Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jacob Meijer werd met vlagnummer 152 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 10 januari 1826 op voorspraak van F.J.Vlieger. Schip niet genoemd. Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 03/10 januari 1826 werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Jacob Meijer, oud 46 jaar, afkomstig van Terschelling en met adres F.J.Vlieger te Amsterdam. Hij werd voorgedragen eveneens door F.J.Vlieger en zijn vlagnummer werd 152023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 september 1829 staat de vraag van de penningmeester “hoe te handelen met die geenen die achterstallig zijn in de betaling als daar zijn G.S.Rotgans, P.Strating, de Boer (geen initialen), L.M.Hofman, G.M.Brinkman, Jacob Meijer, F.C.Gude, C. van Solingen, H.T. Versluis, A.M.Noordbeek wordt besloten deeze leden aan te schrijven om hunne contributien te voldoen ten minste voor zover dit mogelijk is.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 mei 1839 vraagt Aagje Meijnerts, huisvrouw van de voormalige kapitein Jacob Hendrik Meijer, wonend te West-Terschelling om ondersteuning. Zij krijgt een gratificatie van f 50,-.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 augustus 1839 vraagt de predikant J.C.P.Otto waar de gratificatie van de wed. van kapitein J.H.Meijer kan worden geïnd. Hij vraagt vervolgens om nogmaals een gratificatie. Dit laatste verzoek wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 september 1842 vraagt de huisvrouw van kapitein Jacob Meijer een ondersteuning “uit hoofde van ouderdom en ziekte.”van haar man. In de vergadering dd 27 oktober 1842 wordt een gratificatie van f 25,- toegekend.042
In de notulen dd 29 november 1842 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat het verzoek om onderstand van “voormalig kapitein Jacob Meyer, waarop besloten is om aan hem de nog overige f25,- van de vroeger aan hem voorwaardelijk toegekende f 50,- als gratificatie uit te keren, zijnde reeds f25,- daarvan door hem genoten.”. In de notulen van 28 september 1843 wordt aan Jacob Meyer te West-Terschelling “nogmaals” een gratificatie ad f25,- toegekend.023
In de notulen van de Algemene Vergadering van 01 oktober 1844 van Zeemanshoop wordt aan de weduwe van kapitein J.Meyer, geboren A.Meyndert een gratificatie verleend van f 15,-.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
152 1825-1833 geen vermelding van schip en boekhouder
Jacob Meyer was van 1835-1837 kapitein van de brik-getuigde kof "Edams Welvaren" (190). Hij was de opvolger van Klaas Spiegelberg. Het schip werd op 27 april 1827 te Edam te water gelaten en was eigendom van de rederij Vereul te Amsterdam.
"Op 13 februari 1838 vinden we een bericht uit St.Eustatius d.d. 9 december 1837: "Kapitein J.Meyer, voerend "Edams Welvaren van Suriname naar Amsterdam meldt, dat hij 13 october uit Coppename vertrokken zijnde den 25sten november een zware storm heeft doorstaan, waardoor het schip lek geworden was en schade bekomen had, waardoor genoodzaakt St.Eustatius binnen te lopen, aldaar niet kunnende repareren, zoude de kapitein een andere haven opzoeken om de geleden schade te herstellen."
Volgt in 1838 het bericht dat de "Edams Welvaren" in St.Thomas is afgekeurd en verkocht." (Dit bericht heeft gestaan in het Handelsblad 1838: "Volgens bericht van St.Thomas, in dato 16 Februarij, was aldaar het gekoperd schoener kofschip Edams Welvaren, Kapt.J.Meyer, afgekeurd geworden, en zouden equipage en lading met andere gelegenheid herwaarts worden overgevoerd". 026(37/149).
Er volgen een aantal namen van bemanningsleden die vermoedelijk later de rang van kapitein hebben bereikt, te weten S.J.Rotgans Jacz, stuurman; F.D.Rijf, lichtmatroos, 20 jaar; Corn.J.Rotgans, jongen (zie bij de betreffende namen).
"We zien dus hier een voorbeeld , hoe de kapiteinzijn schip in het buitenland mag verkopen als dat dringend noodzakelijk wordt geacht. ..."010-p.50.
Wellicht zijn er verscheidene Jacob Meyer's.
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.Meijer in de periode november 183 t/m 1838 van de schoenerkof (brik) (resp. kof met brikstuig) “Edams Welvaren”. De kiel van het schip werd gelegd op 21 november 1825 op de werf De Goede Verwachting te Edam van de Wed.J.van der Voort, geb. Croese, terwijl het op 27 april 1827 te water werd gelaten. Meijer voer voor de rederij P.J.N.Vereul te Amsterdam.
Handelsblad 13 februari 1838, rubriek Scheepstijdingen
“Kapt.J.Meijer, voerende het schip Edams Welvaren van Suriname naar Amsterdam, meldt dat hij 13 Oct. uit Coppenama (een streek/rivier ten W. van Paramaribo) vertrokken zijnde, den 25 Nov. een zwaren storm had doorstaan, waardoor het schip lek geworden en schade bekomen had, waardoor hij genoodzaakt was St.Eustatius binnen te loopen, aldaar echter niet kunnende repareren, zoude de Kapt. een andere haven opzoeken om de geleden schade te herstellen.”
Handelsblad 28 maart 1838, rubriek Scheepstijdingen
”Volgens bericht van St.Thomas (een eilandje ten O. van Porto Rico); in dato 16 Feb., was aldaar het gekoperd schoner kofschip Edams Welvaren, kapt.J.Meijer afgekeurd geworden, en zou de equipage en lading met eene andere gelegenheid herwaarts worden overgevoerd”.
Handelsblad 14 april 1838, rubriek Scheepstijdingen:
“Van St.Thomas wordt dd 9 Maart gemeld, dat het aldaar afgekeurde Holl. Schip Edams Welvaren, kapt.Meijer, van Suriname naar Amsterdam, publiek is verkocht geworden”.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
25 augustus 1837 "... Heden vertrok Captijn Meijer met de schoenerkof Edams Welvaren na Copenama” .(Coppename is de rivier bij Boskamp ten W. van Paramaribo)
Monsterrol dd 18 februari 1837 van de schonerkof "Edams Welvaren" onder gezag van Jacob Meijer en met 10 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder P.J.N.Vereul011.
Een schilderij van het schip is in pariculier bezit van J.F.van Marken, foto hiervan in collectie NSM013.
