1837

Op 04-12-1837 wordt voor de TWEE GEBROEDERS door kapt./ eig. J.O. Hoekstra uit Zoutkamp een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.

1839
 

GRC 220239
Zoutkamp den 21 februari.  Binnengekomen L.J. Bol, VIER GEBROEDERS, E.L. Bol, DRIE GEBROEDERS, E.E. Bol, DAGERAAD, T. Kruizinga, TWEE GEBROEDERS, P.J. Trik (opm. G.E. Frik), JANTJE, E.K. Sluiter, de ZEEMEEUW, J. Hoekstra, TWEE GEBROEDERS, alle zeven ledigscheeps van Hamburg.
GRC 050339
Zoutkamp, 4 maart. Gearriveerd, den 3den, K.M. Vellinga, TWEE GEZUSTERS, van Hamburg, H.H. Bosveld, CORNELIA, van Bremen, B. Beellinga, WILHELMINA, en W.T. Balk, WILHELMINA, beide van Hamburg, alle vier ledigscheeps. Vertrokken, den 2 dezer, J. Hoekstra, TWEE GEBROEDERS, en. E. Bol, ANNA, beide met oesters naar Hamburg.
OHC 110439
Te Zoutkamp Hoekstra en Bol, beide van Hamburg, J.J. Loots en J. Loots, beide van Texel.
GRC 131239
Zoutkamp den 11 december. Den 7 dezer zijn alhier binnengekomen TWEE GEBROEDERS, kapt. Kruizinga, en VROUW CORNELIA, Bosveld, beide van Hamburg, - den 8sten WILHELIMA, Balk, van Hamburg.— Vertrokken, den 10den, TWEE GEBROEDERS, Hoekstra, Boll, DRIE GEBROEDERS,  de JONGE LOUWE, Dijkhuis, TWEE GEZUSTERS, Bulthuis, alle vier naar Hamburg.
GRC 241239
Zoutkamp, 23 december 1839. Den 20 dezer is binnengekomen TWEE BROEDERS, kapt. Hoekstra van Hamburg. Vertrokken, 23 december, DRIE GEZUSTERS, Smit naar Hamburg.