Marhisdata heeft lang getwijfeld over de geschiedenis van dit schip.
- Van de JOHANNES, de eerst bekende naam die tot mei 1810 was gevoerd, is niets teruggevonden. Welk bouwjaar en welke de naam is geweest die het in Noordoost Schotland gebouwde schip daarvoor heeft gehad is evenmin iets bekend.
Mogelijk is het onder ongetwijfeld Engelse vlag gevaren hebbende schip na de in 1806 door de Engelsen ingestelde boycot van het onder Franse controle staande deel van het vasteland, het zgn. Continentaal Stelsel, door de Fransen gekaapt. Na een gehouden rechtszaak voor de Keizerlijke Prijsraad in Parijs kan het schip in een aansluitende veiling door Nederlanders zijn gekocht, die hem de naam JOHANNES gaven. Het schip was gefranciseerd geweest, d.w.z. had onder Franse vlag gevaren, en dat zal na de inlijving door Frankrijk tussen 1810 en 1813 hebben plaatsgevonden.
- Het scheepstype is ook niet erg duidelijk. De waarschijnlijk sloepgetuigde CATHARINA zal een gelijkenis hebben gehad met de Nederlandse hoeker en kreeg vanaf 1814 bij de aangekondigde veilingen die benaming, waaraan Marhisdata zich heeft geconformeerd.
- De tenaamstelling in 1810 was CATHARINA; in 1813-1815 noemen de verkoopveilingen en de zeetijdingen het schip VROUW CATHARINA, een naam die in 1827 weer opduikt. Ook de zeebrieven 1813-1814 spreken van VROUW CATHARINA. Een schip met een variërende naam met of zonder VROUW is in die jaren niet ongebruikelijk.
- Na februari 1815 raakt het spoor bijster, naar is aangenomen doordat het schip toen naar de visserij zal zijn gegaan. Doorslaggevende informatie ontbreekt, mede doordat voor een visserman geen zeebrief is vereist. Behalve, dat in 1827 een JONGE JACOBA wordt aangekocht als vissersschip dat vanuit Vlaardingen ter visvangst had gevaren en nu haar laatste naam, POMONA, kreeg. Dat Marhisdata er vanuit is gegaan dat met de JONGE JACOBA de ex-VROUW CATHARINA is bedoeld heeft drie redenen: het scheepstype was een ‘sloep- of hoekerschip’, een uitdrukking die normaal niet wordt gehanteerd; het was ‘buiten de Nederlanden’ gebouwd en in het koopcontract stond als scheepsnaam vóór JONGE JACOBA de VROUW CATHARINA.
- De opgegeven tonnages leverden het grootste struikelblok: in 1810 50 / 37 rogge resp. gemeten lasten en in 1827 24 lasten of 45 zeetonnen. Voor deze grote verschillen is geen verklaring.
De overige hierboven aangedragen argumenten hebben Marhisdata echter doen besluiten deze levensloop aan te houden. Mocht er ooit over met name de JONGE JACOBA een ander licht gaan schijnen dan zal de biografie opnieuw worden bekeken.
1813
RC december 1813
(opm: hieronder volgt een selectie van gedurende december 1813 door verschillende cargadoors geplaatste advertenties van in Rotterdam in lading liggende schepen, welke een indruk geeft van de ‘lijndiensten’ op een aantal Engelse havens)
Londen. Het Hollandsch Sloepscheepje VROUWE CATHARINA, schipper Jacob Parlevliet,
Adres by Kuyper, Van Dam en Smeer. (opm: 1 van 12 vermelde schepen)
Op 26 december 1813 werd voor de VROUW CATHARINA een eerste zeebrief verstrekt, aangevraagd door C.P. Gevers, Rotterdam, voor kapt. Jacob Parlevliet
1814
OHC 130114
Den 9 dezer is van den Briel in zee gezeild de VROUW CATHARINA (opm: hoeker), kapt. J. Parlevliet, naar Colchester.
OHC 190514
In den Briel zijn binnengekomen, A. Poort (opm: MARIA), A. de Vos (opm: sloep FORTUIN) en J. Parlevliet (opm: VROUW CATHARINA) van Sunderland.
Op 11 juli 1814 werd voor de VROUW CATHARINA een nieuwe zeebrief verstrekt, aangevraagd door C.P. Gevers, Rotterdam, voor kapt. Willem van der Kolff. Het terugzenden van deze zeebrief is niet gevonden. Nadat kapt. Van der Kolff reeds van boord was gehaald werd het schip op 3 januari 1815 in veiling gebracht maar niet verkocht. Een tweede veiling op 14 februari was evenmin succesrijk. Tenslotte is het schip verkocht aan Pieter Bergwerf te Vlaardingen, vermoedelijk nog in 1815, maar de koopakte is niet gevonden. Het schip ging uit de vrachtvaart naar de haringvisserij, kreeg de nieuwe naam JONGE JACOBA en als kapitein (in de visserij stuurman genoemd) o.a. Daniel Spanjersberg [1821] en Hendrik Alijk [1824-1827]. Voor de visserij zijn geen zeebrieven vereist.
LC 111114
Arrivementen
Te Gravesend de VROUW CATHARINA (opm: hoeker), W. van der Kolff en MINA, Keus (opm: MIMI, kapt. L. Keus), van Rotterdam.
RC 201214
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als lasthebbers van hun Principalen en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zijn van mening, op Dinsdag den 3 January 1815 in het openbaar te veilen en aan de meest daarvoor biedende of eerstmijnende te verkopen:
1 Een extra welbezeild eenmast Hoekerschip, genaamd de VROUW CATHARINA, lang over Steven 60 voeten 3 duimen, wyd binnen de Huid 17 voeten 8 duimen, hol in het Ruim 9 voeten, Amsterdamse maat, met rondhout, staande en loopend wand, ankers, touwen, zeilen, en verdere gereedschappen, liggende in Scheepmakershaven, aan de Punt, gevoerd geweest door kaptein Willem van der Kolff. (opm: zie RC 090215 en 210215)
1815
RC 090215
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, zullen op dinsdag 14 februari 1815 des namiddags 4 uur ten huize van George Crabb, kastelein in het Badhuis, in de Boompjes, verkopen:
- het 1-mast Hoekerschip de VROUW CATHARINA, (opm: zie RC 201214 en 210215)
RC 210215
Rotterdam, 20 februari. Het 1-mast Hoekerschip de VROUW CATHARINA, op 14 februari 1815 publiek te Rotterdam geveild en onverkocht gebleven, blijft uit de hand te koop. Te bevragen bij Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars te Rotterdam.
(opm: het schip werd tenslotte op 11 maart verkocht, kreeg de naam JONGE JACOBA en zou vanuit Vlaardingen o.a. onder stuurman Daniel Spanjersberg [1821] en Hendrik Alijk [1824-1827] tot 1827 voor de haringvangst worden ingezet)
Tijdens het gebruik als vissersvaartuig moet een tweede mast zijn geplaatst, en het schip ten dele zijn vertuigd.
1827
Op 21 februari 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de POMONA, gevoerd door kapt. Jan Haasnoot en aangevraagd door koopman A.A. Bohlman te Amsterdam. Op 4 mei werd een Turkse Pas afgegeven en in augustus en december nog eens.
1828
AH 260328
Carga-lijsten: Amsterdam, 25 maart. DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, van Farnambuco; CHARLES EN HENRY, kapt. J.A. Sibbeman, van Charlestown; MARIA JACOBA, kapt. J.J. Bart, van Curacao; POMONA, kapt. Haasnoot, van Lissabon;
AH 280628
Cargalijsten. Amsterdam, 26 juni. POMONA, kapt. Jan Haasnoot, van Lissabon;
AH 120728
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Lissabon, POMONA, kapt. J. Haasnoot. Adres bij Jan Daniëls & Zonen & Arbman en Coopman, De Wit & Lenaertz.
AH 081028
Carga-lijsten. Amsterdam, 7 oktober. POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon.
In mei, augustus en oktober 1828 werden Turkse Passen afgegeven. Evenals in 1827 was steeds de bestemming Lissabon.
1829
RC 280229
Rotterdam, 27 februari. Te Antwerpen zijn gearriveerd POMONA, kapt. Hazenoot (opm: kapt. Jan Haasnoot) van Havre-de-Grâce.
RC 210429
Rotterdam, 20 april. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en naar zee gezeild POMONA, kapt. J. Haasnoot, naar Lissabon.
Op 1 juli 1829 werd een nieuwe zeebrief afgegeven voor kapt. Jan Haasnoot. De Turkse Passen naar Lissabon werden verstrekt in maart en juli, terwijl die oktober moet zijn verstrekt niet is gevonden.
AH 241029
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam, naar de volgende plaatsen.
Lissabon. Het schip POMONA, kapt. Jan Haasnoot. Adres bij J. van Ulphen. Vertrekt 31 oktober.
1830
RC 060330
Rotterdam, 5 maart. De 4e dezer, des morgens, zeilden POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon naar Amsterdam.
AH 100330
Carga-lijsten. Amsterdam, 9 maart. POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon;
AH 100330
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Lissabon. Het Nederlands schip HERMANNA JACOBA, kapt. Jacob van Ulphen. Adres bij J. van Ulphen.
Lissabon. Het Nederlands sloepschip POMONA, kapt. Jan. Haasnoot. Adres bij J. van Ulphen.
AH 090630
Carga-lijsten. Amsterdam, 8 juni. POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon;
AH 131230
Carga-lijsten. Amsterdam, 11 december. POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon;
In 1830 werden in april en september Turkse Passen verstrekt, als steeds voor reizen naar en van Lissabon. Voor de voorgenomen reis in januari 1831 naar een afwijkende bestemming, namelijk Bilbao, werd het risico van aanvallen door zeerovers kennelijk laag ingeschat zodat geen Turkse Pas werd aangevraagd en op de premie kon worden bespaard.
1831
AH 010131
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Bilbao. Het Nederlandse kofschip DE VROUW ALIDA, kapt. J.H. Jonker. Adres bij C. de Grijs en Zonen.
Naar Bilbao. Het Nederlands sloepschip POMONA, kapt. Jan Haasnoot. Adres bij Van Ulphen en Ruys.
AH 170231
Texel, 15 februari. Vertrokken: Zr.Ms. brik PELIKAAN, 1e luit. F.A. Söhngen, naar Vlissingen; POMONA, kapt. J. Haasnoot, naar Bilbao;
AH 190331
Bilbao, 6 maart. Het schip POMONA (opm: hoeker), kapt. J. Haasnoot, den 2 dezer alhier gestrand, is publiek verkocht en de lading beschadigd geborgen. (opm: zie RC 190331)
RC 190331
Amsterdam, 17 maart. De sloep POMONA, kapt. J. Haasnoot (opm: hoeker, gebouwd Cork, Ierland <1813, van 1815 tot 1827 onder stuurman Hendrik Alijk ingezet op de haringvangst, laatste kapitein Jan Haasnoot), van Amsterdam naar Bilbao, is, volgens brief van daar van den 3 dezer, in de nacht tussen den 1 en 2 dito, aldaar op de Baai gestrand; het volk was gered, doch de loods daarbij omgekomen, en men zou trachten zoveel mogelijk van de lading te bergen (opm: zie ook AH 190331 en RC 220331.
RC 220331
Amsterdam, 20 maart. Aangaande het schip POMONA (opm: hoeker), kapt. J. Haasnoot, van Amsterdam naar Bilbao, op de Baai aldaar gestrand – bevorens reeds gemeld (opm: zie AH 190331) – wordt nog bericht, dat de lading, ofschoon gedeeltelijk beschadigd, geborgen en het wrak verkocht was.