Inloggen
Gezagvoerder

Meeuw, Gerrit Jacob

Naam: Meeuw, Gerrit Jacob
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
FREDERIC DE ZESDE 1815 Fregat Sailing Vessel 12954 Bekijk schip
NEDERLANDSCHE NIJVERHEID 1829 Fregat Sailing Vessel 10479 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Gerrit Jacob Meeuw werd geboren op 15 oktober 1775 te Borkum als zoon van Jacob (Esders) Meeuw en Tjietske Heres. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Dwars Bierstraat wijk 1 nr. 405.

Hij overleed op 03 juli 1866 te Rotterdam aan de Schildersteeg005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.J.Meeuw was met vlagnummer R134 in de periode 1826 t/m 1863 en 1865 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Daar de ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken is het zeer wel mogelijk dat hij in één van de jaren uit deze periode tot het College is toegetreden058.

In de ledenlijsten van Sweijs021 (jaargang 1865) en het Jaarverslag 1864 van het College  staat een kapitein G.J.Meeuw met vlagnummer R482, terwijl die onder vlagnummer R134 ontbreekt. Maar in het daaropvolgende jaar is G.J.Meeuw weer bij R482 verdwenen en present bij R134.`Ik kan niet nagaan of hier van een verschrijving sprake is of dat kapitein G.J.Meeuw voor een korte periode een ander vlagnummer heeft gekregen. Zo ja, dan is de reden onbekend058

G.J.Meeuw was permanent commissaris van de Maatschappij van 1843-1846058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855. 1858 en 1859 vande Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in deze jaren een uitkering heeft gekregen van f. 200,- vanwege ouderdom en/of behoeftigheid058.

 

De schepen van de kapitein

Van Sluijs013 (maar niet Bouma025) vermeldt kapitein G.J.Meeuw in 1843/44 als gezagvoerder van het fregat “Nederlands (Neêrlands) Nijverheid”, op 26 september 1829 op de werf van C.Smit aan de Kinderdijk te Alblasserdam te water gelaten, 470 ton n.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam.

 

In de Jaarverslagen 1849 1851, 1855, 1858, 1859, 1862, 1863, 1865 van het College staat kapitein G.J.Meeuw met vlagnummer R134 als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder schip en reeder. In het Jaarverslag 1864 staat hij met vlagnummer R482 in de ledenlijst maar zonder schip en reeder058

 

Bouma025 vermeldt geen G.J.Meeuw als gezagvoerder de “Jonge Adriana”, maar ik denk ten onrechte. Het betreft het 3/m schip “Jonge Adriana”, gebouwd in 1818, 400 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Bouma025 vermeldt G.J.Meeuw als gezagvoerder gedurende:

*    1824 t/m 1826 van de 2/msch. “Drie Gebroeders”, geen gegevens over bouw, thuishaven en eigenaar;

*    1829 t/m 1842 van de brik “Jonge Maria”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 152 ton o.m., varend voor Hoboken te Rotterdam. Het schip werd in 1842 geveild te Rotterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitei,n Gerrit J.Meeuw dd.

13 augustus 1828, op de schoener “De Drie Gebroeders”, bestemming Middelllandse Zee, boekhouder A. van Hoboken, correspondent de Witt, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, klamphouder/matroos, 2 matrozen, ligtmatroos en een jongen

 

Overige bijzonderheden

G.J.Meeuw verzorgde per 20 april 1826 vanuit Hellevoetsluis met de ”Jonge Adriana” een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 augustus 1826 na 119 dagen065.

 

In 1826 was er een briefwisseling tussen de Rotterdamse koopman Van Hoboken en de directie van de Nederlandsche Handel Maatschappij. Daarbij bood Van Hoboken aan honderd soldaten en vier officieren voor een totaal passagegeld van 16.000 gulden (“daarboven het kost en kopgeld als gewoonlijk”) te vervoeren “een bedrag dat in Batavia me5t6 wisselbrieven op de NHM zou moeten worden voldaan.” Het transport werd uitgevoerd met de “Jonge Adriana”.069 – p.142.

 

Rotterdamsche Courant 20 juli 1822114

Rotterdam, 19 juli. Den 18 zeilden van Helvoetsluis PARAMARIBO, M. McDougal, naar Surinamen; HESPERUS, W. Rijnbende, naar Belfast, en de JONGE WILLEM, G.J. Meeuw, naar Brest.

 

Bataviasche Courant 23 augustus 1826114

Den 16 augustus zijn ter rede van Batavia gearriveerd de schepen JAVA PACKET (opm: fregat JAVA PAKET), kapt. Charles Boyle, vertrokken van Amsterdam met 1 passagier en 100 man Zr.Ms. troepen op 21 april, en JONGE ADRIANA,  kapt. G.J. Meeuw, vertrokken van Rotterdam met 2 passagiers en Zr.Ms. troepen op 20 april.