Inloggen
Gezagvoerder

Glazener, Anne Andriesz

Naam: Glazener, Anne Andriesz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JUPITER 1814 Fregat Sailing Vessel 12010 Bekijk schip
GEERTRUIDA EN MARIA 0 Brik Sailing Vessel 12498 Bekijk schip
ELISABETH EN HESTER 0 Brik Sailing Vessel 12788 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geboren te Nes op Ameland op 15 augustus 1796.

Overleden te Rotterdam op 08 maart 1879005.

 

Anne is de zoon van Andries Glazener en Tetje Hessels Schultetes. Vader Andries werd geboren te Nassau-Dietz in 1764 en is  overleden te Nes op Ameland op 06 oktober 1838. Hij vestigde zich c.1788 op Ameland en was daar "leermeester der jeugd en ontvanger van de belastingen". Andries en Tetje kregen vijf zonen: Nicolaas, Hessel, Michiel, Anne en Jacob. Naast Anne werd ook Hessel koopvaardijkapitein. Anne en Hessel voeren beiden voor (o.a.?) de firma Suermondt te Rotterdam.  Voorts werd broer Nicolaas gezagvoerder op de vaart naar Scandinavië terwijl ook Michiel heeft gevaren maar al snel de voorkeur gaf aan een baan aan de wal.

Informatie dd 09 juli 1999 van mevr. I.Glazener te Ede.

 

“In 1808 werd Andries Glazener benoemd als onderwijzer, hij volgde Enke Jcobs op. Deze Andries Glazener sprak gebrekkig Nederlands, dat is niet vreemd daar hij van Duitse afkomst was. Andries Glazener was naast schoolmeester tevens kastelein, politiebediende en kreeg later nog de functie van Rijksontvanger. Deze combinatie van functies maakte het Glazener mogelijk een woning te kopen. Hin beschikte namelijk in 1830 over een eigen woning die direct ten noorden van de dorpschool heeft gestaan. Een deel van deze woning, die gebouwd werd in 1736, bestaat nog (2001)en is eigendom van de fam. Schuurman.

Het artikel bevat een kaartje van het centrum van Nes met een aanduiding van de genoemde woning nr. 176. Later woonde kapitein Anne Glazener  inwoning nr. 174 dat eerder behoorde aan de Vlaamsche doopsgezinden.

Uit “Pollepraet”nr. 34, juni 2001

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Glazener was met vlagnummer R125 in de periode 1826 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken en het is derhalve mogelijk dat hij in één van de jaren uit de genoemde periode tot het College is toegetreden058.

A.Glazener was in 1843 afwisselende commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen vande Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Glazener met vlagnummer R125 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851        van het fregat “Admiraal van Kinsbergen”    407 last     voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt A.Glazener als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1830 van de brik “Hendrika Elisabeth”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam;

*    1833 t/m 1835 van het 3/mschip “Maria Hillegonda”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 474 ton o.m., varend voor Suermondt & Co te Rotterdam; (Bouma geeft deze opgave voor een kapitein Glazener zonder initialen. Ik voeg hem op deze plaats omdat het past in de vaarperioden.)

*    1835 t/m 1838 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 590 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;

*    1852 op hetzelfde schip en dezelfde reder;

*    1853 t/m 1854 van het 3/m schip “Admiraal van Kinsbergen”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam

 

Overige bijzonderheden

Net als broer Jacob voer Anne in 1815 bij zijn broer Hessel. Hij schreef toen een brief aan zijn ouders:

"                                                                                     Liverpool Den  Februarij 1815

Waarde En Zeer Geliefde Vaader en Moeder

Hoepe dat gij deze wijnege letteren in een Staat van Gezontheid moegen ontvangen  Wat mij aan gaat ik ben Goddank nog gezont  hoope van uw henZelfde;

Wij leggen hier nog te wagten,  bennen meest klaar om weg te gaan.  Als het vrede worden wil met Amerika dan ganen wij daar heen, maar anders bennen wij uitgedestineerd na Amelia IJland, maar hoe het gaan zal dat kan ik UE nog niet schrijven.

