerd N.A. Smit van Rotterdam en P.M. Lindstrom van Dordrecht; te St. Ubes (opm: Setubal) Arfsten van Ostende en te Travemünde J.G. Hoetjer, H.C. Oortjes, F.J. Deddes en R.J. Nagel van Delfzijl.
RC 190421
Amsterdam, 17 april.
Te Rendsburg zijn gearriveerd L.M. Hoekstra van Holtenau, W.J. Mellema van Kiel, H. Ebes van Sonderburg, T. Jans van Callundborg (opm: Kalundborg), J. Thormählen en W.J. Stuit van Eckernfort (opm: Eckernförde) en H.H. Brams van Kiel naar Amsterdam, S.L. Pinksterboer van Kiel naar Zaandam, H.S. Thijgesen van Assens naar Rotterdam, G.G. Smit, D. Bruntje en J.H. Einfeldt van Amsterdam naar Dantzig (opm: Gdansk), R.J. Nagel van Neustadt naar Schiedam
RC 260421
Rotterdam, 25 april.
Den 23 zeilden uit de Maas de schepen de SEX SODSKENDE, J. Pedersen, naar Swineburg; de LILLA MATHILDA, J.C. Jager, en de SCHLIECHER, J.C. Krohn, naar Wolgast; en arriveerden de VROUW JANTINA, J.E. Dik, van Droubek (opm: waarschijnlijk Drobak); de JONGE DUIJF, H.A. Feijen, van Holbek (opm: Hornbæk); de VROUW JAPKINA, W.J. de Boer, van Kiel; de VROUW GEBINA, R.J. Nagel, van Neustad
RC 080521
Rotterdam, 7 mei.
Den 6 arriveerde de TWEE GEBROEDERS, H.J. Swart, van Libau (opm: Liepaja); de ONDERNEMING, J. Rooderkerk, van Cette (opm: Sète); de WAAKZAAMHEID, G.C. Luurts, van Jersey; de MINERVA, C.C. Bos, van Bordeaux, en zeilden de VROUW GEBINA, R.J. Nagel, ZELDEN RUST, T.T. Visser, en de CARL FREDRIK, J. Dachn, naar …(opm: niet vermeld), en de CHRISTINA MARIA, J.C. Kornbeek, naar Corsoer; de wind van ZZO tot ZZW en ZW.
In november 1821 is de VROUW GEBINA met man en muis vergaan in de Duitse Bocht