|
Vlissingen, 14 maart. Heden is van de quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild, de MADISSON, kapt. P.M. Atkins, van Charlestown met rijst en katoen. Ook heeft de quarantaine-visite ondergaan en is naar Antwerpen vertrokken, THE DAWN, kapt. J. Doane, van New York met potasch en verfhout. Den 12 dezer zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: DIE FRAU HELENA, kapt. F.O. Adams, van Hooksiel met haver; ALBERDINE, kapt. P.E. Mooi met houtwaren en DE VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink met lijnzaad, beide van Memel; HERKULES, kapt. T. Schipman, van Londen met stukgoederen. Voorts zijn, van den 11 dezer tot heden, van onze rede naar zee gezeild de volgende schepen, daartoe van Antwerpen de Schelde afgekomen: DE JONGE CAMILLE, kapt. J. Walters, naar Londen met boomschors; DE VERANDERING, kapt. J.H. Uiling, op avontuur met ballast; LOVELY AND ANN, kapt. P.P. Blyrt, naar New Orleans met stukgoederen; DE AREND, kapt. H. Elbring, DE COMMERCIE, kapt. H.A. de Vries, MEDUSA, kapt. J. Lubbing, KING GEORGE-PACKET, kapt. J. Mechelt en THE LYRA, kapt. C. Burdon, alle vijf naar Londen met boomschors; HENRIETTA JOHANNA, kapt. C.J. Kluin en L’AUGUSTE, kapt. J.G. Sap, beide naar Bordeaux met ballast; LA JEUNE LOUISE, kapt. P. le Vasseur, naar Havre-de-Grace met geweren; DE HERSTELLING, kapt. B.H. Smit, naar de Marennes met ballast; THE MARINER, kapt. J. Douglas, naar Leith met vlas; SUZANNA, kapt. F. Knoop en STANISLAUS, kapt. M. Bougés, beide naar Bordeaux; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J.H. Fijn en DE VROUW GEZINA, kapt. N.H. Baas, beide naar Oléron; DE VROUW ANNEGINA, kapt. J.J. Oltmans en MARIA JOHANNA ELISABETH, kapt. H.G. Boekhout, beide op avontuur; CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, DE JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster en ANNA KRANENBORG, kapt. H. Smit, alle drie naar Oléron, en alle negen met ballast.
|