1803
Op 16-03-1803 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
AC31121803
te Embden G. Visser en F. Joosten van hier
1805
RC24081805
AMSTERDAM den 22 Augustus.
Sedert onze vorige zijn In Texel gearriveerd en zijn in Zee gezeild, F. Joosten na Embden
1807
AC21071807
Texel
Den 18 den dito binnen, F. Joosten en C. ter Hoorn, uit Noorwegen.
AC05121807
In de Maas binnen F. Joosten, van Tonningen.
Kronieken
1814
Op 22-02-1814 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
RC26041814
Van den Briel wordt van dan 23 dezer gemeld; ook zeilden F Joosten naar Memel
OHC12071814
In den Briel zijn binnen gekomen J. de Jong en J. S. Oltman van Londen , R.H. Dokman en J, Ibrider van Duinkerken , en F. Joosten van Memel.
RC26071814
Gisteren namiddag zeilden uit de Maas in Zee G. Jayint naar Dans, A. van Dyk, J. Berrouws en F. Joosten naar Londen.
RC06081814
Te Gravesend
en F. Joosten van Rotterdam
1815
RC 200315
Te Rotterdam liggen (opm: o.m. de volgende Nederlandse schepen) in lading naar:
Leith: de TWEE GEBROEDERS, kapt. Harm Tonnces Hus,
Idem: de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten.
1816
LCO06031816
Texel uitgezeild
F. Joosten Vrouw Gesina, naar Antwerpen
1817
RC 060917
Overzicht van uit- en binnenzeilende schepen Rotterdam:
Den 4, des avonds, zeilden uit de Maas de schepen en arriveerden de GOEDE HOOP, F. de Best, van Rouaan; de JONGE DIRK, De Kuitse, en de GESINA, F. Joosten, van Memel (opm: Klaipeda); de JONGE PIETER JACOBUS, F. Wiebes, van Libau (opm: Liepaja), en the ST. ANTHONY, H.H. Lange, van Petersburg.
1818
Op 04-05-1818 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
RC 160818
In lading liggend te Rotterdam naar:
Nantes: het Smakschip de VROUW GESINA, kaptein Fokke Joosten.
1819
RC 280919
In lading liggend te Rotterdam naar:
Rochefort, het schip de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten.
1820
Op 04-05-1820 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
MBC17081820
VLISSINGEN den 15 augustus.
Van den 13 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: Aurora, kapt. P. M. Luchting, naar Petersburg, en Frederika, kapt. F. Osterman, naar Gamla Carieby, beide met ballast; de Vrouw Gezina, kapt. F. Joosten, naar Berwick , met boomschors
1821
RC 310321
Amsterdam, 29 maart. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen en
uitgezeild A. Galloway naar Londen, H.R. Swäre en G.G. Kros naar de Oostzee, H.J. Kreuse naar Danzig (opm: Gdansk), U. Angel naar Drobach (opm: Drobak), W.A. de Jong naar Noorwegen, F. Joosten naar de Eider en H. Gerdes naar …. (opm: niet vermeld)
RC 100421
Amsterdam, 8 april. Te Demerarij is gearriveerd A. Bakker en te Havana J.H. Freijburg van Amsterdam; op de Weser, G.J. Hoetjer van Antwerpen, Ebken en A.J. Boomgaard, te Hamburg H.A. Jonker van Amsterdam en C. Wapenaar van Rotterdam; te Rendsburg F. Hazewinkel en F. Joosten van Amsterdam
LC 040921
Harlingen.
Den 30 dito binnen gekomen het kofschip NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met tarwe van Dantzig (opm: Gdansk), de smakschepen de VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Hulst, beide met hout van Noorwegen.
LC 280921
Harlingen.
Den 21 dito binnen gekomen het smakschip ALLEGONDA HILLEGINA, kapt. E.K. Kuilema, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses, de VROUW GESINA, kapt. F. Joosten, het tjalkschip WILHELMINA, kapt. D. de Jong, het kofschip de VROUW SOPHA, kapt. H.I. Kok (opm: kapt. Harm Leenderts Kok), alle met ballast op avontuur.
LC 261021
Harlingen.
Den 18 dito binnen gekomen de smakschepen de VROUW GESINA, kapt. T. Joosten (opm: Fokke Joosten), de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smith, de VROUW CATHARINA, kapt. H. Sleehuis, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.H. Hulst, alle met hout van Noorwegen;
1822
LC 090422
Harlingen.
