Inloggen
Gezagvoerder

Lever, Jan Janz

Naam: Lever, Jan Janz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JANTINA IKIENA 1854 Galjoot Sailing Vessel 14750 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Jans Lever werd geboren te Wildervank op 13 oktober 1824 als zoon van schipper Jan Andries Lever en Trijntje Jans Ligger.

Jan trouwde op 08 januari 1851 te Veendam als zeeman met Jantje Alberts Kassiens (ook: Karssies), geboren op 27 juli 1828 te Veendam als dochter van de zeeman Albrecht Hindriks Kassiens en Iektje Hincriks Uijenga. Iektje is overleden te Hamburg op 08 oktober 1858. 30 jaar

Jan Jans Leever hertrouwde op 13 september 1865 te Veendam als zeeman met Gesina Mulder, geboren te Veendam op 18 februari 1836 als dochter van de schipper Berend Harms Mulder en Ietje Jans Blaak. “Naar verluidt moet Gesina Lever-Mulder een dag na haar echtgenoor zijn overleden, maar waar en onder welke omstandigheden is niet duidelijk”.(G.J.Mulder).

Jan overleed te Enkhuizen op 20 maart 1875 aan boord van het schip “Sefir” in de haven van Enkhuizen.

Zie o.a. “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jan vermeld als zeeman in 1851, als schipper in 1854 en als zeeman in 1865

 

Lidmaatschap van zeemanscollege(s)

J.J.Lever was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer 222 in de periode 1855 t/m 1868.

 

J.J.Lever was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 100 in de periode 1858 t/m 1875.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.J.Lever als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1865 van de galjoot “Jantina Ikina”, gebouwd in 1854 op de werf van Josephus Geerts Bodewes te Sappemeer, 99 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam.

 

In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt J.J.Lever vermeld als gezagvoerder van de “Jantina Ikina” met vlagnummer 222.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

25 november 1848, kof “Jeltina Margrieta”, schipper Jan Douwes Douwes, 35 jaar uit Veendam. Voorts stuurman Jan Jans Lever, 24 jaar uit Wildervank, kok en een lichtmatroos.

22 juli 1852, schoenergaljoot “Marchina Catharina”, schipper Derk Jans Mulder, 28 jaar uit Veendam. Voorts stuurman Jan Jans Lever, 27 jaar uir Veendam, kok, matroos en een lichtmatroos.

14 augustus 1854, galjoot Jantina Ikina”, schipper Jan Jans Lever, 29 jaar uit Veendam. Voorts stuurman kok, matroos en een lichtmatroos.

11 februari 1857, kof “Jantina Ikiena”, schipper Jan Jans Lever, 32 jaar.

 

Overige bijzonderheden

De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.

Op 22 juli 1852 kwam Lever als stuurman aan boord van de schoenergaljoot “Marchiena Catharina” onder schipper Derk Jans Mulder uit Veendam.

Zij eerst bekende eigen schip per 21 juli 1854 was de galjoot “Jantina Ikiena”. Hij verkocht dit schip weer in 1865. aan schipper Jan Harms de Jonge, die de naam inkortte tot “Jantina”.

I Het duurde tot 30 oktober 1865 voor Jan Jans Lever weer eigenaar werd van een schip: de eikenhouten tjalk ‘Catrina’, die hij in ‘Sefir’ vernoemde. Hij betaalde aan zijn verkopers, de firma J.M. Meihuizen en Zoon, negotianten te Wildervank,? f 750 voor deze tjalk. De aankoop werd door Meihuizen volledig met een hypothecaire lening gefinancierd.

De ‘Catrina’ (ook wel gespeld ‘Chatrina’) was in februari 1852 gereed gekomen op de werf van Hindriks Geerts van der Werf te Wildervank met Schipper Geuchien Harms Koops uit Wildervank als eerste eigenaar. De tjalk mat volgens de meetbrief 90 ton en kreeg als brandmerk 615 Winsch 1852. In 1861 werd de ‘Catrina’ door Bureau Veritas in Bremen gevisiteerd, waarschijnlijk om na herstel van een aanzienlijke schade de klassepapieren te kunnen verlengen.

Op 30 oktober 1865 verkocht Koops zijn ‘Catrina’ voor ƒ100 aan de firma J.M. Meihuizen en Zoon. De tjalk lag toen zoo goed en kwaad als het zich thans bevindt voor de werf van laatstgenoemde. Meihuizen verkocht de ‘Catrina’ nog diezelfde dag via notaris Van Slooten uit Veendam door aan schipper Lever. Maar gelet op het grote prijsverschil tussen in- en verkoop heeft Meihuizen de winter en het voorjaar moeten benutten om de tjalk op te knappen. Hij leverde de ‘Sefir’ eerst in de zomer van 1866 aan Jan Jans Lever af. De verandering van eigenaar en de hypotheek werden op 13 juni 1866 in het kadaster opgenomen.

Jan Lever overleed op 20 maart 1875 in Enkhuizen aan boord van zijn ‘Sefir’. De 28-jarige Hendrik Theisens, schipper te Gasselternijveen en oudere broer van zijn schoonzuster Frederika Mulder-Theisens, was een van de getuigen die het overlijden in Enkhuizen aangaven. Naar verluidt moet Gesina Lever-Mulder een dag na haar echtgenoot zijn overleden, maar waar en onder welke omstandigheden is niet duidelijk.

Nadat het echtpaar Lever-Mulder was overleden verkochten de erven op 15 januari 1876 de ‘Sefir’ aan schipper Adrianus Jacobus van der Sluis uit Drimmelen, die de tjalk de naam ‘(de) Catharina’ gaf. Tot 1898 staan schipper en schip nog wel in het Rijnvaartregister genoemd, maar over de verdere levensloop is helaas niets meer te achterhalen.