Inloggen
Gezagvoerder

Bakema, Pieter Josephus

Naam: Bakema, Pieter Josephus
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
GOUVERNEUR VAN EWIJCK 1849 General Cargo schip Steamship 8197 Bekijk schip
ONDINE 1856 General Cargo schip Aux. Sailing Vessel 8292 Bekijk schip
BERENICE 1857 Vracht-/passagiersschip Steamship 8136 Bekijk schip
CLARA ANNA MARIA 1843 Bark Sailing Vessel 13531 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Pieter Josephus Bakema werd geboren op 05 oktober 1806 te Groningen.

Hij huwde op 27 januari 1831 te Harlingen met Antje Alberts Sluik, geboren/gedoopt op 19/27 maart 1808 te West-Terschelling als dochter van Albert Hendriks Sluijk, koopvaardijkapitein (zie aldaar) en Albertje Jans Swart. Zij overleed op 29 januari 1879 te Harlingen, oud 70 jaar en gehuwd.

Pieter J.Bakema overleed op 15 juni 1887 te Harlingen, oud 80 jaar en weduwnaar

Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk. Tevens gegevens via Tresoar.

Zie ook bij zoon Albert Bakema.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.J.Bakema, met adres “Daniel Abman”, werd met nr. 375 effectief lid van Zeemanshoop op 23 mei 1837 op voordracht van B.J.Smeengh. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was “de Maas”002.

In de Algemene Vergaderingen van 16/23 mei 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Josephus Bakema, oud 30 jaar, voerend de kof “De Maas”, wonende te Harlingen, met als adres Jan Daniëls & Zonen & Arbman te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh023.

P.J.Bakema was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1837 t/m 1864 met de vlagnummers 375 (1837 t/m 1854) en 128 (1854 t/m 1864).

 

Hij was lid van het Dordtse zeemanscollege ”Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 62 in de periode 30 september 1842 t/m 1858. Ten tijde van zijn inschrijving was zijn schip de bark “Clara Anna Maria”111 en 64a.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1864 krijgt kapitein P.J.Bakem toestemming zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 10 mei 1864 krijgt kapitein P.J.Bakem toestemming zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd oktober 1842 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Bakema.064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat P.J.Bakemaals gezagvoerder:

1843 t/m 1846, 1850, 1852             bark “Clara Anna Maria”                 boekhouders H. van der Sande Hz.

1853 t/m 1858                                    geen schip vermeld

1859                                                     geen vermelding van kapitein

 

Vertmelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer          jaren type       scheepsnaam      naam                                 reder/boekhouder

       375               1837-1841           kof                      de Maas                             Visser & Muller te Dordt

    1842               geen opgave van schip en boekhouder

1843-1852          bark                    Clara Anna Maria              H.v.d.Sande Hz te Dordt

       128                  1853               kof                      Waakzaamheid                geen opgave

                                1854               geen opgave van schip en boekhouder

                                1855               stoomboten         Amstel en Gouverneur     geen opgave

van Ewyck

                                1856               stoomb.               Ondine                                geen opgave

                             1857-1862           stoomb .              Bérénice                                           Kon.Ned.Stoomb.-Maatsch.,

                                                                                                                                           te Amsterdam

                                1863               geen opgave van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

P.Bakema                           Berenice                              01 maart 1860    01 december 1860

                                            Berenice                              12 februari 1861

                                              Berenice                              01 maart 1863   

 

Bouma025 vermeldt P.J.Bakema als gezagvoerder gedurende:

*   1836 t/m 1842 van de kof “Maas”, gebouwd in 1829, geen bouwplaats vermeld, 55 ton o.m., varend voor Visser & Muller te Dordrecht;

*   1844 t/m 1852 van de bark “Clara Anna Maria”, gebouwd in 1842 te Dordrecht, 310 ton o.m., varend voor H.v/d Sande te Dordrecht;

*   1854 van de kof “Waakzaamheid”, geen vermelding van bouwplaats en -jaar, tonnage en reder;

*   1856 van het houten schroefstoomschip “Amstel”, gebouwd in 1855 te Frankrijk, 194 ton o.m., varend voor Paul van Vlissingen, Amsterd. Stoombootreederij, opgericht in 1825 te Amsterdam

*   1856 van de stoomschoener ”Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;

*   1857 van het schr.stoomschip “Ondine”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 287 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1858 t/m 1863 van het schroefstoomschip “Berenice”, gebouwd in 1857 te Dumbarton, 440 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout van Amsterdam 011a zijn monsterrollen van de “Maas”onder kapitein Pieter Josephus Bakema dd 16 september 1836 en 09 mei 1837.

 

Overige bijzonderheden

In 1849 maakte de bark “Clara Anna Maria” onder kapitein P.J.Bakema van 17 maart 1849-16 augustus 1851 een reis rond Kaap Hoorn.

“Het schip deed de ronding in één maand (juni) bezuiden Staten-eiland en de Diego Ramirez-eilanden om. In Valparaiso werden vooral planken en “kelders” jenever gelost, doch ook wat gevarieerde koopmansgoederen en enkele rijtuigen. Geladen werd wijn, spek en “ovenstenen” (grote bakstenen) voor Tahiti. Op Papeete werd leeggelost, waarbij alle zware uitrusting, zoals het geschut in het onderruim werd afgevierd om de stabiliteit te bewaren.

Vervolgens werd een flinke bodem ballaststenen ingenomen en afgetopt met een lading tripang (een soort zeekomkommer. Chinese lekkernij) voor Macao en Whampoa. Daar kon na veel ambtelijk oponthoud worden uitgelost, terwijl inheemse timmerlieden een nieuwe sloep bouwden en een nieuw galjoen aanzetten omdat het oude bij Kaap Hoorn was weggeslagen.

Geladen werd vervolgens gember, anijs, castor-olie, e.d., alsmede de bagage van 52 Chinese dekpassagiers voor Batavia, met welke bestemming de “Clara Anna Maria” weer terug was op voor haar vertrouwd gebied.”007.

Zie ook refrentie 121.

 

Van Blokland-Visser064 vermeldt o.a. de volgende gegevens:

MRD = Monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht

In 1837/41 is hij kapitein op het kofschip “DE MAAS” (61 last) varend voor reder Visser en Muller te Dordrecht.

Op 13 februari 1843 (MRD nr 1147) is hij de eerste kapitein voor een gage van f 100,- per maand op de nieuwe bark “Clara Anna Maria” en vertrekt met 16 man naar Batavia / Calcutta / China. Hij keert weer terug in Holland op 18 juli 1844.

Vervolgens maakte hij met dit schip nog 4 reizen en wel:

vertrek op 2 november 1844 naar China/Batavia/ Rotterdam en terug op 7 mei 1846;

vertrek op 28 juli 1846 naar China en terug op 10 juli 1847;

vertrek op 28 september 1847 naar Batavia en terug op 24 november 1848;

vertrek op 17 maart 1849 naar Lima en terug op 16 augustus 1851. Bij dezee reis is hij ruim 2 jaar weggeweest

In 1856 is hij kapitein op het ss “Amstel” en in de periode 1858 / 1863 het ss “Bernice”.