Den 4 april is binnen gekomen het schonerschip LIVELY, kapt. William Bayes.
Den 5 dito zijn binnen gekomen het kofschip JOHAN WILHELM, kapt. H. Sleehuis, de smakschepen GESINA CHARLOTTA, kapt. G. van Veen, de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, alle drie met hout van Noorwegen.
LC 230422
Harlingen.
Den 20 dito binnengekomen het smakschip CATHARINA, kapt. A.K. Pot, met hout van Dantzig; het galjootschip de VROUW ENGEBORN, kapt. A.M. Ridderwald, met hout van Noorwegen; de kofschepen VRIESLANDS WELVAART, kapt. Fokke Dirks van Veen, met zout van Liverpool, ATLAS, kapt. Emanuel Krause, met hout en hennep van Memel, het schonerschip LIVELY, kapt Willian Bayes, met ballast van Londen; uitgezeild de kofschepen CATHARINA, kapt. B.R. de Vries, de VROUW ELISABETH, kapt. Jan J. Arends jr; de smakschepen de VROUW GEZINA, kapt. Fokke Joosten, EENDRACHT, kapt. E.J. Dortjes (opm: kapt. K.J. Dooijes), alle op avontuur met ballast.
Op 21-05-1822 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LC 310522
Harlingen. Den 12 mei binnen gekomen het smakschip de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, en het tjalkschip de VROUW FENNEGINA, kapt. Arend C. Ruiten, beide met hout van Noorwegen
LC 070622
Harlingen.
Den 30 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. Thomas Yzenback, met zout, potas en geelhout van Liverpool; het brikschip NORGE, kapt. Soren A. Giertzen, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, CASTOR, kapt. S.H. Hooghout, EENDRACHT, kapt. K.J. Doijer (opm: kapt. K.J. Dooijes), en het kofschip EENDRACHT, kapt. C.M. de Jong, alle met ballast naar Noorwegen;
LC 060822
Harlingen.
Den 12 juli uitgezeild het smakschip de VROUW GESINA, kapt. P. Joosten met ballast naar Noorwegen.
LC 300822
Harlingen.
Den 24 dito binnen gekomen het schonerschip VICTORY, kapt. Robert Cubith, met ballast van Londen; het smakschip de VROUW GESINA, kapt. T. Joosten (opm: Fokke Joosten), met hout van Noorwegen.
LC 170922
Harlingen.
Den 6 dito uitgezeild het schonerschip SARA JANE, kapt. H. Clark, met boter naar Londen; de smakschepen de VROUW GEZINA, kapt. Fokke Joosten, de VIJF GEZUSTERS, kapt. Popke E. de Jonge, en CATHARINA, kapt. A.E. Pot, alle met ballast naar Noorwegen.
LC 151022
Harlingen.
Den 5 dito binnen gekomen het kofschip ALIDA CLAZINA, kapt. E.L. Tiktak, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de kofschepen JOHANN WILHELM, kapt. H. Slehuis (opm: JOHAN HENDRIK WILHELM, kapt. Harmanus Sleehuis), VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Haverbult; de smakschepen GESINA, kapt. Christian Fokkes Taaij, de VROUW GEZINA, kapt. Fokke Joosten, alle met ballast op avontuur.
LC 051122
Harlingen.
Den 2 binnen gekomen het smakschip de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, met hout van Noorwegen.
1823
LC 080423
Harlingen.
Den 5 dito binnen gekomen het sloepschip DIAMOND, kapt. Adam Smidt, met ballast van Londen. Uitgezeild de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. D.C. de Groot, de VROUW GEZINA, kapt. T. Joosten (opm: VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten), de VROUW RIKA, kapt. R.E. Zoutman, alle met ballast op avontuur.
LC 160523
Harlingen. Den 5 mei binnen gekomen het kofschip de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen, het smakschip de VROUW GESINA, kapt. T. Joosten (opm: Fokke Joosten), beide met hout van Noorwegen.
LC 111123
Harlingen.
Den 8 dito, de kofschepen WILLEM OLIVIER, kapt. K.F. Faber, de DELPHIN, kapt. Johannes Brugge, de JONGE SICCO, kapt. T. Ysenbeek, alle met zout van Liverpool; het smakschip de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, ledig van Amsterdam.