Hessel wil mij nu onderstuurman maaken; ik weet niet of weet niet of Hessel ook schrijft of niet.  Maar ik Zeg ook niet dat Wij Schrijven, weest maar niet ongerust  wij zijn nog alle goed in order, meer niews weet ik niet te schrijven;  Hier meede Breek ik af,  Groete Mijne lieve Broeders  Boevendien mijne lieve Vader en Moeder  Blijve met achting uwe altoos Lifhebbende Zoon

Anne Andris Glazener

Kopie ontvangen van mevr.I.Glazener,Ede, 04 augustus 1999. Spelfouten laten staan.

Per zelfde datum schreef broer Jacob die op hetzelfde schip voer, een brief aan zijn ouders. Vandaar vermoedelijk de frekwent gebruikte wij-vorm.

 

Een monsterrol dd.10 april 1819 afkomstig uit Amsterdam11 betreft  het brikschip Geertruida & Maria onder commando van Hessel Glazener (zie aldaar) . Als stuurman staat vermeld “Anne Glazener” (zie ook de opmerking over onderstuurman uit de brief hiervoor).

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam 011 bevat één monsterrol op naam van  “Anne Glasener” (elders in de rol geschreven als Glazener) . Het betreft het fregat “Den Kortenaar”, gedateerd 11 Junij 1836, boekhouder E.Suermont & Zoon te Rotterdam. Voorst is vermeld dat het schip zal “reizen naar Helvoet en Van Daar te Varen naar Batavia onder Nederlandse vlag”. De rol bevat de namen van een “Doctor”en vijf matrozen, dus totaal een equipage van 6 man.

Een equipage van kapitein plus zes man op een fregat voor een reis naar Batavia is onwaarschijnlijk  weinig. Ik vermoed dat het schip in Hellevoetsluis (waar het immers eerst naar toe ging) de rest van de equipage heeft aangemonsterd.  Het  is te verwachten dat dit in een nieuwe of aanvullende monsterrol is vastgelegd (Rotterdam?).

 

Van Sluijs013 en Bouma025 geven de volgende informatie omtrent Anne Glazener:

*   kapitein op de "Hendrika Elisabeth" (geen jaartal). Van Hellevoetsluis naar Smirna met levensmiddelen en ziekenkost naar de Levant.(Dit gegeven zou vermeld zijn in de memoires van de marineofficier C.J.Wolterbeek (NSM BII 307), maar ik heb dit niet in het manuscript terug kunnen vinden).

*   kapitein op de "Kortenaer" van 1835-1839. Dit fregat werd op 08 augustus 1835 op de werf van St.Joris te Rotterdam te water gelaten. Scheepsbouwmeesters waren De Jong, Kortlandt en Anthony. Het schip mat 400 lasten resp. 750 ton o.m.. Boekhouders waren E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1857 verkocht aan C.Smit te Alblasserdam en herbenoemd als "Bijenkorf".

 

Jan Willem Retgers werd per 22 april 1825 vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als kajuitwachter geplaatst op de “Hendrika Elisabeth” onder gezag van kapitein A.Glazener voor een reis naar St.Jago de Cuba vertrekkend vanuit Rotterdam. Hij keerde op school terug op 26 november 1825004-532/1452

 

Mevr. Glazener uit Ede stuurde mij per brief dd 07 april 2000 een fotokopie van een portret van kapitein Anne Glazener. De foto zou omstreeks 1860/1865 genomen zijn.

 

In de Harlinger Courant van begin maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat onder de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN het volgende096:

“Den 21sten Febr., op 29o31 WL., Admiraal van Kingsbergen, Glazener., v.Batavia n. Rotterdam.”

 

Rotterdamsche Courant 20 augustus 1822114

Rotterdam, 19 augustus. Den 16 arriveerden te Helvoetsluis MINERVA, C.C. Bos, van Oleron, en VRIENDSCHAP, H.J. Ketelaar, van Kadix, laatst van Vlieland.

