1814
RC 220314
R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, Y. Portielje en M.M. Steenhouwer . Makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte op maandag den 28 maart 1814, des avonds ten zes uren te Amsterdam, in het Nieuwezyds Heeren-Logement, op den Haarlemmerdijk, verkopen, een extraordinaire welbezeild fregatschip, genaamd SUSANNA MARIA, gevoerd bij kapitein Leopoldus Heinsius , is in het jaar 1802 nieuw uitgehaald; lang over steven 97 en 1 half voet, wijd 28 voet 2 duim, hol 13 voet 9 duim, het dek 6 voet 4 duim , alles Amsterdamse maat; breder bij den inventaris omschreven. Nader onderrichting te bekomen bij voornoemde makelaars.
RC 260314
De verkoping van het fregatschip SUZANNA MARIA, Kapitein L. Heinsius, het brikschip MARGAREDA JULIA, het pinkschip DE ONDERNEMING , het smakschip DE JONGE BEURSMAN, en een party scheepsgereedschappen, aangeslagen tegens maandag den 28 maart, word uitgesteld tot maandag den 4 april 1814.
Op 02-11-1814 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan de Vries.
1815
RC 190615
Amsterdam, 18 juni. Het schip de DRIE VRIENDEN, kapt M. Charlan (opm: fregat, kapt. Machiel Charlau), in Texel binnengekomen, is den 23 april laatstleden van Suriname gezeild en breng bericht, dat het schip (opm: brik) NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, bij het uitzeilen van Bramspunt, op den 21 te voren, op de Lijwal was geraakt en adsistentie bekomen had om weder in vlot water te komen (opm: zie ook RC 250715). De schepen SUSANNA MARIA, kapt J. de Vries, VROUWE JEANNE, kapt. B. Calgren, VRIENDSBELEID, T.J. Vlieger (opm: Foppe Juurts Vlieger) en de GOEDE HOOP, J. Dogger, zouden successievelijk acht of tien dagen na kaptein Charlan (opm: Charlau) vertrekken.
RC 021115
Amsterdam, 31 oktober. Kaptein C. Doetz, voerende het schip (opm: fregat) SUSANNA MARIA, van Suriname naar Amsterdam gedestineerd, zoals te voren gemeld, is, op bekomen kennis van de destijds in Europa plaats hebbende omstandigheden, ter beveiliging van schip en lading, te New-York binnengelopen, meldt vandaar in dato 19 september laatstleden, dat hij, na op den 21 augustus met schip en lading in goede staat, ter vervordering zijner reize, naar Amsterdam vertrokken te zijn, in het laatst dier maand door zware stormen is belopen, waardoor zijn schip schade bekomen had, en het raadzaam geoordeeld werd, de reis niet voort te zetten; dat hij, dienvolgens, de naaste haven zoekende, de gelegenheid hem gediend had om wederom in New-York binnen te lopen, alwaar hij den 11 september gearriveerd en sedert dien tijd bezig was zijn lading, die veel geleden had, te lossen. Vele andere schepen hadden, gelijk het zijne, schade bekomen en waren insgelijks te New-York teruggekeerd.
1816
RC 230116
Advertentie. P.J. Aljens en J.P. Karseboom, makelaars, zullen ten overstaan van den heer J. Tiedeman Nicolaaszn, Griffier bij de Regtbank van Koophandel, op donderdag den 25 januari 1816, des avonds ten 6 uren precies, te Amsterdam, in de Brakke Grond, in de Nes, verkopen: ene partij van 10 vaten 12 kwart vaten beschadigd Surinaams suiker, gelost uit het schip (opm: fregat) SUSANNA MARIA, kapt. C. Doetz, gekomen van Surinamen, laatst van New-Yorck, staande in het onderstuk van het pakhuis Neerdyk, op de Oudezijds Agterburgwal, bij de Slijkstraat, daags vóór en op de verkoopdag te zien. (opm: zie RC 021115)
Op 01-08-1816 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
1817
RC 220217
Amsterdam, 20 februari. Te Suriname gearriveerd C. Doets van Amsterdam.
OHC 170517
Amsterdam, 16 mei. Den 15 dezer is in Texel binnengekomen C. Doets van Suriname.
Op 30-08-1817 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
OHC 141017
Amsterdam, 13 oktober. De 12 dezer van Texel gezeild C. Doets naar Suriname.
1818
OHC 220118
Amsterdam, 20 januari. Arrivementen: Te Suriname, C. Doetz van Amsterdam.
RC 260218
In de maand februari zouden van Suriname vertrekken de schepen SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, WILHELMINA SUSANNA, kapt. A.J. Struijk, FENIX, kapt. A. Schrant en HENRIETTA, kapt. P.C. Staghouwer, naar Amsterdam.
RC 120518
Rotterdam, 11 mei. Den 9, des morgens, arriveerde de GOEDE VERWACHTING, P. Strating, van Oleron; dezelve rapporteert, dat hij den 1 dezer, bij Portland, in goede staat gepraaid heeft het fregatschip SUSANNA MARIA, C. Doets, van Surinamen.
Op 23-05-1818 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
LCO 161018
Amsterdam, 14 oktober. In de loop van september zouden van Suriname vertrekken de schepen ANNA EN JACOBA, kapt. G. Abels, HENRIETTA, kapt. P.C. Staghouwer en ANNA MARIA, kapt. J.D. Haynes en tegen medio oktober SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, allen herwaards.
1819
RC 090119
Amsterdam, 7 januari. Met kaptein J.K. Klein, voerende het schip (opm: pink) ADRIANA JOHANNA, welke den 8 november (opm: 1818) van Surinamen vertrokken en den 4 januari in Texel binnen gekomen is, heeft men berigt, dat den 2 oktober 1818 uit die kolonie gezeild was het schip de HERSTELLING, kaptein D. Sibolds, den 22 of 23 dito het schip SUSANNA MARIA, kaptein C. Doetz en den 2 november 1818 de schepen NICOLETTE JEANNE (opm: brik), kaptein M. Koos; de VRIENDSCHAP, kaptein J. Kersjes de Jong, en FORTUNE, kaptein J.H. Freijburg, alle naar Amsterdam.
Op 15-02-1819 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
OHC 080419
Amsterdam, 6 april. Op 5 april bij Texel uitgezeild C. Doets van Suriname.
RC 290419
Door kapt. Marson, te Havre gearriveerd, is den 8 april, drie mijlen van Cherbourg, gepraaid het schip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, den 5 den uit Texel gezeild naar Suriname.
RC 230919
Amsterdam, 21 september. Kapitein Wigle Swart, in Texel binnen van Surinamen, is den 31 juli van daar vertrokken, hebbende de uit- en thuisreis in drie maanden en 27 dagen volbracht, rapporteert dat zo voor als op den 31 juli van daar gezeild zijn HENRIETTA, P.C. Staghouwer; PARAMARIBO, J.G. Geertsema Jullens; INDUSTRIE, A. Brons; ZAANDAM, R. Krins; SANDRINA CORNELIA, Frederik Groen; JOHANNA PHILIPPINA, Willem de Boer; de VRIENDSCHAP, Jacob Kersjes de Jong; SUSANNA MARIA, C. Doets; de HERSTELLING, R. Maalsteed, en de EENDRAGT, F. Mathielse.
OHC 231019
Amsterdam, 21 oktober. Den 20 dezer is binnengekomen SUSANNA MARIA, C. Doets van Suriname.
1820
Op 13-03-1820 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
OHC 150420
Amsterdam, 14 april. Den 13 dezer is uitgezeild C. Doets naar Suriname.
SUC 020620
Aangebracht per de SUSANNA MARIA, C. Doets en per vorige schepen en te bekomen in het pakhuis van Th. Van Bommel, boter, kaas, Westphaalse hammen, gerookte ossentongen, paterstukken, saucijzen de Boulogne, Limburgse kaas, vruchten op brandewijn, kelders met rozijnen en amandelen, Princesse bier. Paramaribo, 2 juni 1820
SUC 200620
Wie enig recht of pretentie hebbende op vier vaten gemerkt A 1-4, wordt verzocht dezelve voor 30 juni aanstaande, tegen betaling van vracht en advertentie kosten van het schip SUSANNA MARIA, C. Doets af te halen, zullende bij nalatigheid van dien door wien het mochte aangaan, op voorziene dag bij de heren Joël Gomperts en Zoon op publieke vendue worden verkocht.
OHC 261020
Amsterdam, 25 oktober. Den 24 dezer is in Texel binnengekomen SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets van Suriname.
Op 20-11-1820 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
OHC 161220
Amsterdam, 14 december. Den 13 dezer is van Texel uitgezeild C. Doets naar Suriname.
1821
SUC 270221
Zeetijdingen Suriname, 27 februari. Binnengekomen het schip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets.
RC 260721
Amsterdam, 24 juli. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen G.R. Bos, A.J. Struijk en C. Doets van Suriname.
RC 280721
Kapitein C. Doets, den 23 dezer in Texel binnen, heeft den 22 laatstleden in de hoofden zeilende gezien een pinkschip, hijsende vlag n.° 116, zijnde J. ten Boekel (opm: JOHANNA JACOBA), van Amsterdam naar Rio de Janeiro.
1822
Op 09-02-1822 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
RC 110422
Amsterdam, 9 april. Sedert onze laatste is van Texel uitgezeild C. Doets naar Suriname.
LCO 091022
Amsterdam, 7 oktober. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen SUSANNA MARIA, C. Doets van Suriname.
1823
Op 19-03-1823 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
RC 150423
Amsterdam, 13 april. Sedert onze laatste is van Texel uitgezeild C. Doets naar Suriname.
AC 300723
Te Suriname zijn gearriveerd: op 31 mei KOLONIST, kapt. L. Wildschut; op 3 juni l’AUGUSTE (opm: fregat AUGUSTE, thuishaven Amsterdam), kapt. J. Hulsen Jr; op 4 juni HET GENOEGEN, kapt. Reltje Czn; en op 5 juni SUSANNA MARIA (opm: fregat), kapt. Cornelis Doets, alle vier van Amsterdam.
RC 231023
Amsterdam, 21 oktober. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen (opm: SUSANNA MARIA), C. Doets van Suriname.
1824
Op 27-03-1824 wordt voor de SUSANNA MARIA door Wed. Vereul & Zoon uit Amsterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Doetz.
OHC 130424
Amsterdam, 11 april. Aan Den Helder lag den 9 dezer gereed om te vertrekken SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets naar Suriname.
AC 050524
In de Lloyd’s lijst van den 30 april lezen wij, dat te Plymouth is binnengekomen het schip SUSANNE MARIA, kapt. Doers (opm: SUSANNA MARIA, kapt. C. Doetz), van Amsterdam naar Suriname, met verlies der steng van de grote mast en enige zeilen (opm: zie RC 080524).
RC 080524
Amsterdam, 6 mei. Volgens schrijven van kapt. Doetz, voerende het schip SUSANNA MARIA, den 15 uit Texel naar Suriname gezeild, is hij, na reeds den 18 Lezard te zijn gepasseerd, door een steeds toenemende storm belopen geworden, waarin hij in de nacht van den 22 en 23 diverse stengen en 7 zeilen heeft verloren en tevens genoodzaakt is geweest een groot gedeelte van het staande en lopend want te kappen. Hij had met veel moeite den 27 de haven van Plymouth bereikt om de geleden schade te herstellen en zijn reis zo spoedig mogelijk te vervolgen.
RC 030624
Amsterdam, 1 juni. Het fregatschip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, van Amsterdam naar Suriname, te Plymouth binnen, heeft den 23 mei deszelfs reis vervolgd.
OHC 260824
Amsterdam, 24 augustus. Te Suriname aangekomen SUSANNA MARIA, C. Doets.
AC 031124
Helder, 1 november. Het fregatschip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, van Suriname naar Amsterdam bestemd, is den 31 oktober des avonds, na gissing ten 6 ure, bezuiden Kijkduin, aan het strand vervallen en reeds een uur daarna totaal verbrijzeld; de kapitein, stuurman, loods en verdere equipage, met uitzondering van vier man, die zich op een gedeelte van de vleet hadden begeven, zijn omgekomen. De lading is mede geheel weg, verscheiden suikervaten zijn op het strand geslagen, doch allen stuk en ledig (opm: zie ook RC 041124, AC 081124, AC 091124 en PGC 091124)
RC 041124
Amsterdam, 2 november. Het fregatschip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, van Suriname naar Amsterdam, is, volgens brief van Den Helder, van den 1 november, de vorige avond, nabij Kalandsoog, jurisdictie van Den Helder, aan het strand vervallen en, alvorens zich iemand derwaarts kon begeven, geheel verbrijzeld; de kapitein, stuurman, loods en overige equipage, uitgezonderd vier man, zijn daarbij omgekomen, van het schip, voor zoveel men in de nacht zien kon, niets overgebleven en de lading geheel weg, drijvende aan het strand niets dan wrakhout (opm: zie ook AC 031124).
1824
AC 031124
Helder, 1 november. Het fregatschip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, van Suriname naar Amsterdam bestemd, is den 31 oktober des avonds, na gissing ten 6 ure, bezuiden Kijkduin, aan het strand vervallen en reeds een uur daarna totaal verbrijzeld; de kapitein, stuurman, loods en verdere equipage, met uitzondering van vier man, die zich op een gedeelte van de vleet hadden begeven, zijn omgekomen. De lading is mede geheel weg, verscheiden suikervaten zijn op het strand geslagen, doch allen stuk en ledig (opm: zie ook RC 041124, AC 081124, AC 091124 en PGC 091124).
RC 041124
Amsterdam, 2 november. Het fregatschip SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, van Suriname naar Amsterdam, is, volgens brief van Den Helder, van den 1 november, de vorige avond, nabij Kalandsoog, jurisdictie van Den Helder, aan het strand vervallen en, alvorens zich iemand derwaarts kon begeven, geheel verbrijzeld; de kapitein, stuurman, loods en overige equipage, uitgezonderd vier man, zijn daarbij omgekomen, van het schip, voor zoveel men in de nacht zien kon, niets overgebleven en de lading geheel weg, drijvende aan het strand niets dan wrakhout (opm: zie ook AC 031124).
AC 081124
Advertentie. Amsterdam, 5 november. Het stranden van het schip de SUSANNA MARIA, kapt. C. Doets, bij Kijkduin, op den 31 oktober l.l. (opm: zie AC 031124) heeft mij mijn beide zonen, Jan Matthijs en Anthonij Balthaser, de eerste oud 26, en de tweede 24 jaren, doen verliezen. Als vader diep bedroefd over deze treffende slag, geef ik mijn vrienden en bekenden, zo binnen en buiten de stad, hiervan kennis. Ik zal mijn rouw door uitwendige tekenen niet vermeerderen, en verzoek, van beklag over dit verlies, hoe wel gemeend ook, verschoond te blijven.
Amsterdam, den 6 november 1824 J.H. Osieck
AC 091124
Advertentie. Amsterdam, 6 november. De stormen, welke in de laatste dagen zo vele verwoestingen hebben veroorzaakt, waren ook mij en mijne dochters ten uiterste noodlottig en de avond van den 31 oktober (opm: zie AC 031124), was door de Alwijzen beschikt om mij van de braafste echtgenoot en een oppassende zoon, hen van een zorgdragende vader en veelgeliefde broeder te beroven. De eerste kapitein, de tweede onderstuurman op het schip SUSANNA MARIA, komende van Suriname, hetwelk niettegenstaande alle aangewende pogingen van hen en de verdere equipage, de treffende schipbreuk heeft geleden, waarvan de bijzonderheden maar al te zeer bekend zijn, en zulks op het ogenblik van de haven hunner bestemming te bereiken. Hoe wij onder deze dubbele slag gebukt gaan, zal ieder gevoelig hart beseffen; verzoekende dan ook van brieven van rouwbeklag verschoond te blijven.
Edam, 8 november 1824 N.P. Krap, Wed. Cornelis Doets
Dienende deze tot kennisgeving aan vrienden en bekenden, zo binnen als buiten de stad.
PGC 091124
Helder, 1 november. Gisteren avond is het schip SUZANNA MARIA (opm: fregat SUSANNA MARIA, zie o.a. AC 031124), kapt. C. Doets, van Suriname naar Amsterdam, bezuiden Kijkduin op strand vervallen en weldra verbrijzeld. De kapitein, stuurman, loods en verder equipagie, zijn, op vier man na, omgekomen; de lading is geheel verloren.
In een brief uit Huisduinen van den 1 november wordt deswegens het navolgende gemeld:
“Was de dag van den 14 oktober merkwaardig, door de betoonde moed en mens- lievendheid onzer inwoners, zo verdient de avond van gisteren mede in het geheugen te worden bewaard. Te 7 uren vernamen onze sloeplieden, dat zich een schip op een afstand van één en een half uur van hier in nood bevond. Dadelijk bragten zij een vaartuig naar de plaats, alwaar het schip was vastgeraakt, maar zij bemerkten aan de menigte van gebroken vaten en planken, welke reeds op het strand waren aangespoeld, dat er weinig hoop was de mensen te behouden. Des niettegenstaande poogde men bij het wrak te komen, en niet te vergeefs, daar men al spoedig het gekerm van enige ongelukkigen vernam, welken hart al zwemmende een touw trachtte aan te reiken. Dit voornemen echter mislukt zijnde, bemanden enige welgezinde sloeplieden als om strijd het vaartuig, hetwelk toen ter plaatse was aangekomen, en roeiden naar het schip, met dit allergelukkigst gevolg, dat zij, ondanks de branding, en in weerwil van de zware stukken hout, die in menigte van het schip werden afgeslagen, nog 4 man van de equipagie (welke uit 18 personen had bestaan), die zich gedurende 3 uren op de grote mast hadden weten boven te houden, het leven konden redden. De namen dezer menslievende inwoners zijn nog niet alle bekend; zeker is het echter, dat de zestigjarige vader van de onlangs zo roemrijk gestorven Arien Kramer de sloep bestuurde.”