Inloggen
Gezagvoerder

Gomes, D.

Naam: Gomes, D.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
LICHTSTRAAL 1864 Fregat Sailing Vessel 15978 Bekijk schip
BATAVIER 1876 Fregat Sailing Vessel 10697 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Gomes was met vlagnummer R17 in de periode 1877 t/m 1891 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1891 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1891voor het lidmaatschap bedankt058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D.Gomes met vlagnummer R17 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1877, 1878                 fregat “Noach IV”        1503 ton o.m. voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1880 t/m 1881           fregat “Noach IV”        1303 ton n.m           voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1882, 1883,

      1885 t/m 1888            bark “Noach IV”          1303 ton                  voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1890                            bark “Noach IV”          1303 ton                  voor Scheepv.Mij Zuid-Holland te Rotterdam

 

De clipper "Batavier" (1616 ton), gebouwd in 1876 bij L.Smit Fopz te Kinderdijk, "passeerde van Indië komend onder Kapt.F.Gomes op 9 Dec.1904 St.Helena en werd sindsdien vermist026(39/314).

 

D.Gomes was van 1880-1890 kapitein van de composietbark “Noach IV”, gebouwd in 1875 bij J.Smit te Slikkerveer, 1303 (1503) ton, varend voor reder Fop Smit Jr te Rotterdam. In 1890 verkocht aan de Scheepvaart Maatschappij “Zuid Holland”. Te Rotterdam052

 

Bouma025 vermeldt D.Gomes als gezagvoerder gedurende:

*    1873 van het 3/mschip “Lichtstraal”, gebouwd in 1864 te Slikkerveer, 1500 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

*    1877 t/m 1890 van het fregat “Noach IV”, gebouwd in 1875 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1882 getuigd als bark;

*    1891 t/m 1892 op hetzelfde schip maar nu varend voor de Scheepvaart “Zuid Holland”, Dir. J.Koning. Het schip werd te East London afgekeurd en verkocht;

*    1895 ophet ijzeren 3/m schip “Batavier”, gebouwd in 1876 te Kinderdijk, 1780 ton n.m., varend voor de scheepv. “Zuid-Rotterdam Holland” Dir. J.Koning. Het schip werd in 1895 vermist. Was op 09 december 1894 St.Helena gepasseerd

 

Overige bijzonderheden

Op 29 november 1886 deed de Raad van Tucht voor de koopvaardij uitspraak inzake een klacht van een passagier, een zekere Gonsenoord, van de bark “Noach IV” onder gezag van kapitein Gomes. Tijdens de reis in de zomer van 1886 zou de kapitein een schepeling mishandel hebben, zou hij enige passagiers beledigd hebben en zou hij in de nacht geen navigatielichten hebben gevoerd waardoor schip en lading in gevaar zouden zijn gebracht.

Wettelijk was het voeren van boordlichten bij zeilschepen verplicht maar veel kapiteins hielden zich hier niet aan vanwege de kosten van de olie. De kapitein zei dat hij inderdaad geen boordlichten voerde wanneer hij van mening was geen schepen tegen te zullen komen, zoals op het traject van de Kaap naar St.Helena. De Raad meende echter dat zijn verzuim ernstige afkeuring verdiende maar dat een zware straf zoals een schorsing niet gerechtvaardigd was.

Wat betreft de andere klachten”tijdens de reis vierde de kapitein op 17 juli aan boord de verjaardag van zijn vrouw. Er heerste aan boord een feestelijke stemming met daarbij het nodige drankgebruik. Eén van de bemanningsleden had van de zeilmaker een klap gehad, maar had zelf daarover geen klacht ingediend. Wellicht dat de kapitein enige minder vleiende opmerkingen tegen enkele passagiers had gemaakt. Maar al met al was dit geen reden om disciplinaire maatregelen tegen hem uit te spreken. Hij kreeg dus geen straf. 104.

Een overeenkomstig relaas staat in “De Clippers”, Anno Teernstra, Holdert & Co, Amsterdam, 1945, p.203.