Inloggen
Gezagvoerder

Cordia, P.

Naam: Cordia, P.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
AURORA 1863 Schoener Sailing Vessel 15888 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.Cordia als gezagvoerder gedurende:

*    1863 van de schbrik “Vertrouwen” ex Biafra, ex Ethiopië, gebouwd in 1839 te Liverpool, 184 ton o.m., varend voor de Gebr. v/d Wetering te Delfshaven. Het schip is in 1863 verongelukt op Domesnaes;

*    1865 van de 2/msch. “Anna Maria” ex Anna ex Davids, gebouwd in 1832 te Limekilns, 86 ton o.m., varend voor Anes & Co te Rotterdam. Het schip is verongelukt op de Noorse kust;

*    1867 t/m 1871 van de brik “Minerva”, gebouwd in 1855 te North Shields, 241 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor A.Vrendenberg te Amsterdam en was herdoopt in “Johanna Margaretha”;

*    1872 van de sch.brik “Columbus” ex Etatsradt Hvidt, gebouwd in 1857 te Oskarshamn, 137 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Bouma vermeldt in 1873 als kapitein “Portugees” varend voor L.Pincoffs te Rotterdam, maar het is me niet duidelijk wat dat betekent: een portugese kapitein? Onder portugese vlag? In 1874 zou het schip varen voor B.J.Scherpbier te Pekela en zijn herdoopt in “Caroline”;

*    1876 van de 2/msch “Delfshaven” ex Maria Helena ex Jantje ex Aurora, gebouwd in 1863 te Sappemeer, 160 ton o.m., varend voor J.H.Henkes te Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

Foto van kapitein P.Cordia (nr.10) beschikbaar047.

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg. 9, 1887, p.1-10 en p.49-60 (aanwezig in de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam) staat een artikel met de titel “Lotgevallen van het Nederlandsch Schoenerschip ‘Anna Maria’ en zijn bemanning in het jaar 1865” verteld door de kapitein P.Cordia. Ik geef een samenvatting en de lezer wordt aangeraden het gehele verhaal te raadplegen.

Het schip vertrok op 11 augustus 1865 van Delfshaven en zeilde richting Noorwegen. Aan boord was ook het 7-jarig zoontje van de kapitein. Op 6 september werd de ingang van de bestemmingsplaats Tromsø bereikt. De loodsvlag werd gehesen, maar er werd vanuit de wal niet gereageerd. Door slechte weersomstandigheden en stromingen voer het schip wat heen en weer. De slechte weersomstandigheden hielden aan en er verscheen geen loodsboot om het schip nar de haven van Tromsø te begeleiden. Dit hield aan en inmiddels was er veel schade aan de tuigage, het dekwerk en het schip begon behoorlijk te lekken. Ook waren watervaten van dek gespoeld en er ontstond gebrek aan voedsel en water. Ook waren een aantal bemanningsleden ziek geworden, lijdend aan zweren, puisten en diarree. Het schip geleek op 25 oktober op een drijvend wrak en besloten werd van boord te gaan. Het gelukte een boot in het water te krijgen, waarbij niets verder kon worden gered. Getracht werd de wal te bereiken en dat gelukte na veel moeite, waarbij vooral het gebrek aan drinkwater nijpend was. Eén van de bemanningsleden was inmiddels overleden.

Aan land werd met behulp van een Lapse nederzetting na veel moeite via Hammerfest de plaats Bergen bereikt, waar een Nederlands sprekende consul zetelde. Daar werd verslag uitgebracht, verkreeg men kleren, geld en een passage naar Nederland. Dat kostte nogal wat moeite en ergernis omdat de Consul niet erg scheutig met het verlenen van hulp bleek te zijn. Vanwege het winterseizoen kon pas op 10 maart 1866 de terugreis worden aangevangen. Op 29 maart werd Amsterdam bereikt, tot vreugde van de achterblijvenden, die de bemanning al dood had gewaand.

In hetzelfde tijdschrift “De Zee” jg 10, 1888 staat op de pp.99-109 een artikel van P.Cordia “Beschouwingen over wettelijke bepalingen ter voorkoming van aanvaring op zee.”

 

In het tijdschrift De Zee Jg.1895 staan een drietal artikelen door oud-gezagvoerder P.Cordia en wel “Wat is gematigde vaart” (p.18-19), “Officieren en Machinisten” (p.112-117) en “De aanvaring van de “Elbe” en de “Crathie”” (p.608-614).

In hetzelfde tijdschrift Jg. 1896 staan artikelen van P.Cordia over “Het nachtseintoestel ‘Kotting’” (p.102-105) en “De bestaande en voorgestelde bepalingen ter voorkoming van aanvaring tusschen koerkruisende stoomschepen” (p.515-517).

In Jg.1897 “Een zeldzaam geval van aanvaring” (p.606-610).

In Jg.1898 , p.260-262 “Eene aanvaring tijdens mist”, p.289-295 “Roekeloos en misdadig” en p.376-382 “Eene onwaarheid herroepen.”

In Jg. 1899 p. 525-527 een artikel: “Geluidsseinen bij mist”

In Jg. 1900 p. 154-160 een artikel “Iets over geluidseinen in het algemeen”.

In Jg 1901, p.1-11 een artikel “Te veel vaart in de mist”.

Uit dit overzicht blijkt de nautische belangstelling en kennis van oud-kapitein Cordia. Wellicht dat ook in latere jaargangen van het tijdschrift méér artiekeln staan, maar die heb ik niet verder nagekeken.

 

De brik “Minerrva” onder kapitein P.Cordia  vertrok in 1869 van Buenos Aires en kwam te Valparaiso op 31 december. Vertrek van daar op 13 februari 1870 naar Coronel en vandaar met kolen naar Iquique. De terugreis is onbekend. In ieder geval een ronding van Kaap Hoorn van oost naar west.121