1820
Op 24 april 1820 wordt de zeebrief voor het kofschip de BOUDEWINA, kapt. J. Stroobuur, retour gezonden door de solliciteur te Rotterdam. De reden is niet bekend.
DC 071120
Advertentie. Publieke verkoping, binnen de stad Dordrecht, in het Venduhuis de Gouden Molen, op de Hooge Nieuwstraat, op zaterdag den 18 november 1820, des middags ten 12 ure precies, ten overstaan van de Notaris Van der Star van:
1. Een extraordinair welbezeild Nederlands Kofschip genaamd de BOUDEWINA, gevoerd door kapt. Jacob Stroobuur, lang over steven 87 voeten 7 duimen, wijd tegen de buitenhuid aan de voorste balk van het grote luik 21 voeten, hol onder de balk van het grote luik en bovenkant van de kiel 10 en een halve voet, alles Amsterdamse maat.
Met alle deszelfs rondhout, opstaande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen en behoeften, volgens aangeslagen biljetten, zo als hetzelve schip thans te Dordrecht, in de Kalkhaven, is liggende.
2. Een extraordinair snelzeilend Schoenerschip, genaamd CONSTANCE, gevoerd door kapt. Carl L. Mentzel, zeer geschikt voor de vaart op de West-Indiën, varende onder Nederlandse vlag, lang over steven 78 voeten, wijd bij de voorste balk voor het grote luik binnen zijn huid 23 voeten 6 duimen, hol in het ruim bij de eerste balk voor het grote luik op zijn uitwatering 12 voeten 2 duimen, alles Amsterdamse maat.
Met alle deszelfs rondhout, opstaande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen en behoeften, volgens aangeslagen biljetten, zo als hetzelve schip thans in de Kalkhaven, te Dordrecht, is liggende.
Nadere onderrichting bij gemelde notaris, alsmede de makelaar Mauritz te Dordrecht.
Zegt het voort.