1800 – 1813
Geen relevante zeetijdingen of informatie gevonden.
1814
Op 25 maart 1814 werd de eerste Nederlandse zeebrief voor de TWEE GEBROEDERS aangevraagd door A.B. Brouwer, Nieuwe Pekela, als medereder en kapitein.
De kof werd rond die tijd hermeten.
LCO 160914
Van den 7 tot den 10 dezer zijn in Terschelling aangekomen de schepen KOOPHANDEL, kapt. B. Jansz, en TWEE GEBROEDERS, kapt. A.C. Brouwer, van Riga, DRIE GEZUSTERS, J. Schmidt, van Stockholm, EDUARD, kapt. C. Zacharias, van Warder, CHARLOTTA, kapt. C.C. Albrecht, van Randers, en FLORA, kapt. N.H. Olensen, van Noordbrand.
Op 29 september 1814 werd een nieuwe zeebrief voor de TWEE GEBROEDERS verstrekt, aanvrager A.C. Brouwer was nu enig eigenaar, tevens kapitein
LCO 141114
Guernsey. Aangekomen de VRIENDSCHAP, kapt. A. Mollegraaf en de TWEE GEBROEDERS, kapt. A.C. Brouwer, van Rotterdam.
1815
RC 050115
Amsterdam, 3 januari. Te Dartmouth is wegens verlies van ankers en touwen binnengelopen kapitein A.C. Brouwer (opm: kof TWEE GEBROEDERS), van Jersey naar Bordeaux.
RC 110315
Rotterdam, 10 maart. Den 8 dezer arriveerden te Helvoetsluis het schip ELIZABETH, van Zierikzee, als bijlegger, en het schip, dat gisteren gemeld in het gezicht was, is de TWEE GEBROEDERS, kapt. A.C. Brouwer, van Bordeaux.
RC 121215
Rotterdam, 11 december. Na posttijd is het schip de TWEE GEBROEDERS, kapt. A.C. Brouwer, gedestineerd naar de Corunha (opm: Coruña), in de mond van de haven liggende, door het ijs tegen het hoofd gedreven, waardoor hetzelve zodanig lek geworden was, dat men met vijf pompen niet in staat is hetzelve lens te houden; men is bezig om de lading te lossen, die grotendeels beschadigd is.
RC 191215
Advertentie. C.C. Friedhoff en J. Groenewout, pondgaarders (opm: deurwaarders) te Rotterdam, als door de Rechtbank van Koophandel, zitting houdende aldaar, speciaal geautoriseerd zijnde, zijn van mening, op vrijdag den 22 december 1815, des voormiddags ten elf ure, in het logement de Moriaan, te Maasluis, aan de hoogstbiedende (zonder afslag) te verkopen: Een partij van circa 65 lasten rode tarwe, nat geborgen uit het schip de TWEE GEBROEDERS, kapitein A.C. Brouwer, op de reize van Rotterdam naar de Corunha zeer lek geworden zijnde (opm: zie RC 121215) in de mond der haven van Maassluis; en aan den Maassluise tussendijk, en aldaar op donderdag en den dag der veiling voor een ieder te zien. Nadere informatie zijn te bekomen bij de Heeren Mannekus, Beyers en Steur, te Maassluis, en bij bovengemelde pondgaarders.
1816
RC 231116
Amsterdam, 21 november. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen S. Wilhelms, van Batavia, R.S. Visser (opm: bunschip VROUW JOHANNA) en J. Klaassen van Londen, J. Baels van Hull, J. Ouwehand (opm: kof VOLHARDING), van Londen, is met behulp van een schuit wegens verlies van roer en verdere schade, binnengebracht, en A.C. Brouwer (opm: kof TWEE GEBROEDERS) van Marennes; dezelve is door vissersschuiten zonder roer binnengebracht.
1817
Door W. Sleumer, Nieuwe Pekela, werd op 17 mei 1817 een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de VROUW GEZINA, voorheen TWEE GEBROEDERS met als kapitein Arend Cornelis Brouwer.
De naamswisseling was ongetwijfeld een gevolg van het huwelijk dat Arend Cornelius Brouwer op 3 april 1817 te Nieuwe Pekela had gesloten met Geessien Jans Piebes, de zuster van zijn in oktober 1810 in Nieuwe Pekela overleden eerste echtgenote Elsien Jans Piebes.
