Er is in de verschillende bronnen sprake van Muysson en Meysson. Het is niet zeker of het hier dezelfde personen betreft. De vaarperiode van beide namen sluiten aan, zie hierna.

Ook de hierna vermelde familiegegevens behoeven nader genealogisch onderzoek.

 

Familiegegevens en opleiding

Abram Muijsson werd geboren te Rotterdam op 03 november 1823 als zoon van Heijndrìk Meijsson en Antoinetta Walter.

Hij huwde op 06 juni 1849 te Rotterdam met Margaretha Alida Bosman, geboren op 17 november 1811 te Rotterdam als dochter van Johannes Bernardus Bosman en Johanna Maria Arnolds. Zij overleed te Rotterdam op 21 mei 1922 op een leeftijd van 110 jaar!

Abram overleed te Rotterdam op 21 juli 1888.

Ontleend aan een typoscript over Simon van der Woude, kapitein van de “Barsingerhorn”, samengesteld door H. van der Woude te Zuid-Laren, 2006.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Muysson was met vlagnummer R351 in de periode 1869 t/m 1880 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen⁰⁵⁸.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt⁰⁵⁸

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.Muysson met vlagnummer R351 als gezagvoerder in de ledenlijsten van⁰⁵⁸:

*    1874                       van de bark “Zephir”                                         309 last                 varend voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam

*    1877                       van de bark “Zephir”                                         585 ton n.m.         varend voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt A.Meysson als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1861 op de bark “Agatha Louisa”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 613 ton o.m., varend voor G.S.Pieters & C^o te Rotterdam;

*    1862 op hetzelfde schip, maar dan voor ’t Hoen, Hudig & C^o te Rotterdam;

*    1863 op hetzelfde schip maar dan voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam. Het schip werd in 1863 herdoopt in “Maria Louisa Antoinette”.

      Volgens van Sluijs⁰¹³ zou het schip in 1862 te Amsterdam in veiling zijn verkocht en te zijn hernoemd in “Maria Louisa Antoinette”.

*    1862 t/m 1871 op de bark “Maria Louisa Antoinetta” ex Agatha Louisa, (zie hiervoor) varend voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht aan H.Mulder & C^o te Barsingerhorn en herdoopt in “Barsingerhorn”

en A.Muysson van:

*    1872 t/m 1873 van de 3/msch “Zephir”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 585 ton o.m., varend voor L. ’t Hoen & C^o te Rotterdam;

*    1875 t/m 1878 van de 3/msch “Zephir”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 585 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zⁿ te Rotterdam;

*    1879 t/m 1882 van hetzelfde schip maar nu varend voor J. van Herwaarden te Dordrecht. Het schip werd in 1882 gesloopt.

 

Overige bijzonderheden

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door A.Muysson.¹⁰⁴.

In de monsterrol nr. 1599 dd. 27 oktober 1853 in het Gemeentearchief van Dordrecht staat A.Muijsson, oud 30 jaar, wonend te Rotterdam, met een maandgage van f 45,-, geboekt als gezagvoerder op de bark “Jan Schouten” onder kapitein J.Coening Meijer, varend voor G.Schouten te Dordrecht en vertrekkend met 25 man naar Batavia^.

 

De bark “Maria Louisa Antoinette” onder kapitein A.Muysson  vertrok op 04 april 1867 van San Francisco naar Liverpool. Vandaar naar Hongkong met aankomst op 12 februari 1868 “Cargo from S.F. reached L’pl.” Hazelhoff Roelfsema concludeert in ieder geval 1 ronding van Kaap Hoorn¹²¹