1824
Op 24-05-1824 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LC 250524
Harlingen.
Den 21 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, met hout en potas van Dantzig (opm: Gdansk).
1825
LC 150825
Harlingen.
Den 12 dito binnen gekomen het kofschip ANNAGINA, kapt. Jan R. Kuiper; de smakschepen DE VROUW MARGARETHA, kapt. Jacob Jans Wever; de VROUW GESINA, kapt. Fokko Joosten (opm: Foeke Joosten); DE JUFFER ENA, kapt. R.J. Haverbult, alle met hout van Noorwegen.
LC 300825
Harlingen.
Den 27 dito uitgezeild de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. Dk. C. de Groot; JOHAN HENDRIK WILHELM, kapt. H. Slehuis; de smakschepen de GOEDE HOOP, kapt. T.I. Visser; de VROUW GESINA, kapt. Fokko Joosten; GESINA, kapt. B.A. Visser; de VROUW ZWAANTJE, kapt. W.G. Stuit, alle met ballast naar Noorwegen.
1826
LC 090526
Harlingen, 7 mei.
Den 1 dezer binnen gekomen, de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. G. Haverbult; HENDRIKA, kapt. T.T. Harding; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klazen; MARTHA, kapt. D.R. van Wijk; DE JONGE JAN, kapt. E. Bart; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. Johs. Brugge; DE VROUW LAMMEGINA, kapt. J.J. Arends. De smakschepen GESINA, kapt. B.A. Visser (opm: na deze reis werd het schip gesloopt); DE VROUW CATHARINA, kapt. J. Bjornsen; DE VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten; DE VROUW CATHARINA, kapt. E.B. Mulder.
Op 15-07-1826 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LCO02101826
Te Terschelling binnen, F. Joosten, H. A. Bekkering en F. G. Mellema, van Dantzlg
1827
RC 091027
Rotterdam,
De 7e, des namiddags, arriveerden in de Maas DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.H. Drewes, van Koningsbergen; HARMONIE, kapt. A.J. Herbes, van Bergen en DE VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, van Dantzig;
1828
OHC17011828
te Cowes F. Joosten; van Matanzas naar Antwerpen gedestineerd.
RC 030428
Rotterdam, 2 april.
De 2e, des morgens, zeilden van Brielle
DE CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, naar Marennes en DE VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, naar de Oostzee.
RC 190628
Amsterdam, 17 juni.
De schepen ENGELINA, kapt. J.K. de Jonge en DE VROUW GEZINA, kapt. B.H. Schipper, beiden van Dantzig en DE VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, van Koningsbergen, alle drie naar Amsterdam, zijn, volgens brief van Delfzijl van de 12e dezer, aldaar binnengelopen; het laatste met gebroken bezaan.
1829
LCO23111829
In het Vlie binnen S.J. Prange , van Arendahl.
Het schip de Vrouw Gezina, Kapt. F. Joosten , met Graan, van Dantzig naar Amsterdam, is, volgens een brief van Harlingen van den 17 November, in den storm uit het N. O. van den 15 dito, na een anker en touw verloren te hebben , op de Westwal geraakt; de Kapt. had een Visscher tot; assistentie aangenomen , en van Harlingen had men een vaartuig afgezonden, om het schip te lichten en zoo mogelijk , weder af te brengen.
RC 241129
Amsterdam, 22 november.
Het schip de VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, met graan van Dantzig naar Amsterdam, is, volgens brief van Harlingen van de 17e dezer, in de storm uit het N.O. van de 15e dito, na een anker en touw verloren te hebben, op de Westwal geraakt; de kapitein had een visser tot assistentie aangenomen en van Harlingen had men een vaartuig afgezonden om het schip te lichten en zo mogelijk weer af te brengen. (opm: het schip bleef behouden)
1830
Op 24-07-1830 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
LC 170830
Harlingen
Den 10 dito het schoenerschip FLORA, kapt. J. Mouldon, met granen naar Londen; het smakschip de VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, met ballast op avontuur
RC 021130
Amsterdam, 31 oktober. Volgens brief van Cuxhaven, van de 25e dezer, waren, wegens tegenwind, aldaar in de haven en ter rede binnengekomen de schepen HERRIBERTUS HERMANUS, kapt. H. Ryke, naar Nantes; JEANNETTE, kapt. J.A. Bellinger, naar Cherbourg; DE JUFVROUW MARIA, kapt. C. van Duffelen, naar Rotterdam; DE VROUW GEERTRUI, kapt. H.D. Klatter, DE JONGE YPE, kapt. E.J. Karst, DOROTEA, kapt. J.P. Kuhl, GEZINA, kapt. F. Joosten, alle vier naar Amsterdam
RC 251130
Amsterdam, 23 november.
