|
Vlissingen, 11 april. Gisterenochtend te 9 uren vertrok uit onze haven het voor rekening van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij te Amsterdam op de werf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde alhier gebouwde schroefstoomschip BOTH, bestemd voor de maildienst en het passagiersvervoer in Nederlands-Indië, tot het proefstomen gedurende 24 achtereenvolgende uren in volle zee, met volle lading van 860 ton ballast en een gemiddelde diepgang van 13 ½ voet. Dit stoomschip is het eerst van een serie van vier schepen op bovengenoemde fabriek voor de Koninklijke Paketvaartmaatschappij, volgens haar type A, zijnde de grootste soort schepen voor haar verschillende lijnen in aanbouw. De hoofdafmetingen van dit stoomschip zijn: lengte over alles 260 Engelse voet, breedte 33 voet 10 dm, holte 18 voet, hoogte van het tentdek 7 ½ Engelse voet. Het schip werd gebouwd onder “bijzonder toezicht”, volgens de hoogste klasse + 1, 3/3 1, 1, van Veritas, alsmede onder toezicht van de Vereniging van Nederlandse Assuradeuren. Het is van ijzer vervaardigd en heeft drie dekken, twee van teak en een van grenenhout. Voor de eerste klasse passagiers bevindt zich achteruit een zeer ruime salon met een beschieting van gepolitoerd eikenhout, waarin prachtige panelen van Delfts aardewerk zijn aangebracht, afkomstig van de fabriek van Joost Thooft & Labouchere. De hutten voor de eerste klasse zijn ruim en geriefelijk ingericht met Crosbie's patentbedden en opvouwbare wastafels. Zij bezitten Stone's patent vierkante patrijspoorten met een opening van 18 Engelse dm. Het tweede klasse salon bevindt zich vooruit, is mede van alle gemakken voorzien en zeer praktisch ingericht. De hutten hebben mede de genoemde patentbedden en ronde patrijspoorten van 18 duim Engelse diameter. De hut van de kapitein is afzonderlijk op het tentdek geplaatst, terwijl een gelijke hut op het achterdek toegang verleent naar de1e klasse salon. In de entree van deze hut bevindt zich een portret van Pieter Both, de eerste gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, naar wie het schip zijn naam draagt. Het gehele schip is voorts van alle gemakken voorzien, zoals badkamers enzovoort, zodat men zich waant op een drijvend hotel te zijn. Voor de bediening van het schip worden aangetroffen een stoomankerspil van Harfield & Co, een stoomstuurmachine van Alley Mac Lellan, alsmede een handstuurmachine van Amerikaans model, terwijl drie dubbele en enkele stoomlieren van Gebroeders Figee te Haarlem, bij de lading en lossing moeten dienst doen. Het schip bezit drie laadruimen en drie tussendeks-ruimen, welke gedeeltelijk ook zijn ingericht voor hangmatten; voorts luchtkokers en patrijspoorten ten behoeve van de 3e en 4e klasse passagiers. Het schip is verder op kostbare wijze uitgerust en heeft zes teakhouten sloepen aan boord, waaronder een stoombarkas. De ankers, van een bijzonder model, worden in de kluizen geborgen, ze zijn van Hall's patent. Over het gehele schip bevindt zich een dubbele zonnetent. De verlichting aan boord wordt door elektriciteit verschaft, waarvoor de toestellen uit de fabriek van Siemens Bros te Londen zijn geleverd en de leidingen aangebracht zijn door de firma Rietschoten & Houwens te Rotterdam. Er wordt aan boord behalve uitmuntende kombuizen met toebehoren voor de bereiding van de spijzen en dranken, een Lightfoot's koude-luchtmachine gevonden, die in verschillende compartimenten (ijskamers) werkt, waardoor het mogelijk is in het warme klimaat verse vis, vlees, vruchten enzovoort in bruikbare toestand te houden. Het gehele stoomschip maakt een allergunstigste indruk en doet, door zijn gehele afwijking van de inrichting van onze tegenwoordige mailsteamers, ten duidelijkste blijken, dat de eisen voor het tropische klimaat, in het bijzonder voor de ruimst mogelijke toevoer van licht en lucht, die in Indië de allereerste behoefte zijn, bij de aanbouw van dit schip zijn vooropgesteld en zoveel doenlijk in toepassing gebracht. De machine is van het triple-compound systeem. Zij heeft cylinders van 20, 31 en 51 Engelse duim bij een slaglengte van 42 duim. Het indicateurvermogen van de machine is 1100 paardenkrachten, bij 74 omwentelingen per minuut. De voortstuwer of schroef is van brons vervaardigd met vier stuks losse verstelbare bladen. De nodige stoom wordt door twee stalen stoomketels geleverd, van 13 voet 3 duim diameter, bij een lengte van 10 voet. Ieder van deze ketels bezit drie vuren van 3 voet 4 duim diameter. De stoomdruk is 160 lbs. In de machinekamer bevinden zich, behalve de hoofdmachine, nog elf hulpmachines, als: een voor elektrische verlichting, nog een voor de bevriezing, een tot ronddraaien van de hoofdmachine, een tot omzetting van dito, een voor de circulatiepomp, een om as uit de stookplaats op dek te hijsen en vijf voor diverse pompen tot verschillende doeleinden, zodat wanneer men de verschillende machines op dek meerekent, het aantal stoomcylinders op dit schip niet minder dan 32 stuks bedraagt. Bedenkt men nu, dat iedere stoomcylinder slechts een onderdeel van een complete stoommachine uitmaakt, dan kan men zich een denkbeeld vormen welk belangrijk aandeel van het geheel de hulpwerktuigen tegenwoordig op een stoomschip uitmaken. Voor de ventilatie op de stookplaats bestaat een speciale inrichting van schotten,die in verband met een dubbele schoorsteen zijn gebracht, waardoor een gehele verwisseling van de aanwezige lucht in het ketelruim elke 45 seconde plaats heeft. Hierdoor is het mogelijk geworden om de temperatuur op de stookplaats in de tropische gewesten steeds belangrijk lager te houden dan de temperatuur van de buitenlucht in de zon. En dit is van het grootste gewicht en als een welkome verbetering voor het personeel, dat zich bij de vuren moet bevinden. Behalve de directies van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij en de Koninklijke Maatschappij De Schelde, namen verschillende genodigden, gezamenlijk ten getale van 44, aan de proeftocht deel, die voor het merendeel, na een uitstekend geslaagde proefreis, in de Rotterdamse Waterweg debarqueerden. Gedurende deze proeftocht werd geconstateerd, dat bij volle kracht, die de gehele duur onderhouden bleef, een vaart van ruim 12 mijlen werd verkregen. Niet de minste stoornis vond plaats, noch in machine, noch in het stoomhouden en de tocht werd, nadat de meeste genodigden het stoomschip hadden verlaten, in zee voortgezet tot de rede van Texel. Van daar werd de terugtocht naar hier aangenomen, alwaar het stoomschip vrijdagmorgen 11 dezer arriveerde, om daarna nogmaals op de gemeten mijl de snelheden bij verschillend vermogen waar te nemen. Te 12 uren ongeveer lag het stoomschip BOTH weer in de haven gemeerd, na een in alle opzichten welgeslaagde proeftocht. Het commando gedurende deze tocht werd gevoerd door kapt. J.C. van Linden Tol. Het vertrek van deze boot naar Indië zal in het najaar plaats vinden.
|