Inloggen
Gezagvoerder

Boiten, Geert Jacobs

Naam: Boiten, Geert Jacobs
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
CATHARINA ELISABETH 1849 Kof Sailing Vessel 16515 Bekijk schip
TWEE GEZUSTERS 1854 Hektjalk Sailing Vessel 14677 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geert Jacobs Boiten werd geboren op 21 oktober 1810 te Veendam als zoon van de zeeman Jacob Geerts Boiten en Derkjen Hindriks.

Hij trouwde te Veendam als zeeman op 29 november 1841 met Elisabeth Geerts Roelfsema, geboren 11 juni 1814 te Oude Pekela als dochter van de bakker Geert Roelfs Roelfsema en Doechien Geerts Altona. Zij overleed op 21 januari 1877 te Veendam, 63 jaar.

Geert hertrouwde op 14 augustus 1879 te Wildervank zonder beroep zijnde met de winkelierster Lammigje Jacobs Petter, geboren te Giethoorn op 20 september 1806 als dochter van Jacob Harm Petter en Geesje Jans Haze. Zij was weduwe van Jan Koop Vos. Lammigje overleed op 20 februari 1889 te Wildervank.

Geen overlijdensakte gevonden van Geert Boiten.allegroningers

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.(J.)Boiten als gezagvoerder gedurende:

  • 1848 van de smak “Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1847 te Groningen, 63 ton o.m., geen vermelding van eigenaar en thuishaven. In November 1848 gestrand bij Noordwijk. Het hol werd geveild.

Lloyd’s vermeldt: “14 Nov 1848  CATHARINA ELISABETH  lost.”087

  • 1850 t/m 1857 van de kof “Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1849 te Waterhuizen, 68 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd op 18 maart 1857 op de Elbe overvaren door het ss “Pierre de Catres” komend van Antwerpen naar Hamburg.
  • 1857 t/m 1863 van de tjalk “Jonge Herman” ex Twee Gezusters, gebouwd in 1854 te Sappemeer, 68 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is in 1863 verongelukt.

 

Overige bijzonderheden

NRC 13 november 1848114

Amsterdam 11 november. Het schip CATHARINA ELISABETH, kapt. Boiten, van Groningen naar Londen, is de 9e dezer in de nabijheid van Noordwijk gestrand, doch het volk gered.

 

NRC 05 september 1850114

Eijerland, 1 september. Ter verbetering van het bericht van 30 augustus l.l. in deze courant aangaande het schip CATHARINA ELISABETH, kapt. Boiten, van Londen naar Amsterdam gedestineerd, dient, dat hetzelve niet in het Eijerland is binnengekomen, maar op 27 augustus l.l. in de buitengronden van het Eijerland is vastgeraakt en, daar het toen juist laag water was, over de buitenste dezer banken is heen gestoten. Hetzelve verkeerde voor het oog der aan de wal zijnde personen in zo veel gevaar, dat men ieder ogenblik deszelfs totale vernieling te gemoet zag, waarom dan ook de aldaar gestationeerde reddingboot in gereedheid en op het strand was gebracht. Alleen door de onverschrokkenheid der in een klein vaartuig ter hulp gesnelde zeelieden is wellicht de gehele schipbreuk voorgekomen, althans aan hen is zeker het op veilig rede brengen van het vaartuig te danken. Dat overigens dit alles niet zonder schade geschied is, zo als de brief van Texel opgeeft, blijkt uit het verlies van een gedeelte der verschansing, het onbruikbaar zijn van het roer en schade aan de boot, die op het dek stond. (opm: in NRC 310850 stond als zeetijding, dat de CATHARINA ELISABETH, kapt. C.J. Boiten, op 30 augustus te Texel was gearriveerd van Londen, laatst van Eijerland)

 

NRC 24 januari 1853114

Lyngoer (opm: Zuid-Noorwegen!), 1 januari. De koffen CATHERINE ELISABETH, kapt. Boiten, van Hamburg naar Londen, en JOHANNA ETTINA, kapt. D.G. Schuur, van Hamburg naar Ferrol bestemd, zijn beiden alhier binnengelopen. De eerste is lek en heeft zeilen, enz. verloren; de tweede heeft de boegspriet verloren.

 

NRC 23 maart 1857114

Hamburg, 19 maart. Het schip (opm: kof) CATHARINA ELISABETH, kapt. G.J. Boiten, van Antwerpen, is gisteravond op de Elve overzeild en onmiddellijk gezonken, doch het volk gered.

 

Provinciale Groninger Courant 31 deccember 1863114

Veendam 29 december. Aan een particulier schrijven, nopens de stranding van het schip de JONGE HERMAN, gezagvoerder Boiten uit Veendam, komende van Landscrona, bij Kopenhagen, met een lading gerst naar Amsterdam bestemd is in de nacht van 22 op 23 dezer op de Mecklenburger kust, bij Nienhagen (opm: beW Warnemünde) gestrand, ontleent men het volgende. Het schip is geheel aan stukken en de lading is eruit gespoeld. Bij het stranden sloeg een stortzee de stuurman J. Boiten, matroos Koetse en de kok E. Kappen over boord. De stuurman had het geluk weder op het schip te komen, doch de matroos en de kok kwamen in de golven om. De kapitein die juist achterin was gegaan om op de kaart te zien of er nog uitkomst was, werd bewusteloos op het strand gebracht, doch is thans aan de beter hand. Aldaar waren dichtbij een vijftal schepen gestrand, van sommige is geen mens gered kunnen worden.

 

NRC 01 januari 1864114

Veendam, 29 december. Aan een particulier schrijven nopens de stranding van het schip de JONGE HERMAN, kapt. Boiten uit Veendam, komende van Landskrona (opm: tegenover Kopenhagen) met een lading gerst naar Amsterdam bestemd, in de nacht van de 22e op 23e dezer (opm: dec. 1863) op de Mecklenburger kust, bij Nienhagen, gestrand, ontleent men het volgende: Het schip is geheel in stukken en de lading er uitgespoeld. Bij het stranden sloeg een stortzee de stuurman J. Boiten, de matroos J. Koetze en de kok E. Kappen overboord. De stuurman had het geluk weder op het schip te komen, doch de matroos en de kok kwamen in de golven om. De kapitein, die juist achterin was gegaan om op de kaart te zien of er nog uitkomst was, werd bewusteloos op het strand gebracht, doch is thans aan de beterhand. Aldaar waren dicht bijeen vijf schepen gestrand. Van sommige is geen mens gered kunnen worden.