Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Lucas was op 14 september 1819 één van de 11 oprichters van het Roterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart". Hij was lid met vlagnummer R12 in de periode 1819 t/m 1827. In artikel 3 van het eerste Reglement, gedateerd 14 september 1819, staat hij vermeld als “Kommissaris uit de rustende Leden”058.
W.Lucas was in 1819 permanent commissaris van de Maatschappij. Wellicht vervulde hij deze functie ook nog een deel van de periode 1820-1826, maar gegevens ontbreken058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1827 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam J/126) staat vermeld dat W.Lucas, vlagnummer 12, zich in 1827 uit het college heeft teruggetrokken058.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.Lucas als gezagvoerder gedurende:
* 1815 t/m 1822 van de “Elisabeth Johanna”, geen gegevens over type, bouw, eigenaar en thuishaven. Het schip voer op Batavia en is gezonken bij Port Isaac in Cornwall.
Overige bijzonderheden
Bataviasche Courant 05 oktober 1815114
Batavia. Het schip ELIZABETH JOHANNA (opm: fregat), kapt. W. Lucas, den 15 januari j.l. van Rotterdam en den 20 juli van Kaap de Goede Hoop vertrokken, is den 2 dezer (opm: oktober) alhier gearriveerd.
Bataviasche Courant 05 december 1815114
Batavia. Het Nederlandse schip ELIZABETH JOHANNA (opm: fregat ELISABETH JOHANNA), kapt. W. Lucas, is den 3 december van hier naar Rotterdam vertrokken, met koffij en suiker, en één passagier.
Rotterdaamsche Courant 05 maart 1816114
Rotterdam, 4 maart. Volgens brieven van Batavia, in dato 31 oktober 1815, waren aldaar liggende de Hollandse schepen MAAS EN ROTTESTROOM, kapt. F Bremer, ELISABETH JOHANNA, kapt. W. Lucas, en DE DOLPHYN, kapt. De Lange, alle van Rotterdam.
Leeuwarder Courant 25 mei 1818114
Rotterdam, 22 mei. Met de ELISABETH JOHANNA, kapt. W. Lucas, welke de reize uit de Maze (opm: Maas) naar Java en terug in minder dan negen maanden afgelegd heeft, zijn brieven uit Batavia ontvangen tot den 20 januari l.l. …
Bataviasche Courant 06 januari 1821114
Te Batavia aangekomen:
….30 December 1820 schip ELISABETH JOHANNA, W. Lucas, van Indramaijoe den 24 december 1820…..
Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114
Amsterdam, 23 januari. Te Batavia is gearriveerd W. Lucas van Rotterdam; te Marseille J.C. Willems, in 29 dagen; te Gibraltar kapt. Vollemaere van Ostende; te Bordeaux J. Hoek, van Harlingen, te Cuxhaven F.R. Berg van Amsterdam naar Hamburg.
Bataviasche Courant 03 maart 1821114
Te Batavia aangekomen:
27 Februari Zr.Ms. korvet AJAX, 1e luitenant Van Ginkel, van Straat Banka den 24 februari.
28 Februari schip ELIZABETH JOHANNA, W. Lucas, van Indramaijoe den 1 februari; brik NAWAR ALLIE JOESOOR, Said Aboe Bakar Saffie, van Malacca en Riouw den 31 januari……
Bataviasche Courant 19 mei 1821114
Batavia, 19 mei.
….Den 12 mei vertrok van hier naar Palembang Zr.Ms. brik JACOBA ELIZABETH, commandant 1e luit. Elgenhuizen; den 13 mei het Nederlandse schip ELIZABETH JOHANNA, kapt. W. Lucas, naar Palembang; den 16 mei het Nederlandse schip L. AUGUSTA, kapt. A. Bezemer, naar Padang; den 17 mei de Nederlandse brik HINGTAY, kapt. Tio Sokko, naar Bencoelen en Zr.Ms. fregat DAGERAAD, commandant kapt.luit. W. Tieman, koersstellende om de Noord, en den 18 mei het Nederlandse schip MARIA LOUISA, kapt. L. Heijkoop, naar Sourabaija.
Rotterdamsche Courant 14 februari 1822114
Amsterdam, 12 februari. Het schip ELISABETH JOHANNA (opm: JOHANNA ELISABETH, zie ook RC 050322), kapt. W. Lucas, van Batavia naar Rotterdam, is den 19 oktober 1821 de Straat Sunda gepasseerd.
Rotterdamsche Courant 16 februari 1822114
Rotterdam, 15 februari. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 12 februari:….
….Het schip de ELIZABETH JOHANNA, Lucas (opm: fregat ELISABETH JOHANNA, ex MINERVE, kapt. Willem Lucas), van Batavia naar Rotterdam, met koffij en kamfer, is den 4 februari in een zinkende staat bij Padstow (opm: 50º32’ N.B. 4º56’ W.L.) aangekomen, en terwijl men trachtte om het te Port Isaac binnen te brengen, in diep water gezonken; het volk was uitgeput van vermoeijenis door het aanhoudend pompen. (opm: zie ook RC 050322 en 160422) ….
Rotterdamsche Courant 05 maart 1822114
Rotterdam, 4 maart. Den 28 februari, in de vroege morgen, is ter rede van Vlissingen en vervolgens in de haven binnengekomen de Engelse sloep the GOOD INTENT, Th. Button, komende van Plymouth, met zich brengende de tweede stuurman W. Poort, met nog 14 man, zijnde de rest van de equipagie van het verongelukte Oost-Indische schip JOHANNA ELISABETH, J. Lucas (opm: fregat ELISABETH JOHANNA, kapt. Willem Lucas), van Batavia, hetwelk onlangs op de hoogte van Port-IJsak (opm: Port Isaac) is verongelukt.
Ook is aldaar ter rede gekomen het schip HORTENSE, J.IJ. van der Zweep (opm: Jan Ydesz van der Zweep, thuishaven Gent), van de Havana naar Antwerpen gedestineerd; hetzelve is onder een provisionele quarantaine gelegd.
Rotterdamsche Courant 16 april 1822114
De Minister voor de Marine roept, bij deze, op de manschappen, behoord hebbende tot Zijner Majesteits zeemagt, welke zich aan boord van het op den 8 februari 1822, op de noordkust van Engeland, verongelukte particuliere schip de ELISABETH JOHANNA hebben bevonden, met namen F. Repp, D. van Nupoort, F. Beller, W. Jackson, G. Frangel, J. Keizer, M.P. de Codin, F. Ridderbos, M. Koole, J. Smit, A. de Jong, J. Meeuwissen, J. Schiffeler, H. Frank en W. van der Duin, om zich ten spoedigste in persoon of schriftelijk te vervoegen aan het Ministerie van Marine, in ’s Hage, of bij de directiën der Marine te Amsterdam, te Rotterdam of te Vlissingen.
’s Gravenhage, den 9 april 1822 De Minister voor de Marine,
J.C. van der Hoop
Bataviasche Courant 13 juli 1822114
In de bovengemelde scheepslijst worden bevestigd de treurige tijdingen van het zinken van de ELIZABETH JOHANNA (opm: fregat ELISABETH JOHANNA, zie RC 160222), kapt. W. Lucas, op de hoogte van Port Isaac bij Padstow in Engeland op den 8 februari, en van het vergaan van het Amerikaans schip VOLTAIRE, kapt. Smith, bij Texel op den 25 februari l.l. (opm: zie RC 280222), zijnde de mensen welke zich aan boord van die beide schepen bevonden, op uitzondering van drie matrozen van de ELIZABETH JOHANNA, allen gered.