Den 18 zeilden GEERTRUIDA MARIA, A. Glazenier, naar de Middellandsche Zee; de ZEEMEEUW, A. van Dijk, naar Gibraltar.

Den 19 zeilden de JONGE ELIZABETH, H.E. Hendriks, naar Smirna (opm: Izmir) en BETSEIJ, D. Cameron, naar Surinamen; de wind N.O.

 

Dordrechtsche Courant 21 januari 1823114

Hellevoetsluis, 18 januari. De brik die binnen de Goereese haven tegen de Zuidwal aan de grond gebracht is en daar nog ligt, is volgens rapport van de veerman van Dirksland vol water, beladen met krenten en rozijnen, en voert een Hollandse vlag; de naam is nog onbekend.

Den 19 dito. De brik gisteren gemeld is gevoerd door A. Glazener, GEERTRUIDA EN MARIA, van Cephalonica; van de lading is reeds een derde aan wal gebracht

 

Rotterdansche Courant 23 januari 1823114

Het schip GEERTRUIDA EN MARIA, kapt. Anne Glazener, van Cefalonia naar Rotterdam, is den 14 januari des avonds door een loodsboot uit zee binnen en, uit hoofde van het ijs Helvoet niet kunnende bereiken, onder de Goeree te anker gebracht, alwaar het de volgende ochtend door het in die nacht aangedreven ijs hoog op de wal gezet en het boord aan de stuurboordszijde ingedrukt werd, zo dat er zelfs enige inhouten door het ijs mede genomen werden en het schip geheel over zijde geworpen werd. De vaten krenten, te zwaar zijnde om over de modderige grond vervoerd te worden, heeft men gedeeltelijk moeten openbreken en in zakken bergen. 145 Zakken droge en 308 zakken natte krenten, tezamen de inhoud van een klein en 23 grote vaten uitmakende, waren den 17 gered, zo ook drie kleine en nog 20 vaten, die in hun geheel gebleven zijn, al hetwelk in een gebouw te Goeree geborgen zijn. Het schip lag met hoog tij gedeeltelijk tot op het dek onder water. (opm: de brik ging verloren,

 

Rotterdamsche Courant 08 maart 1823114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndregt en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hunne meesters en geautoriseerd door de Rechtbank van Koophandel, zijn van mening, na gedane aangifte ingevolge de de wet, op dinsdag den 1 april 1823, des namiddags te vijf uren, in het logement genaamd Het Badhuis, in de Boompjes in het openbaar te veilen en verkopen: een partij scheepsgereedschappen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, rondhout, enz, geborgen van het verongelukte brikschip de GEERTRUIDA EN MARIA, gevoerd door kapt. Anne Glazener, komende met stukgoederen van Cefalonia en op de slijken van Stellendam gestrand en verongelukt. Zullende voorschreven gereedschappen genummerd zijn liggende in twee pakhuizen op de Punt aan de Scheepmakershaven, alwaar dezelven den 29 maart en des morgens voor de veiling door een ieder zullen kunnen worden bezichtigd.

 

Amsterdamsche Courant 10 maart 1823114

Advertentie. G. Duuring, D.H. Joosten en J.J. Verhoeff, makelaars te Rotterdam, als daartoe geautoriseerd door mijnheer de president van de Rechtbank van Koophandel, zitting houdende binnen die stad, zullen, ten overstaan van de griffier van gemelde Rechtbank, na gedane aangifte, conform de wet, op vrijdag den 14 maart 1823, des voormiddag ten 11 ure, in het notarishuis, op de Geldersche Kaai, om contant geld, publiek verkopen het alhier aangebrachte geborgen gedeelte van 162/1 (opm: 162 hele) en 38/2 (opm: halve) boten (opm: mogelijk een verpakkingseenheid) krenten, geladen geweest in het van Cefalonia naar herwaarts bestemde, doch op de slijken voor Stellendam gestrande en verongelukte brikschip de GEERTRUIDA EN MARIA, gevoerd door schipper Anne Glazener, en dat bij kavelingen zoals dezelve zijn liggende in twee pakhuizen, op de Scheepmakershaven, Wijk A, no. 454. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars.