Bureau Veritas dateert in haar Register van 1829 de kof op bouwjaar 1807. Er zijn geen aanwijzingen gevonden die dat jaartal bevestigen of ontkrachten.
De eigenaars in de periode 1807-1813 zijn niet bekend, maar waren waarschijnlijk Zijlstra en Fontein uit Harlingen.
1813
Op 24-12-1813 wordt voor de JACOBA CATHARINA door D.C. Zijlstra uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Dirk J. Koger.
1814
LCO 080614
Den 4 en 5 dezer zijn in Tessel binnen gekomen de schepen Felix Victoria, kapt. A. Gomes van Port a Port, Don, kapt. N.M. Cornelis, PROVIDENCE, kapt, G. Agner en JACOBA CATRINA, kapt. D. Kroger (opm: kof JACOBA CATHARINA, kapt. D.J. Koger), van Leverpool.
RC 260714
Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries en J.E. Lublink, makelaars, zullen, ten overstaan van een daar toe bevoegd beampte, op maandag den eersten augustus 1814, 's avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwerzijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk verkopen: Een extraordinair welbezeild kofschip, genaamd JACOBA CATHARINA, gevoerd door kapitein Dirk J. Koger, lang over steven 90 en 1 half voet, wijd 21 voet 4 duim, hol 10 voet 4 duim; alles Amsterdamsche maat. Breder bij den inventaris omschreven. Nader onderrichting te bekomen bij voornoemde makelaars en bij Fredrik Smit.
1815
Op 10-04-1815 wordt voor de JACOBA CATHARINA door wed. Frans van Heukelom & Zoon uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Ayke Entes Niehoff.
LCO 050515
Amsterdam, 3 mei. Uit het Vlie gezeild J.J. Schuuring Goede Verwagting, naar Noorwegen. B. Hayes MINERVA, A.E. Niehoff JACOBA CATHARINA en J.J. Koger Augustus, alle drie naar Londen.
LCO 120515
Te Gravesend: JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Niehoff van Harlingen.
1816
LCO 080416
Amsterdam, 6 april. Uit het Vlie gezeild A.E. Niehoff, JACOBA (opm: kof JACOBA CATHARINA), naar de Oostzee.
RC 210516
Te Pillau aangekomen A.E. Niehoff (kof JACOBA CATHARINA) van Amsterdam.
1817
RC 310517
Rotterdam, 30 mei. Den 28, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis het JACOBA CATHARINA, H.E. Niehof (opm: kof, kapt. A.E. Niehoff), en het schip, dat bij de vorige posttijd in het gezicht was, is de Dageraad, J. de Gorter, beiden van Riga: de wind W.
RC 170617
Heden zeilde uit de Maas de JACOBA CATHARINA, A.E. Niehoff naar Riga.
1818
Op 10-02-1818 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Freerks Dirks Fontein uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Ayke Entes Niehoff.
LC 310318
Harlingen, 26 maart. Uitgezeild het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Nyhof, met ballast naar Leverpool.
LC 190518
Harlingen, den 15 mei. Binnen gekomen het smakschip de Herstelling, kapt. Hendrik Jansen, met hout van Oostrisoer; het kofschip Eendragt, kapt. Hendrik C. de Jong; het kofschip Hoop en vrees, kapt. Idze P. Piebes, en het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. Auke E. Nijhoff, alle drie van Leverpool met zout.
LC 090618
Harlingen, 5 juni. Uitgezeild het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. Auke Entes Nijhof, met ballast naar Leverpool.
LC 151218
Harlingen, 14 december. De 12e dezer is alhier binnen gekomen het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. Aijke E. Nijhoff (opm: ook Aeyke Entes Niehoff), ledig van de Lemmer, en den 13 is van hier uitgezeild het smakschip de VIGELANTIE, kapt. Teeke J. van der Veer, met granen naar Londen gedestineerd.
