Familiegegevens en opleiding
Op 05 november 1800 wordt Thomas Coenraad Claus ingeschreven als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam010(530-839). Volgens doopcedul nr. 807 werd hij gedoopt op 17 augustus 1783 te Amsterdam. Zijn ouders waren Frederik Coenraad Claus uit Haarlem, luthers, en Geertruy Bijlevelt uit Amsterdam, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving was de vader overleden. De moeder woonde in de Goudsblomstraat en had een "naai en braayschool". Thomas Coenraad was 17 jaar en 5 voet/5 duim lang.
Er werd een driemaandelijkse voortgangsrapportage bijgehouden:
"1801 4 feby 3/m raport ...
1 april 3/m Rappt kent een weinig van de evenredigheid
1 july idem Kent logarithmen ...
28 october bij den Do geplaatst ...
1802 24 feby als lidmaat aangenomen
29 septb een prijs gehad Pieterse handleiding en Borchs reisen
1 octobr 3/m rappt kent Steenstra en Douwes
1803 2 april geplt als jong matroos op het schip Hollandia Capt. D.Swart naar Groenland voor de heer Hartsen (Dirk Gerritse Swart dateerde een monsterrol van de walvisvaarder Hollandia op 01 april 1803011).
1804 29 Augt een prijs gehad Campe ontdekking America & Vaillant ...
1805 1 jan ... kent C.de Bock
26 febr geplt als matroos op het schip China Captn P.Wagenaar
23 maart terug, hebbende de reis geen voortgang ...
4 may geplt als matroos op het schip Weltevreeden Capt H.D.Kat na Archangel
30 octob terug van de reise met goede attestatie
1806 3 april geplt als onderstuurman op het transportschip de Vriendschap Captn P.Prater
28 may Verzoekt en bekomt zijn ontslag en attestatie".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.C.Claus wordt vermeld als lid van het zeemanscollege "De Blauwe Vlag" te Amsterdam en wel met vlagnummer 52 in 1827 t/m 1830, vlagnummer 19 in 1832 t/m 1837 en vlagnummer 29 in 1838 t/m 1840008.
T.C.Claus werd met vlagnummer 60 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Geen vermelding van aangiftedatum en referentie. Zijn schip was de "Zeemeeuw"002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 14 juli 1824 werd Thomas Coenraad Claus, 41 jaar, wonende op de Haarlemerdijk bij de Oranjestraat, effectief lid op voordracht van kapitein Pieter Kraay. Hij kreeg vlagnummer 60023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
60 1825-1826 fregat de Surinaamsche Vriend J.J.Poncelet
1827-1828 fregat de Surinaamsche Vriend J.J.Poncelet en Zn
1829 geen opgave van schip en boekhouder (volgens opgave bij Dirk Coenraad Claus in 1829 ook de Surinaamsche Vriend
1830-1831 pink Zeemeeuw J.J.Poncelet en Zn
1832-1834 geen opgave van schip en boekhouder
1835 pink Zeemeeuw J.J.Poncelet en Zn
35 1836-1839 pink Zeemeeuw idem
1840-1846 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.C.Claus als gezagvoerder gedurende:
* 1818 t/m 1829 op het 3/m schip “Surinaamse Vriend”, gebouwd in 1803, 240 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet te Amsterdam;
* 1830 t/m 1832 op het 3/m schip/pink “Zeemeeuw”, gebouwd in 1823 te Middelburg, 360 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam;
* 1835 t/m 1839 op de bark “Zeemeeuw”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 443 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 18 september 1819 werd Pieter Arenspoot door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als kajuitwachter geplaatst op de Surinaamsche Vrienden onder kapitein T.C.Claus voor een reis naar Suriname. Hij keerde terug op 03 mei 1820004(531/1290).
Op 09 mei 1820 werd Johan Herman Marinus Struben vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als kajuitwachter geplaatst op de “Surinaamsche Vriend” onder kapitein Th.C.Claus voor een reis naar Suriname. Hij komt weer terug op school op 26 november 1820004-531/1380.
Op 12 mei 1823 wordt Daniel Voogd Anspach door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de Surinaamsche Vrienden onder kapitein T.C.Claus voor een reis naar Suriname. Hij keerde terug op 03 november 1823. Op 21 september 1824 kwam hij als ligtmatroos weer op hetzelfde schip wederom met T.C.Claus als kapitein en wederom voor een reis naar Suriname. Hiervan keerde hij terug op 17 mei 1825004(532-1433).
T.C.Claus verzorgde per 03 november 1835 vanuit Nieuwediep met de “Zeemeeuw” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 27 februari 1836 na 116 dagen. Onderweg overleed 1 militair065*.
Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114
Rotterdam, 22 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s-List van den 16 januari 1821.
….den 12 te Cowes het schip (opm: fregat) de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, van Amsterdam naar Surinamen; hetzelve is den 14 weder vertrokken; en den 15 het schip DELPHINA (opm: driemaster, thuishaven Gent), kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen…..
Rotterdamsche Courant 21 april 1821114
Amsterdam, 19 april. Te Surinamen zijn gearriveerd T.C. Claus, J. Visser, A. Schrant, C. Doetz, R.T. Rensens en G.L. Röperhoff; te Havana A.L. Henrichsen van Amsterdam, de laatste heeft zware stormen uitgestaan; te Marseille C.J. van der Veer van Harlingen en te Gibraltar P.B. de Jonge van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 17 september 1822114
Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli, zouden, behalve de reeds als vertrokken opgegeven, den 31 juli van daar vertrekken de schepen l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr; HARLINGEN, kapt. L.L. Buisman, en SOFIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Amsterdam, en de HARMONIE kapt. F. Petersen, naar Middelburg; en 15 augustus de schepen de KOLONIST, L. Wildschut, en SPECULATION, Th. Pietersz, beide met suiker; PAULINA, H.J. Strijk, de SURINAAMSCHE VRIEND, T.C. Claus en HUIS TE SPIJK, D.G. Doeksen, met koffij, allen naar Amsterdam, en de VROUW GERARDA, C. Schultz, met koffij naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 15 oktober 1822114
Amsterdam, 13 oktober. Het schip de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, in Texel binnen van Surinamen, is den 15 augustus van daar gezeild, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. T. Pietersz, het HUIS TE SPIJK, kapt. D.G. Doeksen, en PAULINA, kapt. A.J. Struijk, en zou den 1 september gevolgd worden door het schip de KOLONIST, L. Wildschut, allen naar Amsterdam.