Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt A. de Koning als gezagvoerder gedurende:

*    1851 van de tjalk “Vrouw Wilhelmina”, gebouwd in 1832 te Akkrum, 60 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd in 1851 in zinkende toestand verlaten op Doggersbank. De bemanning werd gered door het Deense schip Haabet onder kapitein Christensen;

*    1850 t/m 1855 van de tjalk “Wilhelmina”, gebouwd in 1840 te groningen, 27 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Zierikzee;

      Overlap in vaarperioden

*    1856 t/m 1857 van de kof “Jonge Adriana” ex Geziena Jantina, gebouwd in 1848 te Martenshoek, 91 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Duiveland.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van half februari 1853 (geen preciese datum op de fotokopie van de krant) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht⁰⁹⁶:

“ROTTERDAM 8 Februarij. Het Nederlandsche schip Vrouw Wilhelmina, gevoerd geweest zijn door kapt. A. de Koning, van Christiania, met lijnkoeken naar Bod(?) bestemd, is op de hoogte van Doggersbank in zinkende toestand door het volk verlaten. De kapitein met vrouw en kind, benevens de overige equipage is met levensgevaar door kapt. Christensen van het Deense schip Hacbet (?), die hen allen behouden in Koningsbergen aan wal gezet. De Vrouw Willemina had door zware stortzeeën alles van dek verloren en gedurende enige dagen in reddeloze toestand verkeerd, en zal waarschijnlijk spoedig na de redding gezonken zijn.”