Inloggen
Gezagvoerder

Logger, Martinus Johannes

Naam: Logger, Martinus Johannes
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
CATHARINA MARIA 1851 Brik Sailing Vessel 7699 Bekijk schip
JAN VAN HOORN 1842 Bark Sailing Vessel 13476 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Martinus Logger werd geboren in 1835 te Bergen aan Zoom als zoon van X.Logger en Martha Koch, beiden wonende te Delft.

Op 01 december 1846 krijgt hij van het Ministerie van Marine een oproep om bij de heer Swart, lid van de examencommissie voor zeeofficieren te Amsterdam, examen te doen in de stuurmanskunst.

Hij trouwde met Margaretha Riewel uit Groot Ammers.

Op 11 mei 1856 maakte hij te Batavia zijn testament op bij notaris Joseph Cornelis Meyer. Hij ligt dan ziek in Hotel des Indes in de Molenvliet te Batavia. Zijn zwangere vrouw is aanwezig en een getuige is kapitein Johannes Lubertus ten Boekel, gezagvoerder van de driemaster “Sara Johanna”. Hij is dan te zwak om de akte te ondertekenen en overlijdt in mei 1856 te Batavia

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.J.Logger was in de periode van 31 maart 1854 t/m zijn overlijden in 1856 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlag nummer 87. Bij de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark : Jan van Hoorn”.064a

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dordtse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat M.J. Logger als gezagvoerder064a:

*    1854 t/m 1856        bark “Jan van Hoorn”                        boekhouder P. Blussé van Oud Alblas te Dordrecht

 

Bouma025 vermeldt M.J.Logger als gezagvoerder gedurende:

*    1852 t/m 1853 van de brik “Catharina Maria”, gebouwd in 1851 te Capelle aan de IJssel, 262 ton o.m., varend voor Schloss & Henke te Rotterdam;

NRC 14 augustus 1851

Capelle a.d. IJssel, 13 augustus. Heden namiddag is alhier op de werf van W. & J. Hoogendijk & Co voor rekening der rederij onder directie der heren Schloss & Hencke te Rotterdam met het beste gevolg te water gelaten het brikschip (opm: bark) CATHARINA MARIA, hetwelk gevoerd zal worden door kapt. M.J. Logger.

*    1855 t/m 1856 van de bark “Jan van Hoorn”, gebouwd in 1841 te Dordrecht, 579 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

De bark de “Jan van Hoorn” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 13 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein M.J.Logger:

10de reis          augustus 1854 naar Batavia en datum terugkomst niet vermeld

11de reis          Data niet vermeld, maar kapitein Logger overleed op deze reis en het commando werd in mei 1856 in Batavia overgenomen door stuurman H.P. de Vos

Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

Volgens monsterrol nr. 1644 dd 28 juni 1854 in het Gemeentearchief van Dordrecht is hij gezagvoerder op de bark “Jan van Hoorn” en vertrekt hij op 06 augustus 1854 met 22 man naar Batavia en Australië.

Volgens monsterrol nr. 1715 dd 16 november 1855 te Dordrecht vertrekt hij voor een tweede en ook zijn laatste reis als gezagvoerder van de “Jan van Hoorn” naar Batavia met als 1e stuurman H. de Vos uit Rotterdam.