Familiegegevens en opleiding
Jan Korter werd geboren te Nieuwe Pekela op 08 juli 1814 als zoon van de landgebruiker Jan Enjes Barth en Lubbechijn Jans Koster.
Jan Korter Bart trouwde op 25 januari 1838 te Nieuwe Pekela als schipper met Hinderika Alberts de Boer, geboren te Nieuwe Pekela op 06 maart 1814 als dochter van de schipper Albert Jurjens de Boer en Jantje Jans Kappen. Hinderika Alberts overleed op 12 april 1898 te Nieuwe Pekela, 84 jaar, weduwe
Jan Korter overleed op 23 maart 1880 te Nieuwe Pekela, 65 jaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand akten vermelden Jan Korter Bart als schipper in 1838, 1839, 1840, 1842, 1845, 1847, 1850, 1852, 1854, 1855, als landbouwer in 1871, zonder beroep in 1880.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Korter Bart was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te PekelA met vlagnummer 39 in de periode 1840 t/m 1851. Jan Korter had het vlagnummer overgenomen van zijn vader Jan Eenjes Bart.
Jan Korter Bart was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 39 in de periode 1852 t/m 1880.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen.
De schepen van de kapitein
De monsterrolencollectie op het Noordelijk Schaapvaartmusuem te Groningen bevat rollen dd,
08 maart 1831, kof “Jonge Jan”, schipper Jan Eenjes Barth uit Nieuwe Pekela en matoos Jan Korter Barth uit Nieuwe Pekela.
21 oktober 1863, kof “Drie Gezusters”, kapitein Jan Korter Bart, 49 jaar uit Nieuwe Pekela
Bouma025 vermeldt J.Korter.Bart als gezagvoerder gedurende:
1838 van de kof “Jonge Jan”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. 5 maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen;
1841 t/m 1844 van de kof “Hendrika Margaretha”, gebouwd in 1840 te Pekela, 111 ton o.m., geen opgave van reeder en thuishaven;
1846 t/m 1850 van de kof “Jonge Jan”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. 24 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen;
1849 van de kof “Elisabeth Maria”, gebouwd in 1830 te Harlingen, 173 ton o.m., varend voor de wed. B.van Loon & Zn te Harlingen;
1851 t/m 1852 van de kof “Hendrika Jantina”, gebouwd in 1851, bouwlocatie niet vermeld, 114 ton o.m., geen opgave van thuishaven en reeder.
1856 t/m 1863 van de kof “Drie Gezusters” ex Johanna. Gebouwd in 1838 te Hoogezabd. 124 ton O.M., varend als kapitein vanuit Pekela. Het schip is in 1863 verongelukt bij Delfzijl en binnegebracht.
Overige bijzonderheden
Schip wordt frekwent genoemd in de Kronieken, Nog nakijken
De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN UITGEGAAN.096:
“17 April J.K.Bart Jantina Henderika, Ballast, Noorwegen.”
Bouma025 draait de twee namen van dit schip om. Wat is juist?
Leeuwarder Courant 07 juni 1822114
Harlingen. Den 21 mei binnen gekomen ….
Den 2 juni binnen gekomen het kofschip de JONGE JAN, kapt. Jan C. Bart en het smakschip VRIENDSCHAP, kapt. P.E. Boer, beide met hout van Noorwegen. Uitgezeild de schonerschepen HOPE, kapt. Enos Page, en VIOLET, kapt. Daniel Charresin, met boter enz. naar Londen; het kofschip de JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, met ballast op avontuur.
Leeuwarder Courant 30 juli 1822114
Harlingen.
….Den 16 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE JAN, kapt. Jan E. Bart; het tjalkschip de VROUW HELGINA, W.J. Panman; het smakschip GESINA CHARLOTTE, kapt. G. van Veen, alle met hout van Noorwegen.
Leeuwarder Courant 17 september 1822114
Harlingen.
….Den 2 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW MARGARETHA, kapt. E.A. Pot; de kofschepen de JONGE JAN, kapt. Jan E. Bart, de VROUW TRIJNTJE, kapt. Auke B. Visser, en de HERSTELLING, kapt. A.T. Schuringa, alle met hout van Noorwegen. Uitgezeild het kofschip VRIENDSCHAP, kapt. G.J. Haverbult, met ballast naar Noorwegen. ….
