Inloggen
Gezagvoerder

Kramer, G.

Naam: Kramer, G.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
OTTO 1860 Schoener Sailing Vessel 15628 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Volgens kadastrale gegevens dd 18 januari 1888 verklaart scheepskapitein L.J. Koning, wonende te Groningen, te verkopen aan scheepskapitein Jan Engelhard, wonende te Groningen, die door ondertekening van het koopcontract in eigendom verklaart aan te nemen:

‘…het kofschip Willemina, groot 66,58 tonnen van 2.83 kubieke meter, ingevolge Meetbrief dd Groningen 24 November 1876; in 1874 van de werf van den scheepsbouwmeester G.G. Bodewes Martenshoek te water gebracht, zijnde alzoo een vaartuig in het Koningrijk der Nederlanden tehuis behoorende, ten Kantoor van hypotheken te Groningen teboek gesteld den 09 April 1874…’

De koop en verkoop werd aangegaan voor f 100 ‘… welken koopprijs de verkooper erkent naar genoegen te hebben ontvangen…  ‘

Het schip is gebrand: 2838 GRON 1874

(Bron: Kadaster Groningen AR dl 2 vak 21 en RSV dl 24 nr 4219)

Uit dit gegeven is wellicht te concluderen dat kapitein Koning (zie ook aldaar) in 1887 reder van het schip is geweest. Zo ja dan zou de opgave bij Bouma moeten worden aangepast.

 

Bouma025 vermeldt G.Kramer als gezagvoerder gedurende:

*    1887 van de koftjalk “Willemina” ex Adriana Cornelia, gqbouwd in 1883, bouwplaats niet vermeld, 61 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen (wellicht varend voor L.J.Koning te Groningen?)

*    1888 van de 2/msch “Wildina Christina” ex Otto, gebouwd in 1860 te Hoogezand, 135 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip werd vanaf 15 maart 1888 vermist op weg van Delfzijl naar Gloucester.

 

Overige bijzonderheden

NRC 31 maart 1888114

Delfzijl, 29 maart. Volgens alhier ontvangen telegram is het Nederlandse schip (opm: tweemast-schoener) WILDINA CHRISTINA, kapt. Kramer, van Groningen naar Gloucester, gezonken. Het volk is gered. (opm: zie ook PGC 310388 en NRC 030488)

 

NRC 03 april 1888114

Rotterdam, 2 april. Te Delfzijl maakt men zich zeer ongerust over het Nederlandse schip WILDINA CHRISTINA, kapt. Kramer, hetwelk enige dagen geleden met bonen en haver geladen, van hier vertrok met bestemming naar Gloucester. Volgens bericht van Duitse loodsen moet het schip, met een Delfzijlse loods aan boord, bij het naar zee gaan, gestoten hebben op de Geldzakplaat en na een paar uren weer vlot geraakt zijn. Na die tijd moet niets meer van het schip vernomen zijn, zodat men vermoedt, dat het ten gevolge van het stoten lek geworden en door het werken van de lading gezonken is. Er is geen telegram betreffende dat schip ontvangen. Het gerucht heeft hieraan nog toegevoegd, dat een visserschip de WILDINA CHRISTINA flambouwen had zien ontsteken en het schip later had zien zinken, zonder hulp te kunnen bieden. Wellicht wordt dit gerucht bevestigd door de mededeling onder “schip gezonken”, van Grimsby 29 maart, voorkomende in de NRC van 31 maart. (Het bericht betreffende het verongelukken, voorkomende in ons blad van 31 maart, ontleend aan het Handelsblad, schijnt dus nog bevestiging te vereisen.)

 

Provinciale Groninger Courant 10 mei 1888114

Amsterdam, 8 mei. Aangaande het schoenerschip WILDINA CHRISTINA, kapitein Kramer, op 15 maart l.l van Delfzijl naar Gloucester vertrokken, heeft men sedert niets vernomen.