Familiegegevens en opleiding

Volgende alinea’s uit referentie ⁰⁶⁸.

Pieter Bezemer werd geboren te Schiedam op 30 oktober 1747. Hij was de zoon uit het tweede huwelijk van Ary Bezemer en Jannetje Prins. Deze Ary was drie maal getrouwd en uit die huwelijken had hij 5 zonen en 10 dochters. Drie van die zonen hadden aanvankelijk het beroep van hun vader, die zalmvisser was.

Pieter Bezemer trouwde op 21 augustus 1782 met Pieternelletje Wuyster, die ook van zeemansafkomst was. Zij overleed op 06 januari 1796. Het echtpaar kreeg drie zonen en drie dochters, waaronder de latere kapitein Ary Bezemer. (zie aldaar).

“In aanmerking nemende, dat deze geheel brave familie zich aan het zeemans leven gewijd had, is het niet vreemd, dat onze PIETER BEZEMER dat voorbeeld volgde. Hij ging dan ook reeds met zijn negende jaar, als jongen, ter koopvaardij varen en naderhand alsmede ter vischvangst, tot dat hij trapsgewijze tot Matroos, Stuurman en vervolgens tot Kapitein of Schipper opklom; zich eindelijk tot het varen op de Groenlandsche walvisvangst bepaalde, en een twintigtal reizen derwaarts volbragt heeft, waarvan de meesten als Kommandeur.”.

Het artikel vertelt dan uit een journaal over drie reizen op Groenland. “De reis op Groenland werd doorgaans in de maand April aanvaard; zoo gingen als Kommandeur van het schip Schiedam, bemand met 47 koppen, in die maand naar zee. … Op 78o noorderbreedte werd het voorland gezien, en tevens eene menigte walvisschen. Men schoot er een vast, zoodat de eerste visch in zes uren tijds gevangen werd … Den 31ste Mei 1789 was   noodlottig voor het schip Schiedam. Op dien dag kwam een groot veld, waar eene flarde tegen aan lag, sterk aanzetten …; men spande vier sloepen voor, om het dreigend gevaar te ontkomen … doch de Schiedam … geraakten bezet tusschen twee flarden.”. Het schip wer geleidelijk aan gekraakt en men moest een onderkomen opzetten op het ijs. Na veel ontberingen “kwamen de dood afgematte schipbreukelingen aan boord van het schip, gevoerd door J.S.Walig. …

Deze noodlottige schipbreuk schrikte onzen wakkerek BEZEMER niet af. Hij deed naderhand nog vijf reizen op Groenland …

Bij de omwenteling, die ons Vaderland in eene Bataafschse Republiek herschiep, trad BEZEMER den 3den Junij 1795 in de Zeedienst van den Staat als Luitenant, … Hij erlangde het bevel over ’s Lands Brik de Vlieg, destijds gewapend met 8 stukken en 14 draaibassen. … Den 10den October daaraanvolgende, werd hem het bevel opgedragen over ‘sLands Korvet of Sloep, de Havik van 18 stukken, behoorende tot het eskader onder den Schout-bij-Nacht E. LUCAS, bestemd naar Kaap de Goede Hoop, om deze kolonie van de Engelschen te hernemen.”. Het verslag maakt melding van de wederwaardigheden op deze expeditie en de terugkeer als krijgsgevangene van de Engelsen.

“Na eene krijgsgevangenschap van 10 maanden, … werd hem het bevel opgedragen over ’s Lands Brigantijn Maasnymph, … waarmede hij gestationeerd lag in de  Maas, bij Zeeburg.” Het verslag vermeldt de gebeurtenissen tijdens een nachtelijke aanval door enkele Engelse vaartuigen in de nacht van 18 augustus 1800, waarbij kapitein Bezemer zich zeer moedig en doortastend gedroeg.

“Het bevel over ’s Lands transportschip, Sibilla Antoinette, werd hem in den jare 1801 opgedragen. Hij erlangde daarna andermaal dat van de Brigantijn de Maasnymph, waar meede hij twee reizen naar Bergen in Noorwegen volbragt. …

In het jaar 1804, werd hij tot den rang van Eersten Luitenant ter Zee bevorderd, welke toenmaals gelijk stond met dien van Majoor bij de Armée. Sedert dien tijd verliet hij de dienst en leefde buiten betrekking.

In het jaar 1816, 69 jaren oud zijnde, voer hij, met een jeugdig vuur bezield, als Kapitein van eene Brik van 80 lasten en zeven man equipage weder ter Koopvaardij, en zwalke nog drie jaren rond, tot dat de moeijelijkheden, die hij moest ondervinden, bij het uit- en inklaren van zijnen bodem, hem begonnen te vervelen, zoodat hij niet langer Kapitein wilde blijven”. Hij probeerde nog wel als stuurman een plaats te krijgen op een schip van zijn zoon, maar die voelde daar niet voor, evenmin als zijn rederij. Hij ”werd tevreden gesteld met het oppertoezicht over den aanbouw van een Koopvaarder te Antwerpen, de Vasco de Gama, bestemd voor zijn zoon; en toen die bodem met alle mogelijke naauwkeurigheid door hem was nagegaan en voltooid, gaf die brave zeeman in de armen van zijns oudsten zoons, den 19den October 1823, te Antwerpen zijnen geest …”.

Het artikel spreekt van de “buitengewone ligchaamskrachten”, waar Pieter niet prat op ging en anderen noemde die sterker waren dan hij. Hij “verhaalde in zijne jeugd op Bordeaux te hebben gevaren met nog acht zeelieden”, die allen nog sterker zouden geweest^.068.

 

De schepen van de kapitein

Geen

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 09 juli 1816¹¹⁴

In Rotterdam liggen in lading, naar: ….

Lissabon: het Brikschip ATALANTE, kapt. Pieter Bezemer. ….