1814Op 11 april 1814 wordt voor de JONGE NICOLAAS door kapt./ eigenaar Rinse Sijbrands Seda een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
OHC 070514
Te Gravesend, R.S Seba van Harlingen.
OHC 230614
Amsterdam, 20 juni. Den 17 dezer zijn in ‘t Vlie binnen gekomen R.S. Seba, R. de Jager en S.G. Bakker van Londen.
LCO 090914
Te Gravesend: twee Gebroeders, Kapt. J. Swyns, van Amsterdam, de JONGE NICOLAAS, Kapt. Seban, van Harlingen.
RC 250814
Te Yarmouth is, wegens lekkagie binnengelopen , het schip de JONGE NICOLAAS, kapt. Rinse Ysbe Seba, van Harlingen naar Londen.
1816
LC 171216
De notaris Wyma, te Harlingen, zal aldaar, op Woensdag den 18 den december 1816, des namiddags van 2 tot 3 uren, en 's avonds van 6 tot 7 uren, bij de beschrijving en den finalen palmslag, in de herberg Benthem publiek presenteren te verkopen. Een welbezeild HEKSCHIP, DE JONGE NICOLAAS genaamd, lang over Steven 60 vt., wijd op zijn buitenwerk 16 vt ,en hol 6 vt., en zulks met al zijn rondhout, opstaand en lopend wand, ankers, touwen, zeilen en verdere gereedschappen, zoodanig wordt bevaren door Rinse Sybrands Seba, en is leggende in de Noorderhaven te Harlingen. Intussen is ook het schip uit de hand te koop; en deswegens informatie te bekomen bij voorn. Notaris.