OHC 050617
Amsterdam, 4 juni. Den 2 dezer is van het Vlie uitgezeild A.C. Brouwer (opm: kof VROUW GEZINA, ex TWEE GEBROEDERS), naar Petersburg.
1818
MCO 180418
Vlissingen, 16 april. Gister en heden zijn van Antwerpen naar zee gezeild: de VROUW ANNA (opm: kof), kapt. P.C. Piebes, naar Londen, en de VROUW GEZINA (opm: kof), kapt. A.C. Brouwer, naar Liverpool, beide met tarwe; LA VIERGE MARIE (opm: Antwerpse brik), kapt. J. de Meire, naar Lissabon, met differente goederen; LE POT CASSÉ (opm: Antwerpse sloep), kapt. D. Fiecken, naar Bremen, met gezouten haring; VROUW LUCIA, kapt. R. Alberts, naar Duinkerken, met rogge; VROUW LYBERDINA, kapt. H.B. Bastier, naar Londen, met haver; ROSALIE (opm: Antwerpse kof), kapt. H.J. Zeeven, naar Plymouth, met tarwe.
RC 030918
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar Lissabon, het Nederlandse schip de VROUW GEZINA, kapt. Arend Cornelis Brouwer.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
1819
Door Willem Sleumer, Nieuwe Pekela, werd op 17 augustus 1819 een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de VROUW GEZINA onder kapitein A.C. Brouwer
RC 280919
In lading liggend te Rotterdam naar:
Liverpool: het schip de VROUW GEZINA, kapt. Arend Cornelis Brouwer.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 021119
Rotterdam, 1 november. Den 31 passato (opm: van de vorige maand) zeilden de kof VROUW GEZINA, A.C. Brouwer, naar Dublin; de kof JONGE MARTINA ALETTA, J.G. Hoetjer, naar Havre-de-Grâce, en de kof VLASBLOEM, G. Hulshoff, naar Bordeaux; de wind Oost.
RC 161219
Amsterdam, 14 december. Te Batavia is gearriveerd J. van Dijl (opm: fregat VROUW CATHARINA) van Amsterdam; te Havana A. Thomson (opm: schoenerbrik AURORA) van Rotterdam; te Mogador (opm: Essaouira) K.U. Ruijl (opm: brik JUFVROUW AAGJE) van Amsterdam; te Smirna L. Jansen (opm: galjas JONGE WILLEM) van Rotterdam; te Marseille B.J. Wijgers (opm: kof HARMONIE) van Amsterdam; te Cette (opm: Sète) R. Smit (opm: brik ALMELO) van Harlingen; te Lissabon P. de Heer (opm: hoeker VROUW ANNA); te Belfast J.G. Potjer, te Newry A. van der Meijden (opm: hoeker NEERLANDS KROONPRINS), te Dublin A.C. Brouwer (opm: kof VROUW GEZINA), en te Liverpool J. Rooderkerk (opm: kof ONDERNEMING) van Rotterdam; te Bergen N.H. Olsen en te Dalerö Jonas Söderman van Amsterdam.
1821
RC 160821
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Elseneur (opm: Helsingör): het Kofschip VROUW GEZINA, kapt. Arend Cornelis Brouwer.
Stettin (opm: Szczecin): het Schip de VROUW LAMMEGINA, kapt. Jacob Gerrits Hoetjer.
Adres ten Kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer
RC 010921
Rotterdam, 31 augustus. Den 30 dezer zeilden ZELDENRUST, P. Gorter, en de VROUW GEZINA, H.P. Hazewinkel, naar Bergen; de JONGE JURINA (opm: JONGE JURRINA), E.J. Bakker, en de VROUW GEZINA, H.E. Brouwer (opm: A.C. Brouwer), naar Elseneur (opm: Helsingör); de DRIE GEBROEDERS (opm: hekschuit), J.J. Orre, naar Hamburg; de NEPTHUNUS, J. Peters, naar Wismar; de TELEMACHUS, J. Pratt, naar Londen, en de FRANCIS, M. Bridge, naar St. Ubes (opm: Setubal).
1822
RC 250522
Amsterdam, 23 mei. In Terschelling is binnengekomen A.C. Brouwer, van Dantzig.
(opm: de kof VROUW GEZINA werd waarschijnlijk tijdelijk opgelegd om in januari 1823 te worden verkocht aan kapt. W.R. Huisman, Nieuwe Pekela; de nieuwe scheepsnaam werd MARGINA; kapt. Brouwer verkreeg in juli 1823 een nieuwe smak VROUW GEZINA)
1823
In februari 1823 werd de zeebrief van de VROUW GESINA (VROUW GEZINA), kapt. A.C. Brouwer, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten te Oude Pekela, naar Den Haag geretourneerd, waarna op 11 februari royement volgde. Deze zeebrief dateerde reeds van 17.08.1819.
Op 27 februari 1823 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARGINA, aangevraagd door W.R. Huisman, Pekela, voor zichzelf als kapitein, met vermelding ‘voorheen de VROUW GEZINA, kapt. A.C. Brouwer.’
Monsterrol: 1823-6
Datum: 14-02-1823
Scheepsnaam: Margina
Scheepstype: kof
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Oude Pekela, Gemeentearchief (Nieuwe Pekela)
|
Achternaam |
Voornaam |
Rang |
Gage |
Woonplaats |
Leeftijd |
|
Groen |
Joost Jurjens |
scheepsjongen |
4 |
Weener (D) |
niet vermeld |
|
Groot, de |
Jurjen Wijndelts |
matroos |
18 |
Veendam (NL) |
niet vermeld |
|
Grooth, de |
Jan Wolters |
stuurman |
27 |
Nieuwe Pekela (NL) |
niet vermeld |
|
Huisman |
Wessel Rentes |
kapitein |
niet vermeld |
Nieuwe Pekela (NL) |
niet vermeld |
|
Witkop |
Jan Reints |
kok |
22 |
Nieuwe Pekela (NL) |
niet vermeld |
AC 140723
Texel, 11 juli. Heden is alhier gearriveerd het schip MARGINA, kapt. W.R. Huisman, van Bordeaux.
AC 241023
Texel, 22 oktober. Heden zijn alhier gearriveerd de schepen TRITON, kapt. S.W. de Vries, en MARGINA, kapt. W.R. Huisman, beide van Dantzig (opm: Gdansk), en is uitgezeild DE JONGE AUKJE (opm: smak DE JONGE AUKE), kapt. K.A. Blaauw, naar Nantes.
1824
Monsterrol: 1824-2
Datum: 04-01-1824
Scheepsnaam: Margina
Scheepstype: kof
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Oude Pekela, Gemeentearchief (Nieuwe Pekela)
|
Achternaam |
Voornaam |
Rang |
Gage |
Woonplaats |
Leeftijd |
|
Boer, de |
Bartelt Jurjens |
stuurman |
niet vermeld |
Nieuwe Pekela (NL) |
niet vermeld |
|
Bultje |
Berent Harms |
matroos |
niet vermeld |
Nieuweschans (NL) |
niet vermeld |
|
Dik |
Rente Egberts |
matroos |
18 |
Nieuwe Pekela (NL) |
niet vermeld |
|
Huisman |
Wessel Rentes |
schipper |
niet vermeld |
niet vermeld |
niet vermeld |
|
Zelling |
Wilke Jans |
kok |
20 |
Nieuweschans (NL) |
niet vermeld |
DC 250524
Vlissingen, 18 mei. Van den 16 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede
aangekomen MINERVA, kapt. J.C. Kuijper, van Duinkerken, met wijn; de VOLHARDING, kapt. G.R. Schippers, van Calais, met stukgoederen; HIGHLANDER, kapt. Samuel Stet, van Bahia, met suiker; MEDUSA, kapt. J. Lubbing, en de JONGE SOPHIA, kapt. J.F. Muijs, beide van Londen, met stukgoederen; l’AGILE, kapt. P. Brodeau, van de Havanah, met koffie en suiker; METEORE, kapt. M. Mesdagh, van Rio Janeiro, met koffie; de ZAANVLOED, kapt. O. Lijmens, van Villa-Nova, met zout; de WELVAART, kapt. H.J. Walker, van Marseille, met stukgoederen; de JONGE ALIDA, kapt. A.G. van Berk, l’AIMABLE PAULINE (opm: brik, Antwerpen), kapt. L.J. Luijtjens, de MARGINA, kapt. W.R. Huisman, STAD EN LANDE, kapt. T.T. Dijkstra, en de VREDE, kapt. J.H. Karstens, alle vijf van Liverpool, met klipzout.
DC 090924
Vlissingen, 4 september. Van den 1 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild NEPOS, kapt. Th. Fisser, naar Londen, met boomschors; KAREN, kapt. B. Rieck, naar Noorwegen, met huiden; HIPPOMONES, kapt. M. Mills, naar St. Jago, met ballast; CAROLINA, kapt. J.C. Melcherts (opm: schoener, Brussel, kapt. J.E. Melcherts), naar Lissabon, met stukgoederen; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Leith, met boomschors; JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, naar Lissabon, met tarwe; AURORA, kapt. H. Köhne, naar Bremen, met ballast; WEMELINA KRANENBURG, kapt. J.J. Prange, naar Londen, met haver en vlas.
DC 021124
Brielle, 30 oktober. Den 24 zeilden VROUW MARGARETHA, kapt. H.J. Jeltes, naar Bordeaux ANNA CATHARINA, kapt. P.T. Sonnichsen, naar Sonderhoe; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Dublin; VIGILANTIE, kapt. A. Duindam, naar Londen, en arriveerde uit zee de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. J. Slater, van Londen.
1825
DC 190325
Brielle, 25 februari. Den 6 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: VROUW GEZINA, kapt. A.C. Brouwer en VROUW CLASINA, kapt. J.C. Boon, beide van Christiansand.
Den 11 dito. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: MARCHALL BLUCHER, kapt. J. Blake van Londen; en zeilde in zee: VOLHARDING, kapt. L. Teunis naar Newry; POMERANIA, kapt. J.C. Wendt naar de Oostzee; SNELHEID, kapt. H.P. de Jong naar Dublin; MARGINA MARGARETHA, kapt. H.J. Oortjes naar Lynn, ANN, kapt. B. Scott naar Newcastle. Heden arriveerden uit zee: JANE, kapt. H. Harnder van Rye, en MARGINA, kapt. W.R. Huisman naar Liverpool; en zeilde in zee: VROUW GESINA, kapt. A.E. Pot naar Hull. De wind ZZW.
24.03.1825 Door W.R. Huisman wordt een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de MARGINA met W.R. Huisman als kapitein.
DC 300425
Brielle, 27 april. Kapt. Banding is wel in zee gekomen. Gisteren namiddag zeilden in zee: CONCORDIA, kapt. C. Ouwehand, naar Bordeaux; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Glasgow; JOHANNA WILHELMINA, kapt. D. Mooijekind, VROUW FEMMEGINA, kapt. A.K. Braam en FLORA, kapt. C. Klok, alle naar Londen.
DC 130825
Vlissingen, 6 augustus. Van den 2 dezer tot heden, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: THEODORE, kapt. B. Speelman; CONSTANCE, kapt. P.H. van der Kerkhoven en DE MARIA, kapt. J. Zirck, alle drie van Liverpool met klipzout; de JONGE JOHANNA, kapt. G. Segaert van Londen; met stukgoederen; de HEMMINA, kapt. S.F. Taay van Liverpool met klipzout; CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel van Bordeaux met wijn en stukgoederen; de VROUW ALIDA, kapt. T. Swyers van Havre de Grace met stukgoederen; JOHANNA HAZINA, kapt. D.T. de Jonge van Liverpool met klipzout, de JONGE CATHARINA, kapt. J. Wolters met stukgoederen, van Havre de Grace; ANNA PAULINA, kapt. J. van Louwen met stukgoederen en DIE FRAU DOROTHEA, kapt. J.E. Elders met terpentijn en zouthout, beide van Bayonne; LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom, JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, beide met klipzout en de JUFVROUW TITSIA, kapt. L.J. Besseling met klipzout en huiden, alle drie van Liverpool; de JONGE JACOBA, kapt. T.C. de Boer, van Messina met stukgoederen; de MARGINA, kapt. W.R. Huisman, van Liverpool met suiker en klipzout; MEDUSA, kapt. J. Lubbing, van Londen met stukgoederen; GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, van de Havanna met koffie en suiker; welke laatste quarantaine moet houden.
DC 170925
Vlissingen, 10 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 8 dezer tot heden naar zee gezeild: JACOBA, kapt. A.K. de Groot naar Dantzig; de VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink naar Riga en FORTUNA, kapt. J.C. Scholberg naar de Oostzee, alle drie met ballast; de VROUW CATHARINA, kapt. H.K. Wijkmeijer naar Kinkardin en de VIER GEBROEDERS, kapt. C.R. de Vries naar Milton, beide met boomschors; PEGASUS, kapt. J. Mazens, naar Alexandrië met steenkolen; LE CESAR, kapt. M. Schalk, naar Leith met boomschors; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Aberdeen met boomschors; MAGNANIME, kapt. J. Sietzes, naar Alvarado met ijzer, staal, kwikzilver en passagiers; LA VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, naar Messina met stukgoederen.
LCO 300925
Aberdeen. Binnengekomen W.R. Huisman (opm: kof MARGINA), van Antwerpen.
Aberdeen was vrachttechnisch een ‘springplank’ om vervolgens in Noorwegen te laden, waarschijnlijk met bestemming Nederland. Hij kwam daar tegen de winter aan en na lossing werd het schip verkocht.
1826
De zeebrief van de MARGINA, kapt. W.R. Huisman, werd op 18 februari 1826 via de Ontvanger van de Invoerregten en Accijnzen te Groningen naar Den Haag teruggezonden en aldaar op 18 februari 1826 geroyeerd. De reden was verkoop.
Op 27 februari 1826 werd de eerste, bedoeld word nieuwe, zeebrief verstrekt voor de GOEDE HOOP, aangevraagd door C. Sleeswijk, Lemmer, voor L.H. Witkop als kapitein.
RC 020926
Sedert onze laatste zijn uitgezeild L.H. Witkop (opm: kof de GOEDE HOOP), naar Hull.
1827
LC 240427
Advertentie. De Heeren J. Greijdanus, secretaris van Lemsterland, en C. Sleeswijk, koopman te Lemmer, in kwaliteit als executeuren testamentair der nalatenschap van wijlen mejuffrouw G. Rinsma, weduwe Jouwert Buwalda aldaar, zullen ten overstaan van Mr. J.J. Wiersma, notaris te Sneek, op woensdag den 25 april 1827, des avonds ten 6 uren, ten huize van den logementhouder Klaas Ages Dijkstra, in het Wapen van Vriesland te Lemmer, publiek aan de meestbiedende presenteren te verkopen:
1/32 gedeelte in het kofschip de VROUW HERMINA genaamd, gevoerd bij Wijbren Martens Kornel.
1/32 gedeelte in het kofschip de GOEDE HOOP, kapt. Lammert Hoites Witkop, en voorts nog 1/32 gedeelte in bovengemeld kofschip.
1828
LC 140328
Advertentie. De notaris Waubert de Puiseau, residerende te Lemmer, zal, op dinsdag den 25 maart 1828, des morgens ten 9 ure, bij de voorlopige, en op diezelfde dag, des avond te 5 ure, bij de definitieve toewijzing, ten huize van den logementhouder Hendrikus le Heux, in den Wildeman, in de Lemmer, bij strijk en verhooggeld, publiek presenteren te verkopen
het welbezeild Kofschip, genaamd de GOEDE HOOP, groot 101 tonnen, lang over steven 22 ellen 70 duimen, hol en wijd naar advenant, met al deszelfs toebehoren, opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen, enz, in het jaar 1827 van een nieuwe eiken huid voorzien; zoals hetzelve laatst bevaren is geweest door schipper L.H. Witkop, en thans is liggende in de Zijlroede, in de Lemmer. Breder bij biljetten omschreven. De verkoop voorwaarden zullen tien dagen vóór de veiling te vernemen zijn bij Mr. A. Reiger, procureur te Groningen, en ten kantore van genoemde notaris, in de Lemmer.
Op 2 april 1828 werd een nieuwe, zeebrief verstrekt voor de GOEDE HOOP, aangevraagd door C. Sleeswijk, Lemmer, voor C.J. Prins als kapitein.
AH 011028
Advertentie. In lading liggende schepen, te Amsterdam, 1 oktober.
Rochelle en Rochefort, GOEDE HOOP, kapt. C.J. Prins.
Adres bij Jan Corver & Co.
1829
RC 280229
Kapt. O. Hansen, van Lissabon in Texel binnen, heeft de 20e dezer, op de hoogte van Wight, aan boord alles wel zijnde, gepraaid de kof DE GOEDE HOOP, kapt. C.J. Prins, van Bayonne naar Gent.
RC 200829
Rotterdam, 19 augustus. Van de rede van Vlissingen zijn naar zee gezeild: AUGUSTA, kapt. J.P. Schultz, naar St. Ubes; DE GOEDE HOOP, kapt. C.J. Prins, naar Nantes; FLORA, kapt. J.D. Christin, naar Marseille.
1830
RC 230230
Amsterdam, 21 februari. Kapt. C.J. Prins, voerende het schip DE GOEDE HOOP, te Nantes beladen liggende voor Antwerpen en Rotterdam, meldt van Nantes van de 15e dezer, dat hij door ijsgang op de rivier veel touwwerk en een tros verloren en het daags-ankertouw uit het ijs gekapt had, waarbij ook het best anker gebroken en het schip lek geworden was; men was bezig met lossen, om te repareren.
Op 6 mei 1830 werd een nieuwe, zeebrief verstrekt voor de GOEDE HOOP, aangevraagd door C. Sleeswijk, Lemmer, voor C.J. Prins als kapitein.
RC 120830
Amsterdam, 10 augustus. De schepen DE GOEDE HOOP, kapt. C.J. Prins, van Nerva naar Amsterdam; AUGUSTUS CATINTA, kapt. L.J. Dreyer, van Petersburg en ANDREAS, kapt. J. Voss, van Koningsbergen, beide naar Antwerpen, zijnde de 27e juli, wegens tegenwind, te Arensdahl binnengelopen.
AH 150930
Advertentie. Jan Corver, makelaar, zal op maandag de 27e september 1830, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen:
- een extra ordinair welbezeild kofschip, genaamd DE GOEDE HOOP, gevoerd door kapt. C.J. Prins, volgens Nederlandse meetbrief lang 22 ellen, 70 duimen, wijd 4 ellen, 45 duimen, hol 2 ellen, 25 duimen, geijkt op 101 tonnen of 53 lasten, groot circa 75 rogge lasten
- een kofschip, genaamd DE VRIENDSCHAP, lang 23 ellen, 30 duimen, wijd 5 ellen, 5 duimen, hol 2 ellen, 56 duimen, Nederlandse maat.
- een sterk gebouwde korenschuit, genaamd de JONGE JOHAN
en eindelijk een partij scheepsgereedschappen; alles nader bij inventaris en notities vermeld en bericht bij bovengenoemde makelaars.
1831
Op 29 april 1831 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VRIENDSCHAP, aangevraagd door Ulphen en van Ruys, Amsterdam, voor C.J. Prins als kapitein.
RC 200931
Amsterdam, 18 september. Het schip DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, van Petersburg naar Amsterdam, is, volgens particulier bericht, te Terschelling binnengekomen.
AH 291031
Terschelling, 23 oktober tot 25 oktober. Niets binnen. Uit de quarantaine zijn ontslagen: DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, REINA, kapt. H. Koops, DE VROUW CHRISTINA, kapt. R.J. Dood en CATHARINA, kapt. M.M. Pot Jr., alle van St. Petersburg.
AC 301231
Texel, 28 december. Vertrokken: IJSTROOM, kapt. A.F. Oosterloo, naar Batavia; ZEEMEEUW, kapt. T.C. Claus, naar Suriname; CAROLINA EN JOHANNA, kapt. P.S. Matzen, naar Demerary; LOUISA EN AGATHA, kapt. H. Mulder, naar Philadelphia; ONDERNEMING, kapt. T.T. Kuyper, naar Genua en Livorno; JONGE HYLKE TROMP, kapt. W. Willems, naar Cette; VRIENDSCHAP, kapt. W.M. Zwart, naar Bayonne; GOEDE VERWACHTING, kapt. D.S. Stoffels, naar Bordeaux; GEPKE BROUWER, kapt. K.J. Musch, naar Bordeaux; JONGE JUFFER SARA, kapt. A. Sluyk, naar Bordeaux; VRIENDSCHAP, kapt. C. Prins, naar Bordeaux;
1832
RC 010532
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
- Naar Duinkerken, het Nederlands kofschip VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins.
Adres bij P.A. van Es, cargadoor.
RC 310532
Rotterdam, 29 mei. Den 29 dezer, des morgens, zeilden van Maassluis:
HANNAH, kapt. C.J. Bridger, naar Belfast; DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, naar Sunderland;
AH 280632
Texel, 26 juni. Binnengekomen: YSIDRA, kapt. H.C. Bastouw, van New York, na visitatie van de quarantaine ontslagen; VRIENDSCHAP, kapt. C. Prins, van Sunderland, ligt in quarantaine;
AH 040732
Texel, 2 juli. Binnengekomen: CATHARINA, kapt. W. McLea, van St. Domingo, laatst van Falmouth; D' UNION, kapt. M. Galleway, van Londen; DE JONGE JAN, kapt. A. v.d. Meulen, van Londen, de laatste 2 liggen in quarantaine. Van de quarantaine ontslagen DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, van Sunderland.
AH 030832
Vlie, 31 juli. Vertrokken: VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, naar Sunderland; HARMONIE, kapt. H.K. Potjewyd, naar Riga; VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Groot, naar Chhristiaansand; ALIDA CLAZINA, kapt. L.E. Tiktak, naar Noorwegen; PROVIDENTIA, kapt. H.S. Scheidberg, op avontuur.
RC 101132
Rotterdam, 9 november. Het schip DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, van Amsterdam naar Bordeaux, is den 1 dezer in het Nieuwe Diep door het schip DE VRIENDEN, kapt. Hessel Murk Lelsz, van Batavia en Padang, aangezeild geworden, waardoor van het eerstgenoemde de steven ontzet en berghouten gebroken zijn. Het zou binnen de sluis halen, om ten spoedigste de geleden schade te herstellen.
1833
AH 070633
Advertentie. A.A. van der Crab, makelaar, zal op maandag de 24e juni 1833, des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ, ten overstaan van de notaris J.A. Hoog, presenteren te verkopen een extraordinair welbezeild Nederlands kofschip, genaamd DE VRIENDSCHAP, gevoerd door kapt. C.J. Prins; volgens meetbrief lang 22,70 ellen, wijd 4,41 ellen en hol 2,28 ellen en alzo geijkt op 101 tonnen. Breder bij inventaris omschreven en bericht bij de makelaar voornoemd.
AH 260633
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het IJ op maandag 24 juni 1833:
Het gekoperd pinkschip DE COLONIST, gevoerd door kapt. D. Spreeuw, aan de meestbiedende zonder plokgeld ƒ 6.100. Koper G.J.R. Holst.
Het kofschip DE VRIENDSCHAP, gevoerd door kapt. Cornelis Jelles Prins, ƒ 2.025, inslag ƒ 600. Te samen ƒ 2.625. koper G.J.R. Holst.
(opm: G.J. Roland Holst was een makelaar, die de schepen kocht voor zijn opdrachtgevers)
Op 4 juli 1833 werd de eerste, bedoeld word nieuwe, zeebrief verstrekt voor de VRIENDSCHAP, aangevraagd door P. Craandijk Jr., Amsterdam, voor C.J. Prins als kapitein.
AH 180733
Scheepstijdingen. Uitgezeild:
Vlie, 15 juli. GEBROEDERS, kapt. P.C. Sorgdrager, naar Archangel; CATHARINA, kapt. H. Heeren, naar Memel; VIER GEBROEDERS, kapt. H.G. Prins en HEMMINA, kapt. G.H. Fijn, naar Drammen; ELIZABETH, kapt. L.E. Tiktak en JANTINA, kapt. J.K. de Boer, naar Christiansand; HARMONIE, kapt. A. Middents, AUGUSTA FREDERICA, kapt. J.C. Zaag, CONCORDIA, kapt. J.E. Kwakenburg en VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, de laatste vier op avontuur;
AH 240933
Binnengekomen:
Terschelling, 19 september. DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, van Riga.
AH 250933
Carga-lijsten Amsterdam: JOHANNA JACOBA, kapt. C.J. Drent, van Cette met wijn, brandewijn en reukwater; DE VREDE, kapt. C. v.d. Mussele, van Alicante met wijn, zoethout en matten; GOED BESLUIT, kapt. H.W. Drent, van Petersburg, met veren, hazenvellen, hennep tarwe en talk; JACOBINA EN BARBARA, kapt. K.Z. Schut, van Petersburg met talk, lijnzaad, zeildoek, paardenmanen en andere stukgoederen; JANTINA, kapt. J.G. Das, van Koningsbergen, met tarwe; WILLEM DE EERSTE, kapt. J.H. Savert, van Hamburg met sigaren, olie, raap-olie en tarwe; PIETERTJE STAPERT; kapt. J.R. Hottinga, van Nerva, met hout; NICOLAAS JOHANNES, kapt. K.IJ. Parma, van Riga met hout; DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, met hout; CHARLOTTE, kapt. R.L. Giezen, van Dantzig met tarwe.