1819
LC 230319
Nieuwe Zijlen (opm: bij Dokkum). Den 22 maart uitgezeild de smakschepen Hendrika, kapt. Albert H. Lukkien; de Vrouw Catharina, kapt. Harmanus Sleehuis; de HERSTELLING, kapt. Hendrik Janssen, alle met ballast naar Noorwegen; het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. Aaijke E. Niehoff, met pannen naar de Oostzee.
OHC 270319
Texel, 23 maart, Uit het Vlie gezeild A.E. Niehoff en K.J. de Groot naar de Oostzee.
LCO 310519
Texel, 29 mei. In het Vlie binnengekomen A.E. Niehoff van Dantzig.
LCO 040819
Arrivementen: Te Riga A.E. Niehoff van Harlingen.
1820
OHC 270420
Arrivementen: Te Pillau A.E. Niehoff (opm: kof JACOBA CATHARINA) van Bremen.
Op 19-06-1820 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Freerk Dirks Fontein uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Ayke Entes Niehoff.
Op 14-11-1820 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Freerk Dirks Fontein uit Harlingen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Ayke Entes Niehoff (opm: voor de bestemming Portugal).
OHC 231220
Bij Beachy Head is aangezeild en met zware schade den 9 december te Rye binnen gelopen het schip (opm: kof) JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Niehoff van Memel naar Port â Port (opm: Oporto).
1821
OHC 080321
Arrivementen: Te Port á Port A.E. Niehoff (opm: kof JACOBA CATHARINA) van Memel.
OHC 221121
Tussen den 4 en 10 november is te Calais binnen gelopen het schip JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Niehoff van Petersburg naar Nantes.
1822
OHC 051022
Amsterdam, 3 oktober. Arrivementen: Te Cette (opm: Sète) A.E. Niehoff (opm: kof JACOBA CATHARINA) van Marseille.
1823
DC 200523
Vlissingen, 8 mei. Van den 7 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de VREDE, kapt. J. Caun (opm: hoeker VREEDE, kapt. J. Couw), van Vila Nova, met fruit; MERCURIUS (opm: brik MERCURIUS, thuishaven Antwerpen), kapt. R. Folkerts, van Zante, met krenten; de VRIENDEN, kapt. T. Nosten, van Port au Prince, met koffij; de DRIE VRIENDEN (opm: kof, thuishaven Oostende), kapt. A.R. de Groot, met wijn; BEATRIX ELISABETH (opm: bom), kapt. L. van der Wiel, van Boulogne en CHARLES PATRICK EDUARD (opm: bom), kapt. K.G. Ouwehand, van Rouaan, beide met stukgoederen; CHARLES RICHARD, kapt. J. Jansen, van Sant Jago, met suiker en koffij; CHRISTINA VET (opm: CHRISTINA VOS), kapt. N.A. Smaal, van Liverpool, met klipzout; JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Niehoff, van Cette (opm: Sète), met wijn en stukgoederen.
1825
LC 230825
Harlingen. Den 18 augustus. Uitgezeild de kofschepen: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; MARTEN EN JAN, kapt. E.R. Krins; het smakschip de VROUW GEERTINA, kapt. J.P. Bossinga, alle met ballast op avontuur.
AC 210925
Texel, 19 september. Binnengekomen: TWEE GEBROEDERS, kapt. J.F. Middel, van Libau; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van Holmstrand.
Op 24-09-1825 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Dirk Louis Kuipers uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
LC 270925
Harlingen. Den 20 september binnengekomen het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Noorwegen.
1826
LC 090526
Harlingen, 7 mei. Den 1 dezer binnen gekomen, de kofschepen VRIENDSCHAP, kapt. G. Haverbult; HENDRIKA, kapt. T.T. Harding; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klazen; MARTHA, kapt. D.R. van Wijk; DE JONGE JAN, kapt. E. Bart; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. Johs. Brugge; DE VROUW LAMMEGINA, kapt. J.J. Arends.
LC 110826
Harlingen. De 4 augustus binnen gekomen het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van Riga.
AC 250926
Texel, 22 september. Binnengekomen: JONGE JAN, kapt. H.A. v.d. Zee, van Petersburg; MARGARETHA, kapt. E.J. Meier, van Archangel; VIJF GEZUSTERS, kapt. E.Y. Post, van Nerva; CHARLOTTA, kapt. S.J. Potlich, van Memel; DIANA, kapt. A. Saton, van Pernau; ANNA CATHARINA, kapt. B.R. de Vries en LOUISA, kapt. J.E. Bek, beide van Arendal; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuijpers, van Holmstrand.
LC 101026
Harlingen. Den 4 oktober. Uitgezeild de kofschepen GROOT LANKUM, kapt. H. de Weerd; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, beide met ballast op avontuur.
1828
Op 29-01-1828 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Dirk Louis Kuipers uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
1829
LC 210429
Harlingen. Binnengekomen: Den 13 april de kofschepen WILLEM OLIVIER, kapt. K.P. Faber; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, het smakschip de VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jong, alle drie met hout van Noorwegen.
LC 280429
Harlingen. Uitgezeild den 25 april de kofschepen JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Grooth, beide met ballast naar Noorwegen.
LC 260529
Harlingen. Uitgezeild den 23 mei de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. L.E. Tiktak; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; de JONGE IJPEUS, kapt. H.H. de Weerd, jr., alle met ballast op avontuur.
1830
Op 04-05-1830 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Dirk Louis Kuipers uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
LC 140930
Harlingen. Binnengekomen den 8 september het kofschip DIVERDINA, kapt. P. Meintz, met stukgoederen van Riga; het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Nerva.
LC 261030
Harlingen. Binnengekomen den 19 oktober het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Noorwegen.
1831
AH 260331
Vlie, 24 maart. Vertrokken: 21 maart. FRIESLANDS WELVAREN, kapt. F.D. van Veen, naar Liverpool; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. van der Werf, naar Liverpool; DE TWEE VRIENDEN, kapt. G.T. Schipper, naar Hull; DE JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, naar Riga; DE VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, naar Koningsbergen; ENGELINA, kapt. E.J. Brons, naar Koningsbergen; DE JONGE YPEUS, kapt. H. de Weerd, naar Koningsbergen; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven, naar Koningsbergen; DE JONGE RENGER, kapt. J. de J. Brouwer, naar Bergen; DE VROUW LUMMEGINA, kapt. H.J. Hubert, naar Drobach; DE VROUW MARTHA, kapt. H.H. Naatje, naar Oudsoen; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, op avontuur; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, op avontuur.
LC 010431
Harlingen. Uitgezeild den 20 maart de pinkschepen NEDERLAND, commandeur K. Hoekstra en SPITSBERGEN (opm: bark), commandeur H. Rickmers, beide met ballast naar Groenland; de kofschepen DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Klazen, DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, LUMMEGINA, kapt. H.J. Hubert, HELENA GEERTRUIDA, kapt. C. Roskamp en JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, alle met ballast op avontuur.
LC 060531
Harlingen. Uitgezeild den 28 april de kofschepen DE JUFFER TRIJNTJE, kapt. J.O. Stuut, met ballast op avontuur; GEZINA, kapt. B.A. Visser, met ballast naar St. Petersburg; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met ballast naar Nerva.
AH 110831
Vlie, 7 augustus. Binnengekomen: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van St. Petersburg.
AH 170931
Vlie, 13 september. 14 september. Van de quarantaine is ontslagen: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van St. Petersburg.
1832
AH 140332
Vlie, 10 maart. Vertrokken: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, naar Liverpool.
AH 080532
Texel, 6 mei. DE VROUW HELENA, kapt. S.C. de Vries, van Duinkerken; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. D. Bies, van Londen; GOODWILL, kapt. J. Benneth, van Sunderland, liggen alle drie in quarantaine; RICHARD BRAND, kapt. J. Detleffs, van Cette; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van Liverpool.
Op 14-05-1832 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Dirk Louis Kuipers uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
AH 020632
Vlie, 30 mei. MARIA EN BETSY, kapt. J. Schelcott, naar Newcastle; PIETER ABRAHAM, kapt. L. Overgaauw, naar Archangel; WILHELMINA HENDRIKA, kapt. D. de Jong, op avontuur; HILLEGONDA MARIA, kapt. D.D. Visser, naar Hull; ANNA MAGDALENA, kapt. H. Stehr, naar Newcastle; VRIESLAND, kapt. E.J. Drent, naar Archangel; TROMP, kapt. R.T. Nolles, naar Archangel; RICHARD BRAND, kapt. J. Dettefs, naar Archangel; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, naar Nerva.
LC 310832
Harlingen, 26 augustus. Den 21 augustus uitgezeild het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, en het brikschip ELIZA, kapt. P. Schäffer, beide met ballast op avontuur.
LC 280932
Harlingen, 24 september. Binnengekomen den 17 september het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Noorwegen.
LC 051032
Harlingen, 29 september. Den 24 september uitgezeild het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met ballast op avontuur.
1833
LC 110633
Harlingen. Den 6 juni uitgezeild het galjasschip MARGARETHA, kapt. B. Karstens, met pannen naar Hamburg; het brigantijn-hoekerschip ACTIEF, kapt. J.P. Lambert, en het galjasschip ST. JOHANNES, kapt. J.C. Juhr, beide in ballast naar de Oostzee; de kofschepen SOPHIA, kapt. H.L. Kok, en JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, beide in ballast op avontuur.
AH 110633
Scheepstijdingen. Vlie, 7 juni, uitgezeild JULIUS, kapt. C. Waack, naar Petersburg; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers naar Nerva.
LC 190733
Harlingen. Binnengekomen den 16 juli het kofschip CONCORDIA, kapt. J.A. Keun; het smakschip de VROUW CHRISTINA, kapt, N. Larssen, alle drie met hout van Noorwegen; het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; het smakschip de VROUW PETRONELLA, kapt. P. de Jong, beide met hout van Nerva.
LC 160833
Harlingen. Den 8 augustus uitgezeild, de kofschepen de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, het smakschip de VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jong, en het tjalkschip de VROUW GESINA, kapt. K.T. Hangelbroek, alle in ballast op avontuur.
AH 120933
Binnengekomen: Terschelling, 8 september. MEINSINA, kapt. D.D. Klontje, van Neustad; JERSTA HILLEGINA (opm: JETSKA HILLECHINA), kapt. G.E. Broekema; HELENA, kapt. F.O. Adena, van Grotenziel (opm: Greetsiel); DE JONGE PIETER, kapt. G.S. Brouwer, van Heiligenhafen; HENDERIKA, kapt. O.C. Sap, van Kiel; CHRISTINA ELISABETH, kapt. F.G. Meinertz, van Husum; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, van Osterrisoer; DE VROUW HELENA, kapt. H.H. Kramer, van Callundborg (opm: Kalundborg); JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers en DE VROUW JELTINA, kapt. L.P. de Vrede, van Holmstrand.
LC 200933
Harlingen. Binnengekomen: Den 9 september, het smakschip JELTINA, kapt. L.P. de Vreede, en het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, beide met hout van Noorwegen.
AH 210933
Uitgezeild: Vlie, 17 september. CATHARINA ENGELINA, kapt. E.K. de Groot, naar Sunderland; EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, naar Christiansand; KLAZINA MARGARITHA, kapt. J.R. Schippers, naar Oostrisoer; JONGE YPE, kapt. E.J. Karst, op avontuur; JONGE REINTJE, kapt. J.P. Carst; HARMONIE, kapt. H. Jans, van Christiansand; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, naar Oosterrisoer.
LC 240933
Harlingen. Den 18 september uitgezeild, de kofschepen JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, de JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, en de smakschepen ALIDA, kapt. H.B. Drok, en JELTINA, kapt. L.P. de Vreede, alle vier met ballast op avontuur.
LC 051133
Harlingen. Binnengekomen: Den 31 oktober, het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Noorwegen; het kofschip JONGE YPEUS, kapt. H. de Weerd, met granen van Lübeck.
1834
LC 040334
Harlingen. Den 1 maart uitgezeild, de kofschepen JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, de DRIE GEZUSTERS, kapt. P. Dijkstra, en FRAUKE KNELDINA, kapt. R. de Jong, alle drie met ballast op avontuur.
AH 050334
Vlie, 2 maart. JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, naar Oosterisoer; MYN GENOEGEN, kapt. A.G. Veenstra, naar Hamburg; AH 280334
Binnengekomen: Vlie, 22 maart. VIER GEBROEDERS, kapt. H.G. Prins, van Dantzig; VRIENDSCHAP, kapt. J.R. Krins, van Drammen; VROUW ELISABETH, kapt. J.H. Cappen, TWEE GEBROEDERS, kapt. E.H. van der Werf, JACOBA (opm: kof JACOBA CATHARINA), kapt. D.L. Kuipers en CONCORDIA, kapt. J.A. Keun, alle vier van Oosterisoer.
AH 100434
Vlie, 7 april. Uitgezeild: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, JONGE DIRK, kapt. A.E. Vos, GEZUSTERS, kapt. E.Y. Post; EENISTROOM, kapt. P.D. Drost en ST. ANTHONIE, kapt. H.C. Jongbloed, alle vijf op avontuur.
Op 23-05-1834 wordt voor de JACOBA CATHARINA door Dirk Louis Kuipers uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
AH 230634
Binnengekomen: Vlie, 19 juni. MARGINA MARGARETHA, kapt. J.H. Oortjes, van Sunderland; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers en PIETERTJE STAPERT, kapt. J.R. Ottinga, beide van Nerva.
LC 240634
Harlingen. Binnengekomen: Den 18 juni, de kofschepen GERBERDINA, kapt. K.D. de Grooth, de VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Groot, en IDA ALEIDA, kapt. O.J. Woldringh, alle drie met hout van Noorwegen; het schoenerschip AMSTERDAM, kapt. I. Koock, en het kofschip de JUFFER SARA, kapt. I. de Weerd, beide met ballast van Amsterdam; het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Nerva.
AH 070734
Uitgezeild: Vlie, 3 juli. IDA ALEYDA, kapt. O.J. Woldering, naar Larwich; WILHELMINA, kapt. A.B. Visser, naar Oosterisoer; VIER GEBROEDERS, kapt. H.G.L. Prins, naar Drammen; VROUW JANTINA, kapt. K.E. Vol, naar Droback; JONGE JUFVROUW SARA, kapt. J.H. DE Weerd, naar Noorwegen; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, ANNA CATHARINA, kapt. H.A. Boye en FRAUKE KNELSINA, kapt. R.R. de Jong, alle drie op avontuur.
AH 080934
Binnengekomen: Vlie, 3 september. VROUW MARGARETHA, kapt. B.R. Berg, HOOP, kapt. D. Guyt en MARGINA, kapt. J.P. Boer, alle drie van Petersburg; JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van Nerva.
LC 120934
Harlingen. Binnengekomen: Den 2 september, het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met hout van Nerva.
1835
LC 240235
Harlingen. Uitgezeild: Den 17 februari, de kofschepen JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, en CONCORDIA, kapt. J.A. Keun, beide naar Noorwegen.
AH 270235
Vlie, 24 februari. Uit de Jetting is op de Oostwal gedreven het kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. J.D. Kuiper (opm: bouwjaar 1807; kapt. Dirk Louis Kuipers). Het heeft de grote mast gekapt en zit vol water, hetzelve zal weg zijn. (opm: zie ook LC 030335)
LC 030335
Harlingen. Den 1 maart niets binnen gekomen, doch te Harlingen op den 25 en 26 februari 1835, door loodsschuiten aangebracht de manschappen en tuigage van het op de 23e dito op Griend (opm: zandplaat tussen Vlieland en Harlingen) verongelukte kofschip JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, met ballast van Harlingen naar Noorwegen.
Op 6 maart 1835 werd de zeebrief van de JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Harlingen naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verongelukt’, waarna op 10 maart 1835 het document werd geroyeerd.
