Inloggen
Gezagvoerder

Duintjer, Jurjen Jurjens

Naam: Duintjer, Jurjen Jurjens
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
NASSAU 1837 Fregat Sailing Vessel 8790 Bekijk schip
DRIE GEBROEDERS 1806 Smak Sailing Vessel 11775 Bekijk schip
DANKBAARHEID 1829 Brik Sailing Vessel 10461 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

J.J.Duintjer werd in 1813 geboren te Veendam064.

Hij werd geboren te Groningen071.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Duintjer werd met vlagnummer 588 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juli 1841 op voorspraak van E.R.Borchers. Zijn schip was de "Dankbaarheid"002. Ten tijde van de inschrijving waren Duintjer en zijn vrouw 29 resp. 24 jaar. Toegevoegd is “overleden” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 29 juni/06 juli 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jurjen Jurjens Duintjer, oud 29 jaar, voerend de brik “Dankbaarheid”, afkomstig uit Dordrecht, adres bij P.J.de Ridder op de hoek van de Wijnstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein E.R.Borchers. Hij kreeg vlagnummer 588.023.

J.J.Duintjer wordt vermeld als kapitein èn als commissaris van het bestuur van het Amsterdamse college "Zeemanshoop" op 1 mei 1849032.

J.J.Duintjer was van 1845-1853 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

J.J.Duintjer was met vlagnummer 54 lid van het Dordtse zeemanscollege Nut van Handel en Zeevaart in de periode 25 juni 1841 t/m 1852. Bij de inschrijving was zijn schip “de Dankbaarheid”.111

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 21 januari 1843 staat de mededeling dat het zeemanscollege uit Dordt een kaart plus beschrijving van de Cocoseilanden heeft opgestuurd opgesteld door kapitein J.J.Duintjer.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 januari 1845 staat een brief vermeld van J.J.Duintjer ”inhoudende eene nadere beschouwing van de voorgestelde en goedgestemde geldleening door het collegie Zeemanshoop te doen, en bezwaren daartegen”. Het Bestuur besluit het stuk te laten circuleren bij de Bestuursleden en bij de leden van de betreffende commissie. In de vergadering dd 27 februari 1845 meldt het Bestuur dat men ten aanzien van genoemde geldlening niet op het eerder genomen besluit wil terugkomen. (wat die geldlening precies inhoudt heb ik niet nagegaan, maar de berichten illustreren de inzet van kapitein Duintjer ten aanzien van Zeemanshoop).042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 maart 1845 vraagt J.J.Duintjer “tot een verandering van wetten” te komen. Zijn verzoek wordt gecirculeerd binnen het Bestuur.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 mei 1850 staat de mededeling dat kapitein J.J.Duintjer “van hier is vertrokken en sedert jaren zijn Contributien niet heeft aangezuiverd”. Er gaat een brief uit om hem aan te sporen te betalen “en tevens hem uit te noodigen voor zijne betrekking als Plaatsvervangend Commissaris, daar hij niet meer in Amsterdam woont, te bedanken.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1857 bedankt J.J.Duintjer als effectief lid en deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 mei 1857 staat de mededeling dat kapitein J.J.Duintjer bedankt voor zijn lidmaatschap en voor deelneming in het Fonds.023.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 09 december 184 staat het bericht dat kapitein J.J.Duintjes een verslag heeft ingeleverd “omtrent zijn wedervaren met zijn Schip, gedurende zijn laatste Reis, van Java naar het Vaderland in dezen jare 1842; het aandoen van de Cocos-eilanden, en een beschrijving van dezelven. – Zijnde dat berigt vergezeld door eene bij hem kapitein geteekende kaart van voormelde eilanden. … “. Op uitnodiging van de president van het College wordt dit bericht door de kapitein persoonlijk toegelicht. Met toestemming van de kapitein besluit de vergadering dit bericht een wijdere verspreiding te geven.064a

 

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd juli 1841 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Duintjer,064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.J.Duintjer als gezagvoerder064:

*    1842 t/m 1843   brik “Dankbaarheid”       boekhouder J.B.’t Hooft te Dordrecht

*    1844 t.m 1846    fregat “Nassau”               boekhouders E.Nolthenius & Ludens en van Geuns te Amsterdam

*    1850; 1852         geen schip genoemd

 

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer          jaren        type                 scheepsnaam        naam reder/boekhouder

       588              1841-1842  brik                  Dankbaarheid       J.B.'t Hooft te Dordrecht

                            1843-1846  fregat               Nassau                   G.Nolthenius en Luden en van Geuns

                            1848-1853  geen opgave van schip en boekhouder

       253              1854-1856  geen opgave van schip en boekhouder

 

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.J.Duintjer van 1841 t/m 1843 als gezagvoerder van de brik “Dankbaarheid”, op 24 augustus 1828 op stapel gezet door J.Schouten te Dordrecht, 224 ton o.m., varend voor J.B.’t Hooft te Dordrecht. De Nederlandsche Hermes012 vermeldt tevens als inhoud 400 last en onder eigenaar/boekhouder “Aangenom. transp.schip v.h. Gouv.”. In 1843 werd “het hol” het schip verkocht te Dordrecht

 

Bouma025 vermeldt J.J.Duintjer als gezagvoerder gedurende:

*    1844 t/m 1847 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Nolthenius, Luden & van Geuns te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Ontleend aan. van Blokland-Visser 064:

Op 24 maart 1838 (Monsterrol 864, Gemeentearchief van Dordrecht) was hij 1e stuurman onder kapitein Cornelis Neurenberg. op het nieuwe fregat “Soerabaja” (gebouwd op de werf van Cornelis Gips en met als reder Hudig en Blokhuizen te Rotterdam) en vertrok met 29 man naar Batavia

Op 24 juni 1841 (Monsterrol 1061, Gemeentearchief van Dordrecht) was hij kapitein op de schoenerbrik “Dankbaarheid” en vertrok met  17 man naar Batavia. Hij schreef een verslag over deze reis en bracht rapport uit over o.a. de reis naar de Cocos eilanden met een kaart van deze eilanden. Deze kaart bood hij aan bij het zeemanscollege ,,Zeemanshoop” te Amsterdam. In 1843 verscheen het in druk bij de Amsterdamse uitgever Swart in de ,,Verhandelingen en berigten,, 4e deel.