Inloggen
Gezagvoerder

Kraanstuijver Jr, Christoffel Henderik

Naam: Kraanstuijver Jr, Christoffel Henderik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VROUW MARCHIENA 1829 Smak Sailing Vessel 10028 Bekijk schip
BELLE ALLIANCE 1810 Fregat Sailing Vessel 12627 Bekijk schip
EMANUEL 1817 Bark Sailing Vessel 17107 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Christoffel Hendrik Kraanstuijver werd geboren ca. 1808 te Amsterdam als zoon van Hendrik Kraanstuyver en Johanna Catharina Schoonlever

Christoffel trouwde te Amsterdam op 09 april 1835 met Ann Collings, geboren 06 september 1813 te Amsterdam in de Eerste Weteringsdwarsstraat als dochter van Edward Collings, agent bij de Zeeassurantie Maatschappij en Juliana Louisa Dentzer.. Ann is overleden op 25 maart 1880 op de Lijnbaansgracht te Amsterdam, 66 jaar.

Hun kinderen waren Christoffel Hendrik en Catharina Louisa Edwardina Kraanstuyver.

Christoffel Hendrik Kraanstuyver junior is, op reis met het hem toebehorende schip NEPTHUNUS van Hull naar Amsterdam, op 19 april 1842 aan boord overleden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.H.Kraanstuijver (adres Gemmening en Penning) werd per 22 maart 1836 op voordracht van A.Hansen en met vlagnummer 343 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Neptunus". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 maart 1836 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Christoffel Hendrik Kraanstuijver Jr, oud 28 jaar, voerend de smak “Nepthunus”, wonend op de Binnenkant hoek Kalkmarkt te Amsterdam, op voordracht kapitein A.Hanssen (sic)023.

Zijn vlagnummer was 343.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1842 staat een aanvrage om een uitkering van de wed. kapitein C.H.Kraanstuiver, geb. A.Collings. Deze werd in de vergadering dd 26 mei 1842 toegekend ingaande 01 mei 1842 voor haar en haar 2 kinderen.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 01 mei 1842 staat dat aan A.Collings, de weduwe van kapitein C.H.Kraanstuiver per 01 mei 1842 een onderstand wordt verleend voor haar en haar twee kinderen.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        343                       1836-1837     smak                Nepthunus                                            geen opgave

                                      1838-1841     smak                Nepthunus                                            de kapitein

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Christoph Henrich Kraanstuiver als gezagvoerder van de:

“Emanuel”, dd 23 oktober 1824; 30 juli 1829

“Maria”, dd 15 april 1829 (proc. a. J.H.D.Schreuder); 21 oktober 1825;

“Palembang”, 14 mei 1830; 25 oktober 1830

“Nepthunis”, dd 09 juli 1835; 21 november 1835; 26 maart 1836; 26 juli 1836; 13 februari 1837; 06 oktober 1837; 18 december 1837.

 

Van Sluijs11 vermeldt een kapitein C.H.Kraanstuiver als gezagvoerder van de “Emanuael” (1825-1826), de “Palembang” (1832-1833) en de “Nepthunus” (1834-1842). Opgegeven wordt dat deze gezagvoerder met vlagnummer 343 effectief lid was van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Hij overleed in 1842.

Van Sluijs vermeldt tevens een bericht uit het Handelsblad (niet gedateerd) “door Eng.kotter Dove (van Baltimore naar Rotterdam) naar Falmouth gezonden in verband embargo (Handelsblad)”. In begin dertiger jaren bestond een de facto oorlogssituatie met Engeland omdat deze natie de kant van Frankrijk koos in het Nederlands-Belgische conflict. Nederlandse schepen werden aangehouden en opgebracht.

Bouma025 vermeldt geen kapitein Kraanstuiver als gezagvoerder van een schip met de naam “Palembang”.

 

Bouma025 vermeldt C.H.Kraanstuiver als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1834 van het 3/mschip “Palembang”, gebouwd in 1800 te Amerika, 300 ton o.m., varend voor J.C.Spengler te Àmsterdam; (Bouma spreekt hier van kapitein Kraanstuiver, zonder initialen)

*    1830 van het 3/mschip “Maria”, gebouwd in 1818, bouwlocatie niet vermeld, 360 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam;

      Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1830 werd verkocht aan JJ.A.Walraven te Amsterdam en werd herdoopt in “Liberté”. Als bouwjaar geeft hij 1816 op;

*    1834 t/m 1842 van de smak “Neptunus” ex Vrouw Marchiena, gebouwd in 1829, bouwplaats niet vermeld, 60 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Bouma meldt het overlijden van de kapitein in 1842.

Ik houd er rekening mee dat er van vader en zoon Kraanstuiver sprake is, waarover nader genealogisch onderzoek uitsluitsel zal moeten geven

 

Overige bijzonderheden

De "Christina Bernardina" in een poging de fjord voor Bergen (Noorwegen) uit te varen057:

01 december 1830      "... kreegen nog Een Driemastschip op zij Capt Kraanstuiver koomende van Amsterdam ...".

Monsterrol dd 25 oktober 1830 van het fregat "Palembang" onder gezag van Christoffel Henderik Kraanstuiver en met 13 manschappen. Bestemming Bergen. Boekhouder C.S.H.Kraanstuiver011

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo011:

28 november 1837     "... Haalden ... 1 ton spek van den Heer Kraanstuiver".

 

“Op 23-08-1831 arriveerde kapt. M.Kraanstuiver,voerende het schip “Palembank”(sic), komende van Triest, te H’sluis. Deze rapporteerdedat hij op 18-08-1831 ter hoogte van Lizard had gepraaid twee Nederlandse schepen met de Rotterdamse nummervlaggen 18 en 124 in goed staat zeilende”005. (R124 is Hendrik den Breem en R18 is H.van den Bos).

 

Mail augustus 2011 Ger Mulder, Marhisdata

De historie van de pink DE HERSTELLER verloopt vrij curieus:

  1. Beijen namens firma Mannekus, Beijen & Steur, gevestigd te Maassluis verkoopt de pink op 31 maart 1817 aan C.H. Kraanstuyver. Het schip was tot dan gevoerd door Broder S. Marten, die werd vervangen door Joachim Christiaan Schmidt. Daarvoor werd op 9 mei 1817 wel een ZB afgegeven, maar reeds op 24 mei werd hij weer opgevolgd door Pieter Zink.

Kraanstuyver moet de pink hebben verkocht aan Albert Durks de Peer, koopman te Harlingen (nog geen akte gevonden), die het schip op 19 nov. 1818 verkocht aan koopman C. Brandligt: Pieter Zink voerde toen het commando. In RC 070119 zien we Zink met schade onderweg naar Suriname, en op 7 nov. 1819 was hij terug in Amsterdam. Ik ga er vanuit dat de pink die op 22 juni 1820 zou worden verkocht rijp was voor de sloop, want ik heb geen verdere (ver)koopakte gevonden, terwijl we in Amsterdam goed gedocumenteerd zijn.

Ik heb er nu als opmerking geplaatst: (opm: de pink DE HERSTELLER, laatstelijk gevoerd door kapt. Pieter Zink, werd waarschijnlijk verkocht voor de sloop) Ik heb het schip nu ook alsnog in de Verlieslijst opgenomen.