Inloggen
Gezagvoerder

Cupido, David (Of Douwe?) Janse

Naam: Cupido, David (Of Douwe?) Janse
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
FLORA 1788 Galjas Sailing Vessel 11193 Bekijk schip
INDUSTRIE 1823 Bom Sailing Vessel 17907 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

David Janse Cupido werd geboren op Ameland c. 1756005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hij was met vlagnummer R43 in de periode 1819 t/m 1833 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1829 van het Rotterdams Zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam, J/126) wordt vermeld dat aan “acht oude en behoefige Kapiteins” waaronder nr. 43, een “voorloopig bepaalde uitkeering” wordt gedaan. Herhaald in Jaarverslagen 1829 t.m 1832. In het  Jaarverslag 1833 staat vermeld dat hij in 1833 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag staat dat tot aan zijn dood plus aan zijn weduwemet drie kinderen een uitkering is verstrekt van f 182,53. In 1834 was de uitkering voor de weduwe plus drie kinderen f 190,90.

In het Jaarverslag 1835 (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein D.J.Cupido een uitkering heeft ontvangen van f 211,- voor onderstand en schoolgeld voor haar en haar drie kinderen. In de Jaarverslagen 1836 t/m  1839  is de uitkering f 200,- voor haar en twee kinderen. In 1840 staat dat de uitkering f 42,50 bedraagt, zijnde 3 maanden “tot haar overlijden”. (ze is kennelijk in april 1840 overleden). In het Jaarverslag 1840  staat dat aan een kind van wijlen D.J.Cupido is uitgekeerd een bedrag van f 15,- voor een periode van 9 maanden. In 1841 is de uitkering f 20,-058.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.J.Cupido als gezagvoerder gedurende:

*    1830 t/m 1834 van de bom “Industrie”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 51 ton o.m., varend voor J.Bonker te Alblasserdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Douwe Jans Cupido op de:

“Flora”, dd 11 september 1815.

 

Overige bijzonderheden

Van Sluijs013 vermeldt bij de “Willem de Eerste”, walvisvaarder, het volgende:

“Het schip Willem de Eerste, comm J.C.Groendijk, uitgerust door de Ned. Groenl. en Straat Davis Visscherij Sociëteit te Harlingen, is 27 Mrt 1827 uit ’t Vlie gezeild en is 27 Mei in Groenland verongelukt, de equipage is door den Rotterdamschen Commandeur D.J.Cupido opgenomen en vervolgens overgezet op verscheidene schepen (Bremer en Hamburger) alsmede op het schip van comm. J.C.Adriaan (Nederland), die de commandeur J.C. (of J.J.) Groendijk en 14 man in Texel heeft aangebracht. 24 Sept. voor 98% schade uitgekeerd.  Brief Ds.W.A.Poort ag no 16340 (is dit een code uit het NSM?)

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.108         Op 01 januari 1825 werd voor een periode van 10 jaar te Harlingen de Groenlandse en Straatdavidse Visscherij Socviëteit opgericht met Pieter Rodenhuis als president directeur.

                   “The 1827 season again brought misfortune to the company. Willem de Eerste(II) left the harbour of Harlingen 0n 27 March 1827 ubder the command of Jan Cornelisz Groendijk. …Exactly two months later, while on the Greenland whaling grounds, the vessel was damaged and had to be abandoned. Douwe Jansz Cupido, whaling captain fom Rotterdam, came tot the secue of the crew and took them all on board his ship Maasstroom. Later, some crew were transferred to whaleships sailing under the flags of Bremen and Hamburg. J.J.Adriaan, Captain of Nederland brought Groendijk and 14 men back to their home port

p.121         In 1825 werd te Rotterdam opgericht de “Nederlandsche Maatschappij voor Walvisvangst”.

                   “Between 1825 and 1828, two ships – Rotterdam, Jacob Keller master and the pink Maasstroom (155 last/249 tons) under Douwe Jansz Cupido, who was born on Ameland – were equipped for whale and seal hunting in the Arctic.”

                   Op beide schepen voeren leerlingen van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart mee.

p.122         De vangstresultaten van kapitein Keller waren teleurstellend, maar “The Rotterdam-based company achieved better resluts with the Maasstroom” maar dan met de vangst van robben “Whaling, however, had been a complete failure”. In 1827 werd de Rotterdamse maatschappij opgedoekt. “… Maasstroom  was auctioned on 23 October 1827. One year later, all gear and equipment was sold.”

 

Op 27 maart 1827 vaart het Pinkschip met als Commandeur Jan Cornelis Groendijk weer uit, maar op 27 mei 1827 verongelukt het bij Groenland, 'Het volk is geborgen'(= gered) door Douwe (sic) Jansz Cupido. [It Beaken, 1983: 16].

Gegevens van Auwert Dijkstra te Schiermonnikoog (april 2009). Zijn vrouw is een Groendijk en stamt van Terschelling

 

Rotterdamsche Courant 14 augustus 1819114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbenden van hunnen Principaal, zijn van mening (na gedane aangifte ingevolge de Wet), publiek te veilen en aan de meest daarvoor biedenden (zonder affslag) te verkopen, op dinsdag den 24 augustus 1819, des namiddags te 4 uren, in het Logement genaamd het Badhuis, in de Boompjes, het Hol van het Brigantijnschip, genaamd FLORA, laatst gevoerd bij kaptein D.J. Kupido, lang over steven 75 voet en 9 en 9 twaalfde duim, wijd, binnen de huid, 21 voet en 3 twaalfde duim, hol, in het ruim, 10 voet 6 en 7 twaalfde duim, alles Amsterdamse maat, zo als hetzelve is liggende; en een partij Scheeps-gereedschappen, bij kavelingen, bestaande in ankers, touwen, zeilen, masten, stengen, ra’s en verder rondhout, staande en lopend want en andere scheepsgoederen meer. Het voorschreven Hol is liggende in de Zalmhaven en de Scheeps-gereedschappenen op de kaai voor het gemelde Hol, alwaar dezelve daags vóór en op de dag der veiling door een ieder zullen kunnen worden bezichtigd. Iemand nader onderrigting begerende, spreke de bovengemelde makelaars.

(opm: in de verder identieke advertenties van 17 en 24 augustus werd het hol nu omschreven als dat van een Galjasschip)

 

Rotterdamsche Courant 21 mei 1822114

Rotterdam, 20 mei.

….Den 19 zeilde ALBERDINA, D.A. Wilkens, naar Rouaan, en arriveerden la LOUIS MARIE, kapt. J. Hervé, van St. Malo; de JONGE JAN, D.J. Kuijpedo, van Liverpool. ….

onzeker of deze advertentie op de goede plek staat.