Inloggen
Gezagvoerder

Böning/Beuning, Johannes Reinhardus

Naam: Böning/Beuning, Johannes Reinhardus
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
IRIS 0 Pink (grote vaart) Sailing Vessel 17295 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Johannes Rijnhardus Böning werd gedoopt op 6 oktober 1799 in de Zuiderkerk te Amsterdam Nr. 103/ Folio 200.

Omtrent een huwelijk zijn tot nu toe geen gegevens gevonden.

J.R.Böning, vlagnummer 50, werd vermist in 1825. (moet dus zijn 1824) 084.

De zoon Johannes Albert Böning kan bij zijn huwelijksdocumenten geen overlijdensakte van zijn vader tonen omdat deze in 1824 met zijn schip “Zeemeeuw” is vergaan. Deze kapitein wel in Curaçao aangekomen, maar na vertrek heeft niemand meer iets van het schip vernomen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.R.Bonning(sic) werd met nr.50 effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop. Het inschrijfregister vermeldt geen verdere gegevens002.

In de Algemene Ledenvergadering van het college wordt J.B.Böning, 58 jaar en “wonende in de Vinkenstraat” aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein P.F.Wegener. Als zijn vlagnummer is 50 vermeld023.

Aan de de wed. J.E.Boning, geboren Johanna Velsing wordt bij besluit van 25 augustus 1825 een uitkering toegekend per 01 november 1825. De weduwe overleed op 30 september 1830.118

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1830 wordt melding gemaakt van het overlijden van Joh.Velsing, de weduwe van Joh.Reinh. Boning.042.

In de Algemene Bestuursvergadering van “Zeemanshoop” op 17 augustus 1825 wordt een brief behandeld van Johanna Velsing, de echtgenote van Johannes Rijnhardus Böning, waarin zij stelt dat “het meer dan waarschijnlijk is, dat genoemde haar man, op deszelfs retour is verongelukt ...” en waarbij zijn om steun verzoekt. Er wordt advies gevraagd. In de vergadering dd 25 augustus 1825 staat dat een uitkering is toegestaan. Voorts dat de weduwe met 3 kinderen ook nu in behoeftige omstandigheden verkeert en adviseert haar een gift te geven, Bestuur besluit tot f 60,- ineens. 042.

In de notulen van de Algemene ledenvergadering van Zeemanshoop (datum?) wordt vermeld dat “het gemis van kapitn J.R.Böning niet als bijna zeker moest beschouwd worden ...”023.

In de lijst van monsterrollen in Amsterdam011 is de laatste monsterrol van kapitein Böning gedateerd op 24 mei 1824 (dit is ongeveer de vertrekdatum) en betreft het het schip de “Zeemeeuw”. In Bouma025 wordt J.R.Böning genoemd als gezagvoerder van de driemaster “Zeemeeuw” in de periode 1825 t/m 1826, varend voor rederij Scheidius & Co te Amsterdam (dit moet dus t/m 1825 zijn).

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02 november 1830 wordt melding gemaakt van het overlijden van Johanna Velzing, weduwe van J.R.Böning023.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren                        type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

          50                         1825                         fregat               Zeemeeuw                                            Scheidius en Co

 

Bouma025 vermeldt J.R.Böning als gezagvoerder gedurende:

  • 1815 t/m 1825 van het 3/mschip “Zeemeeuw”, geen vermelding van bouwgegevens, varend voor Scheidius & Co te Amsterdam. Het schip voer op Curaçao.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Rijnhardus Böning als gezagvoerder op de:

“Zeemeeuw”, dd 14 november 1815; 11 november 1816; 18 september 1817; 16 november 1818, 09 november 1819; 02 november 1820; 24 november 1821; 26 mei 1823 en 24 mei 1824.

Overige bijzonderheden

Per 11 november 1819 werd Bernardus Marcus Corbière als kajuitwachter geplaatst op de “Zeemeeuw” onder kapitein J.Beuning voor een reis naar Curacao010(531-1349). Johannes Rijnhardus Böning dateerde op 09 november 1819 een monsterrol van de “Zeemeeuw”011.

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam (Stadsarchief inventaris 38) bevat een serie monsterrollen van het schip de “Zeemeeuw” onder kapitein Johannes Rijnhardus Böning. Deze documenten heb ik niet verder ingezien.

Rotterdamsche Courant 15 september 1814

Advertentie. R.F. Hoyman, C. Schuurman, F. van Olivier en J.E. Lublink, makelaars, zullen op maandag 19 september te 6 uren te Amsterdam in het Nieuwezijds Heren Logement verkopen:

3) een extraordinair welbezeild Pinkschip genaamd ZENO, gevoerd bij kaptein J.R. Boning, afmetingen 89’ x 25’5” x 12’5”, het verdek 5’6”. (opm: alles Amsterdamse maat; bewerkt en bekort)

 

Rotterdamsche Courant 30augustus 1821114

Amsterdam, 28 augustus. Het schip de ZEEMEEUW, kapt. J.R. Bönning, zou, volgens brief van Curaçao van den 30 juni, in het begin van juli van daar naar Amsterdam vertrekken.

 

Rotterdamsche Courant 17 januari 1822114

Amsterdam, 15 januari. Volgens brief van kapt. J.R. Bonning, voerende het schip de ZEEMEEUW, van Amsterdam naar Curaçao, in dato 3 januari, was hij toen in goede staat zeilende in het Kanaal bij Dungeness, bij zich hebbende het schip de HAVANA PAKET (opm: brik HAVANNAS PACKET), kapt. D.T. Visser, van Amsterdam naar Havana.

 

Rotterdamsche Courant 10 september 1822114

Amsterdam, 7 september. Volgens berigt van kapt. P. Bostijn, te Texel binnen, waren den 31 juli tegelijk met hem van Curaçao gezeild Zr.Ms. oorlogsbrik MERKUUR, kapitein De Kwartel, benevens de schepen de ZEEMEEUW, kapt. R.J. Bönning, ALMELO, kapt. R. Smit, MARIA ELISABETH, kapt. W. Swart, en MARIA JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), kapt. J.J. Bart, allen naar Amsterdam.