Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.H.Meyer als gezagvoerder gedurende:
* 1825 t/m 1839 van de smak “Morgenster”, gebouwd in 1821, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton o.m., geen vermelding van eigenaar en thuishaven. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd komend met hout van Danzig;
* 1839 t/m 1840 van de kof “Vriendschap”, gebouwd in 1839 te Wildervank, 87 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 21 september 1822114
Rotterdam, 20 september. Den 18 arriveerden in Den Briel de MAARTINA ALETTA (opm: MARTINA ALETTA), J.G. Hoetjer, van Dantzig (opm: Gdansk); de VROUW HENDRIKA (opm: VROUW HENDRIKJE), W.J. Drewes, van Busum; de TROOST VOOR MOEDELOOS, R.G. Nieuwveen (opm: smak TROOST VOOR MOEDERLOOS, R.G. Nieveen); de MARGARETHA, B.J. Potjewijd, en der MORGENSTERN, K.H. Meijer, van Kiel; de GOEDE HOOP, L.B. Flonk, van Tonningen; de VROUW GEZINA, H.B. Stutvoet, van Katington; de ADRIANA CHRISTINA, F.C. Pfeffercorn, van Drontheim, en de VROUW JOHANNA, J. de Vries, van Riga…..
Rotterdamsche Courant 14 december 1822114
Amsterdam, 12 december. Het schip de MORGENSTER, kapt. K.H. Meijer (opm: K.H. Meier), met raapzaad van Kiel naar Amsterdam, is, volgens brief van Delfzijl van den 7 dezer, na vier weken op zee te hebben gezworven, aldaar, wegens verlies van boot, anker, touwwerk en zeilaadje, binnengelopen; de kapitein vreesde, alzo hij zwaar had moeten pompen, voor aanmerkelijke schade aan de lading (opm: zie RC 241222).
Rotterdamsche Courant 24 december 1822114
Amsterdam, 22 december. Aangaande de lading van het schip MORGENSTER, kapt. K.H. Meijer (opm: K.H. Meier), van Kiel naar Amsterdam, meldt men van Delfzijl van den 17 dezer, dat omtrent 9½ lasten door zeewater beschadigd bevonden waren en den 19 dito openlijk verkocht zouden worden; het overige werd bewerkt en afgekoeld. Het schip was door de ingevallen vorst verhinderd geworden binnen de sluis te komen (opm: dus op het Damsterdiep) en lag niet zeer veilig.