De schepen DE VROUW FENKE ENGELINA, kapt. J.W. Keye; DE TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap en ANNA CATARINA, kapt. T. Tampcke, alle drie van Hamburg naar Amsterdam, zijn dezer, wegens tegenwind, te Cuxhaven, binnengelopen.
De schepen DE JONGE YPE, kapt. E.J. Karst; GEZINA, kapt. F. Joosten; FENNA CAROLINA, kapt. S.E. Schippers; DE VROUW MAAIKE, kapt. E.J. Visser; DE VROUW ANTJE. kapt. M.G. Feyes en DE JONGE TJALLING, kapt. H.H. Mellema, alle van Hamburg naar Amsterdam
AH 271130
Carga-lijsten. Amsterdam, 26 november. SARA, kapt. H.G. Botje, van Koningsbergen; DOROTHEA, kapt. S.J. Prange en MARIA HENRIETTE, kapt. M.A. de Boer, van New-Castle; DE VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, van Leith; WIARDUS, kapt. J.J. Arends Jr. en VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, van Hamburg
1831
AH 230431
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Danzig. De Nederlandse smak VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten.
Adres bij Kranenborg en Van Mourik en de Wed. P. Poolman Jzn. & Zn.
AH 160631
Vlie, 13 juni. Binnengekomen: VREDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts, van Nerva; DE VROUW CATHARINA, kapt. F.W. de Vries, van Nerva; WILLEM I (stoomschip), kapt. J.H. Savert, van Hamburg, de 3 laatsten liggen quarantaine.
Vlie, 10 juni. Vertrokken: DE JONGE GERRIT, kapt. De Weerd, naar Hull; ZAANDAM, kapt. Zinger, naar Archangel; ENIGKEIT, kapt. Maase, naar Archangel; CHRISTINA, kapt. Boomgaard, naar St. Petersburg; JOHANNA JACOBA, kapt. Drent, naar St. Petersburg; HET JONGE REINTJE, kapt. Galle (opm: P.J. Colle), naar St. Petersburg; ALIDA IKINA, kapt. de Jonge, naar St. Petersburg; ARENDINA HENDRIKA, kapt. Boerhaven, naar Pernau; OSMINDE, kapt. Naess Faedren, naar Nerva; FORTUNA, kapt. Hedman, naar Christinestad; OSCAR, kapt. Sande, naar Finland; MARGARETHA HENDRIKA (opm:MAGRETHA HINDRIKA), kapt. Munneke, naar Oostzee; DE VROUW MARGARETHA, kapt. de Boer, naar Oostzee; CONCORDIA, kapt. van Wijk, naar Oostzee; ARENDINA HERMINA, kapt. Hazewinkel, naar Oostzee; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. Sprik, naar Oostzee; DE VROUW GESINA, kapt. Joosten, naar Dantzig.
AH 300831
Terschelling, 24 augustus. Binnengekomen: DE VROUW GEZINA, kapt. Joosten, van Dantzig.
