Familiegegevens en opleiding

Cornelis Cornelisse Kat uit Hollum huwde te Nes op Ameland op 28 januari 1798 met Stijntje Jelles Schut.

C.C.Katt, vlagnummer 116, is overleden in 1825.⁰⁸⁴ en gezien de aanvrage voor onderstand van de weduwe vermoedelijk in Monnikendam.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.C.Kat werd per 12 april 1825 met vlagnummer 116 en op voordracht van G.S.Rotgans ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Toegevoegd is "Overleden"⁰⁰².

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 05/12 april 1825 wordt Cornelis Cornelis Katt voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij was toen 57 jaar, afkomstig uit Monnikendam en met als adres de heren J.Daniels & Zⁿ & Arbman op het Cingel tegenover de voormalige kerk De Zon. Hij werd als lid voorgedragen door G.S.Rotgans en kreeg als vlagnummer 116⁰²³.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

De notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 14 juni 1825 maken melding van een missive van Schentje J.Schut, weduwe van kapitein C.C.Katt, waarbij ze een beroep doet op het Weldadig Zeemansfonds. Ze meldt "dat hare gezegde man voerende het schip Noord Holland, hetwelk met zijn procuratie den 11^e Mey l.l. in zee gezeild zijnde gedestineerd naar Lissabon op den 14^e dito daaraanvolgende is overleden ...". Zij is als weduwe met zes kinderen in behoeftige omstandigheden achtergebleven⁰²³.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 20 juli 1825 staat vermeld: “Een brief  van de W^e van Kapitein C.C.Katt geb. J.Schuitt de dato Monnikendam den 9 Junij 1825, verzoekende om aangezien haar man, voerende het schip Noord Holland hetwelk met zijn procuratie den 11 Mei in Zee is gezeild, den 14 Mey is gestorven en Effectief Lid van het Kollegie is geweest uit het Fonds te mogen trekken.

Het Bestuur overwegende dat wel is waar Kapit. C.C.Katt op den 12 April 1825 als Effectief Lid van het Kollegie is aangenomen geworden, doch dat hij nimmer ingevolge de wet heeft gestort, vermits zijne ziekte hem toen reeds belette zijne voorgestelde reis naar Lissabon te onderneemen, zoo dat niet hij, maar zijne Stuurman met zijne procuratie is uitgezeild en dat hij alzoo slechts Een maand en 2 dagen Lid van het Kollegie is geweest.

Dat op hem Kapitein Katt mitsdien kan toegepast worden art.1 van het besluit wegens het regt om uitkeeringen uit het Fonds te genieten de data 5 Mei 1824.

Zoodat mitsdien het verzoek van de E^e Katt wordt gewezen van de hand.

Doch overwegende dat zij Wed^e met Zes Kinderen is overgebleven, en dat de overledene Drie en twintig Gulden voor Entrë & Contributie heeft betaald, is er goedgevonden om aan haar in eens eene gratificatie van Een Honderd Guldens toe te voegen, zonder eenige consequentie voor anderen in het vervolg.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 11 april 1826 staat vermeld dat is “ontvangen een brief mede van den Heer A.Göckel van Monnikendam, met het verzoek het Bestuur te willen attent maken op het ongelukkige lot en den hulpbehoevenden toestand van de Weduwe C.C.Katt”. Het Bestuur stelt dat daarover al eerder een besluit is genomen

 

De schepen van de kapitein

In de Amsterdamsche Almanak voor Kopphandel en Zeevaart⁰⁰¹ is achter nr.116 geen naam ingevuld. De eerste lijst stamt uit 1826 en kennelijk was deze C.C.Kat toe al overleden. De reden blijkt uit de notulen van de Bestuursvergadering van het college op 20 juli 1825, waar een verzoek om steun wordt behandeld van J.Schuitt, de weduwe van C.C.Katt uit Monnikendam. Deze zeilde uit met de "Noord Holland" op 11 mei 1825 en stierf op 14 mei 1825⁰⁴². Kapitein Katt is dus een maand na zijn inschrijving overleden en heeft dus geen vermelding in de ledenlijst in de AAKZ gekregen.

 

Overige bijzonderheden

Geen