|
Amsterdam, 10 augustus. Volgens bericht van kapitein Cornelis Pakes, voerende het schip (opm: pink) ELIZABETH, van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, in dato 5 augustus, was hij destijds tussen Douvres en de Cingels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness), en dacht met den eersten gunstige wind het Kanaal door te zeilen. OHC 130816 Volgens brief van Elseneur van den 3 augustus waren de schepen, welke den 30 juli en enige dagen te voren uit de Sond gezeild waren een gedeelte den 31 dito en 1 augustus wegens storm en contraire wind terug gekomen, voor zo ver wist alle in goeden staat, waaronder de JONGE GERRIT (opm: fluit), kapt. D. Annes, de GOEDE HOOP (opm: fluit), kapt. E. Douwes, de LIEFDE (opm: fluit), kapt. L.A. Kant, DRAMME, kapt P. Stibold, de TWEE GEZUSTERS (opm: tjalk), kapt. H. Segers en de GOEDE HOOP (opm: kof), kapt. C. Teves; alsmede zoo men dacht, de EENDRAGT (opm: kof), kapt. H.E. de Jong en MARIA ADOLPHIA (opm: kof), kapt. J.H. Haverbult, volgens schippers berichten was het schip de JONGE JACOB (opm: fluit), kapt. K. Wybrands, den 1 augustus in goeden staat tussen Anholt en Lesouw gezien.
|