Inloggen
Gezagvoerder

Bergman, Eilert

Naam: Bergman, Eilert
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
AMBOINA 1840 Fregat Sailing Vessel 7983 Bekijk schip
MARIA 1828 Fregat Sailing Vessel 10445 Bekijk schip
PRINSES MARIANNE 1832 Fregat Sailing Vessel 10141 Bekijk schip
AMBOINA 1840 Fregat Sailing Vessel 7983 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Eilert Bergman werd geboren te Elssleth in het Hertogdom Oldenburg op 25 februari 1802..

Hij huwde met Antje Leenderts Buysman, geboren te Harlingen op 22 januari 1801. Zij overleed op 20 juli 1868 (of-66?)003.

Eilert overleed in 1851. Bij zijn overlijden is als woonplaats aangegeven Krimpen.118

 

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1838 en die van de Algemene Vergadering van 25 september 1838 van Zeemanshoop staat de melding van de weduwe van kapt C.R.de Jong, geboren Buisman, dat zij is hertrouwd met kapitein E.Bergsma en een continuering van de uitkering voor 2 van haar kinderen vraagt, hetgeen wordt toegestaan, hetgeen wordt toegestaan 023 en 042.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.Bergman, adres A.Huidekoper, werd met nr.423 effectief lid van Zeemanshoop per 26 mei 1835 op voorspraak van J.J.Bart. Zijn schip was de “Maria”002.

In de Algemene Vergaderingen van 19/26 mei 1835 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Eilert Bergman, oud 32 jaar, voerende de brik “Johanna”, wonende te Rotterdam, met adres en op verzoek van J.Bondix, op voordracht van kapitein J.J.Bart023.

Hij was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1835 t/m 1851 met devlagnummers 423 (1835 t/m 1836) en 310 (1836 t/m 1851)

E.Bergman werd per 20 augustus 1838 deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop003

 

E.Bergman was met vlagnummer R79 in de periode 1831 t/m 1851 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 november 1851 staat een verzoek om uitkering van A.Buisman, de weduwe van kapitein E.Bergman. In de vergadering dd 30 december 1852 gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar en 1 kind ingaande 01 augustus 1851.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1866 staat de melding van het overlijden van de wed. Bergman-Buisman.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van 27 januari 1852 wordt per 01 augustus 1851 een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein E.Bergman.023.

In de notulen dd 25 september 1866 van de Algemene Vergadering staat vermeld een bericht van de heer J.Bergman omtrent het overlijden van zijn moeder de wed. E.Bergman geb. Buisman.023.

 

In het Jaarverslag 1851 van het College”Maatschappij tot Nut der Zeevaart” (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1851 is overleden058.

In het Jaarverslag 1851 van de Maatschappij staat bij de rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe E.Bergman een uitkering krijgt van f 90,- voor onderstand en schoolgeld van haar en haar kind. In 1855 krijgt zij de volle uitkering van f 170,- voor haar en haar kind. In 1858 nog f 165,- voor haar en haar kind en in 1859 nog f 150,- voor haar alleen058.

In het Jaarverslag 1866 van het College staat vermeld dat zijn weduwe in 1866 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       423              1835                      brik         Johanna                                geen opgave

       310                1836-1837            brik         Johanna                               A.van Hoboken en Zn te Rotterdam

                                   1838 geen opgave van schip en boekhouder

                               1839-1846            bark       Maria                                    A.van Hoboken en Zn te Rotterdam

                                   1848                fregat     Amboina                             idem

                                  1849                 fregat     Prinses Marianne                idem

                                 1850                  fregat     Amboina                             idem

 

Bouma025 vermeldt E.Bergman als gezagvoerder gedurende:

*    1832 t/m 1838 op de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1840 t/m 1848 op het 3/m schip (later bark) “Maria”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, op de werf “Welvaren” van B.de Hoog, 296 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1848 t/m 1849 op het 3/m schip “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1850 op het 3/m schip “Prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

In het Jaarverslag 1849 staat kapitein E.Bergman vermeld als gezagvoerder van het fregat “Prinses Marianne”, 378 last, varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam058.

 

Overige bijzonderheden

In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat dat kapitein E.Bergman, vlagnummer 79, “een nieuw opgekomene Vulkanis-Eiland gezien (heeft) in de Middellandschezee, liggende tusschen het eiland Sicielie en de Barbarijsche kust.   De Engelschen hebben hunne vlag er op geheschen, en hetzelve Graham-eiland genaamd.”058

 

E.Bergman verzorgde per 28 juni 1840 vanuit Hellevoetsluis met de “Maria” een troepentransport van 6 officieren en 28 manschappen. 5 man bleven achter in St. Georg d’Elmina. 4 Europeanen en 58 Afrikanen werden aan boord genomen. Onderweg overleden 1 Afrikaan en 1 Europeaan. Hij arriveerde te Batavia op 22 november 1840 na 147 dagen.

Per 14 december 1847 verliet hij Hellevoetsluis met 1 landmachtofficier aan boord van de “Amboina”. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld065.

 

“De snelste van alle naar en van Oost-Indië varende Van Hoboken-schepen bleef ruim drie jaar lang de brik Johanna. Anthonie van Hoboken had Baud in januari 1834 lovend over zo’n prestatie-reis geïnformeerd toen het schip in drie maanden was thuisgevaren. De reis die daarna volgde zou nóg sneller gaan: kapitein Eilert Bergman ‘joeg’ zijn schip toen in zeven maanden en twee dagen uit en thuis. Het Algemeen Handelsblad schonk op Nieuwjaarsdag 1836 aandacht aan de Johanna: voor vier reizeen heen en weer had de brik slechts dertig maanden ern 16 dagen gebruikt, waarvan 27 maanden en zeven dagen op zee werden doorgebracht.”.069 – p.192.

“De Amboina werd in oktober 1847 bevracht en in de brief waarin de maatschappij (i.c. de Nederl Handelmaatschappij) werd bedankt (door Anthony van Hoboken) las de NHM-directie tevens dat Eilert Bergman de nieuwe kapitein van de brik zou zijn – ‘die zich door zijn gedrag op het schip Maria en andere schepen deze verbetering waardig heeft betoond’ “ 069 – p.261.