Inloggen
Gezagvoerder

Marion, A. van

Naam: Marion, A. van
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HENDRINA 1853 Bark Sailing Vessel 16533 Bekijk schip
MARIA DIEDERIKA 1855 Bark Sailing Vessel 14867 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.van Marion was met vlagnummer R30 in de periode 1853 t/m 1869 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. van Marion met vlagnummer R30 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867          van de bark “Maria Diederika”        360 last     varend voor J.J.Kam te Delfshaven

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

Kapitein                                                Schip                              Vertrek                                    Aankomst

  1. van Marion Maria Diederika 17 november 1860                08 november 1861

 

Bouma025 vermeldt A.van Marion als gezagvoerder gedurende:

*    1853 t/m 1854 van de bark “Hendrina”, gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 562 ton o.m., varend voor J.J.Kam te Delfshaven;

*    1856 t/m 1869 op de bark “Maria Diederika”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 720 ton o.m., varend voor J.J.Kam te Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

Bericht van het verdrinken van een matroos van het schip “Noord”, kapitein Harm Geerts Pott, thuis behorende te Alblasserdam, op 10 februari 1849 liggende in de baai van St.Paul de Loando. Medeondertekenaar van dit bericht was eerste stuurman A. van Marion.115

 

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door A. van Marion.104.

 

NRC 18 maart 1858

Rotterdam, 17 maart. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen, als:

Voor Rotterdam: LUCONIA, kapt. C.J.D. Hulshoff; WILHELMINA, kapt. J.F. Ihnen; JULIE, kapt. R. Brem; ZWERVER, kapt. D.A. Koekelis; MARIA DIEDERIKA, kapt. A. van Marion; KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE YACHTCLUB, kapt. F.L. Zack; CORNELIS ANTHONIE, kapt. D.R. Kleve; JOSEPHA LOUISA, kapt. A. Muijzon; HENDRIK IDO AMBACHT; kapt. L. Bijl; KAREL EN HENRICUS, kapt. A. van de Geer.