AH 141033
Uitgezeild:
Texel, 11 oktober. DE VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, naar Bordeaux;
AH 151033
Uitgezeild:
Texel, 13 oktober. VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, naar Bordeaux; is terug uit zee en ligt nog ten anker, ter rede van Texel.
AH 281033
Uitgezeild:
Texel, 25 oktober. SCHOON VERBOND, kapt. B. Drayer, naar Batavia; VAN SPEIJK, kapt. K. Visser, naar Rio-Janeiro; JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, naar Suriname; JONGE LODEWYK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname; GENERAAL PAEZ, kapt. J. van Santana, naar Curaçao; HAVANA PACKET, kapt. D.T. Visser, naar Havana; GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Genua en Livorno; DE WISSELVALLIGHEID, kapt. S.B. de Jong, naar Marseille; ONDERNEMING, kapt. T.T. Kuiper, naar Bayonne; GEERDINA, kapt. E.A. Doewes, van Petersburg naar Bayonne; ANJA, kapt. A.C. Hazewinkel, VRIENDSCHAP, kapt. C. Prins en GEZIENA JOHANNA, kapt. J.R. Sap, naar Bordeaux; ALETTA, kapt. Nepperus en IGNATIUS, kapt. G.T. Wilderman, op avontuur;
AH 261233
Uitgezeild:
Bordeaux, 12 december: ZEELUST, kapt. Eiko Fredriks Wieringa, naar Amsterdam; 13 december: DE VRIENDSCHAP, kapt. Cornelis Jellis Prins, naar Amsterdam.
1834
AH 030134
Uitgezeild:
Royan, 19 december 1833. JACOBA, kapt. Verkade, WELVAART (opm: HOOP OP WELVAART), kapt. J.A. Panjer; LEMMER, kapt. J. Tammes; ANJA, kapt. A.C. Hazewinkel en HET VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, alle vijf naar Rotterdam; VROUW ALIDA, kapt. A.A. Borgman, MARIA, kapt. H. van Veen Jr.; ZEELUST, kapt. E.F.Wieringa en VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, alle vier naar Amsterdam.
AH 130134
Scheepstijdingen. Ter rede van Saint Martin de Ré zijn 30 december gekomen, MARIA, kapt. Hendrik van Veen Jr. en VRIENDSCHAP, kapt. C.J. Prins, beide van Bordeaux naar Amsterdam
PGC 180234
Den Haag, 12 februari. Uit Scheveningen meldt men het volgende:
Donderdagmorgen (opm: 13 februari) zijn alhier door de stuurman Ary Dijkhuizen, voerende de visserspink MARIA ELISABETH, reder P. Varkevisser, aan wal gebracht vier schipbreukelingen, die hij op de hoogte van Noordwijk aan Zee, ongeveer 10 mijlen vanaf de wal in een kleine boot had ontmoet. Deze zeelieden waren afkomstig van een kofschip, dat in de avond van de elfde dezer door een ander vaartuig overzeild was geworden en daarna gezonken. Een jongmens van de manschappen van het kofschip is daarbij op het andere vaartuig overgesprongen, doch de kapitein, die zelf zijn schip niet wilde verlaten is waarschijnlijk verdronken. De vier thans aan de wal gebrachte matrozen hebben nog ruim 2 uren lang zich met vruchteloze pogingen, om hem te redden bezig gehouden. Het gezonken kofschip droeg de naam van de VRIENDSCHAP en de kapitein heette Cornelis Gillis Prins (opm: vermoedelijk Cornelis Jelles Prins). Het kwam van Bordeaux en was met een lading wijn naar Amsterdam bestemd. (opm: zie ook DC 180234)
DC 180234
’s Gravenhage, 16 februari. De lading van het overzeilde kofschip de VRIENDSCHAP is in zee drijvende gevonden door een der pinken van de reder P. Varkevisser, welke daarvan 44 okshoofden wijn heeft opgevist en te Scheveningen aan wal gebracht. Vier pinken van voornoemde reder met nog twee andere zijn afgevaren, om het overige der lading op te zoeken en aan wal te brengen.