AH 061031
Terschelling,
2 oktober. ZEELUST, kapt. Legger, van Kiel; HANSINE, kapt. Rasmussen, van Bandholm; JETSKA CORNELIA, kapt. L.K. de Boer, van Catingzijl (opm: Katingsiel); INGEBORG ANNA CHRISTINA, kapt. Muller, van Tonningen; FLORA, kapt. Michelsen, van Tonningen; NEPTUNUS, kapt. Lindeman, van Norderhaven; TWEE GEBROEDERS, kapt. Breckwold, van Meldorf; DE VROUW CATHARINA, kapt. Juister, van Hamburg; ELIZE, kapt. Freibe, van Grotenzijl; HET JONGE ANTJE, kapt. Leurs, van Norden, liggen allen in quarantaine. Van de quarantaine zijn ontslagen: CHRISTINA, kapt. G.A. Boomgaard, HERM. MARGARETHA, kapt. E.E. Pot, van St. Petersburg; VROUW GESINA, kapt. J. Joosten en JUNGE JOHAN, kapt. R. Jans, van Danzig
1832
AH 190432
Vlie, 16 april. Vertrokken: REINA, kapt. H. Koops, naar Riga; CATHARINA, kapt. M.M. Pot Jr., naar Riga; ANNA SOPHIA, kapt. E.A. Boot, naar Riga; VIER GEZUSTERS, kapt. K.M. Gnodde, naar Larwich; HOFFNUNG, kapt. J.D. Ihlder, naar Bremen; VROUW HELENA, kapt. S.C. de Vries, naar Duinkerken; ALIDA CLAZINA, kapt. L.E. Tiktak, naar Duinkerken; JOHANNA OTTILIA, kapt. K.J. Bolhuis, naar St. Petersburg; VIJF GEBROEDERS, kapt. L.R. Roelfsma, naar St. Petersburg; PETRONNELLA, kapt. J.A. Schuring, naar Riga; VROUW CATHARINA, kapt. T. Lange, naar Riga; EENSGEZINDHEID, kapt. P.T. Kuiper, naar Riga; LIEFDE, kapt. L.J. Karsijns, naar Pernau; VROUW RIKA, kapt. R.E. Zoutman, naar Pernau; VROUW ALIDA, kapt. B.J. Jaski, naar Rensburg; MEINSINA, kapt. J.A. Zeilinga, naar Danzig; GOEDE VERWACHTING, kapt. W.H. Mulder, naar Danzig; RICHARD, kapt. J.G. Riekels, naar Memel; MARIA, kapt. N.H. Olsen, naar Bergen; ROSTOK, kapt. D. Bagge, naar Bergen; MARIA OLETTA, kapt. W. Thijgesen, naar Drammen; GREV. WEDEL JARLSBURG, kapt. M. Moldenhauwer, naar Drammen; PROVEN, kapt. J.R. Hopstok, naar Oosterissoer; EENIGHEDEN, kapt. P. Thomasen, naar Oosterissoer; FRIEDERICHMUNDE, kapt. L.H. Morch, naar Tonsberg; ANNA SIBERDINA, kapt. J.H. Uges, op avontuur; ALIDA, kapt. H.F. Deddes, op avontuur; BLIJDE UITKOMST, kapt. T. Komst, op avontuur; VROUW ANTJE, kapt. Y.J. Post, op avontuur; ALIDA, kapt. L. Nieveen, op avontuur; VROUW ELISABETH, kapt. W.K. de Wijk, op avontuur; ALBERDINA, kapt. G. Venema, op avontuur; PETRUS LUDOVIKUS, kapt. W.J. Moesker, op avontuur; HOOP, kapt. P.J. de Boer op avontuur; VROUW ALIDA, kapt. A.A. Borgman, op avontuur; VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, op avontuur.
AH 200632
Vlie, 17 juni. Binnengekomen: VROUW GEZINA, kapt. F. Joosten, van Danzig, na visitatie van de quarantaine ontslagen
Op 19-07-1832 wordt voor de VROUW GESINA door kaptein/ eigenaar Foeke Joosten uit Hoogezand een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
AH 070832
Vlie, 3 augustus. Vertrokken: GOEDE HOOP, kapt. S.H. de Groot, naar Riga; VROUW HOUWINA, kapt. H.S. Valk, naar Memel; VROUW WILHELMINA, kapt. H.H. Boss, naar Memel; KLEINE STEPHAN, kapt. J. Gall, naar Rostock; ANNA MARIA BREGITTA, kapt. J. Pedersen, naar Drammen; ALIDA, kapt. B. Drok, naar Oosterrisoer; HARMONIE, kapt. J. Olsen, naar Krageroe; SANDVIGEN, kapt. N.S. Beck, naar Arendahl; VROUW GESINA, kapt. F. Joosten, op avontuur.
1833
LC 110633
Harlingen.
Den 7 dito, het smakschip JACOBINA, kapt. R. Klunder, met beenderen naar Hull; het kofschip GEZINA, kapt. F. Joosten, ledig naar Groningen (opm: de VROUW GESINA, bouwjaar 1803 of eerder, kapt. Foeke Joosten, voer naar haar thuishaven Hoogezand om te worden gesloopt)
Op 24-06-1833 wordt de zeebrief van de VROUW GESINA door de ontvanger te Hoogezand terug gezonden met de opmerking: Schip wordt gesloopt. De naam van de kaptein werd niet vermeld.