Inloggen
Gezagvoerder

Visser, Jan Geerlofs

Naam: Visser, Jan Geerlofs
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
TWEE GEBROEDERS 1828 Kof Sailing Vessel 10371 Bekijk schip
AMSTEL 1807 Pink (grote vaart) Sailing Vessel 16959 Bekijk schip
MERCUUR 0 Kof Sailing Vessel 11958 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.G.Visser werd met vlagnummer 270 per 02 september 1828 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.Huges. Toegevoegd is “geroyeerd” 002.

Jan Hendriks Visser werd in de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 26 augustus/02 september 1828 voorgedragen/benoemd als effectief lid op voordracht van kapitein Jan Huges. Hij was toen 51 jaar en woonde op de Korte Prinsengracht hoek Vinkestraat. Als zijn schip is genoemd de smak “Twee Schoonzusters”. Zijn vlagnummer werd 270023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 januari 1828 staat het verzoek van Jan Geerlofs Visser om “voortdurend recht” op deelneming in het Weldadig Zeemansfonds. Dit verzoek wordt afgewezen aangezien hij ouder is dan 50 jaar.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 maart 1831 staat”Een verzoek van kapitein Jan Geerlofs Visser om onderstand verzoekende op grond dat zijn Schip vergaan en hij zonder brood zou zijn”. Het Bestuur heeft het verzoek afgewezen “vermits er van het opgegevene geen bewijs is …” Per 28 juli 1831 vraagt kapitein Visser om herziening van het besluit, maar uit de vergadering wordt meegedeeld dat hij intussen een ander schip heeft, waarna het Bestuur besluit het verzoek van Visser alleen voor kennisgeving aan te nemen. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 maart 1838 staat een verzoek om ondersteuning vanwege ouderdom en behoeftige omstandigheden. Er wordt advies gevraagd. In de notulen van 26 april 1838 wordt vermeld dat hij géén uitkering krijgt omdat hij geen deelnemer in het Fonds was. Maar “uit hoofde zijner langdurige deelneming” krijgt hij een gratificatie van f 75,- .042.

In de Bestuursnotulen van 25 oktober 1838 staat een brief van kapitein Jan Geerlof Visser “berigtende zijne contributie niet te willen betalen zoolang hem geene gratificatie wordt verleend.”. In de notulen dd 29 november 1838 wordt een antwoord aan hem gemeld waarin staat dat hij reeds een gratificatie van f 75,- heeft ontvangen. Als hij vóór 01 januari a.s. niet betaald heeft dan vervalt zijn lidmaatschap. In de notulen dd 31 januari 1839 wordt de zaak weer vermeld en toegevoegd dat uiterlijk 11 februari 1839 de contributie moet zijn voldaan anders volgt royement.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 05 maart 1839 staat de volgende mededeling:

“Eindelijk zegt de Secretaris dat Kapitein J.G.Visser, voerende de Collegie Vlag No 171, niettegenstaande herhaalde aanmaningen in gebreken is gebleven het door hem verschuldigde aan het Collegie te voldoen, dat het Bestuur hem vruchteloos herhaalde termijnen ter betaling heeft gesteld, dat alsnu het Bestuur besloten heeft, ingevolge Art.61, in verband met Art.33 der Wet aan deze vergadering voor te dragen: Kapitein J.G.Visser vervallen te verklaren van zijn Lidmaatschap, waarover in de volgende Vergadering zal worden gestemd.” In de vergadering van 12 maart eropvolgend is het Bestuursvoorstel aangenomen.

 

In de “Copieën van uitgaande stukken der penningmeester van het College Zeemanshoop en Weldadig Zeemansfonds 1825-1916 (GAA Ingang 491, nummer 171) staat een brief aan het Bestuur van het College Zeemanshoop met de volgende inhoud betreffende kapitein Visser:

“24 November 1838

Aan het Bestuur van het Collegie Zeemanshoop

“Door Uwe in handen gesteld van Penningmeesteren gesteld zijnde een brief van Kapitein Jan Geerlofs Visser, waarbij hij te kennen geeft niet genegen te zijn, zijn Contributie als Lid van het College Zeemanshoop te betalen alvorens het bestuur hem, een maand gage toekennen wegens het verlies van zijn schip in den Jare 1830 zoo hebben mij de Eer UWEd te berigten dat, wel is waar Kaptein Visser, tijdens het verlies van zijn schip, aanvrage om onderstand heeft gedaan, doch toen hij vernam, dat hiervan aan de Leden in de wekelijksche vergadering moest worden kennis gegeven van zijn verzoek heeft afgezien waardoor het bestuur buiten staat werd gesteld hem de begeerde uitkeering te doen toekomen, terwijl hij spoedig daarna een ander schip krijgende, ook daaraan minder behoefte schijnt gehad te hebben.-

       In de maand Januari laatstleden heeft kaptein Visser toen zonder schip zijnde een verzoek aan het bestuur gericht om onderstand wegens ouderdom, doch daar hij geen Deelnemer in het voortdurend regt was, miste hij hierop uit dien hoofde althans alle aanspraak. Het Bestuur heeft evenwel in aanmerking nemende dat hij sints lang Deelnemer voor de reis was geweest, en vooral daarbij niet uit het oog verliezende dat hij in 1830 de betwiste maand gage (zijnde vijf en veertig gulden) om welks reden dan ook niet had genoten, hem eene gratificatie van vijf en zeventig gulden toegekend en dus 30 reeds meer dan waarop hij indertijd volgens de wet had kunnen aanspraak maken; -ware hem toch in 1830 de maand gage uitgekeerd, het Bestuur zoude dan waarschijnlijk de gratificatie niet tot f 75,- hebben gevoerd.-

       Wij zijn derhalve van oordeel dat er geene termen bestaan om aan het verzoek van Jan Geerlofs Visser te voldoen en moeten het daarvoor houden, dat hij niet genegen schijnt Lid van het College te blijven, en dit gewis te minder daar hij zich een ander middel van bestaan (te weten eene tapperij) heeft verschaft en dus zijn vorig beroep van Zeeman hoogstwaarschijnlijk nimmer hervatten zal.-

       Wij vermeenen hiermede aan UWEd verlangen te hebben voldaan en noemen ons met de meeste hoogachting

Penningmeesteren van het Collegie Zeemanshoop

namens dezelven

get. J.L.Gregory Pierson

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                       naam reder/boekhouder

      270                          1828          smak               De Twee Schoonzusters    C.van der Stad

                                     1829-1830    kof                  Mercuur                               H.en C.van der Stad te Zaandam

                                     1831-1832    pink                 Zaanstroom                         idem

                                     1833-1835    kof                  De Twee Gebroeders         idem

      171                       1836-1837    kof                  De Twee Gebroeders         idem

                                        1838          geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.Geerlofs Visser als gezagvoerder gedurende:

*   1829 van de smak “Twee Schoonzusters”, geen bouwgegevens, varend voor C. v/d Stadt te Zaandam. Het schip werd in 1829 geveild;

*   1832 t/m 1833 van de 3/mPink “Zaanstroom”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 324 ton o.m., varend voor H.& C.v/d Stadt te Zaandam.

     Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1831 werd overgenomen van Roquette & v/d Poll te Amsterdam als “Amstel”. De notering moet dus zijn “Zaanstroom” ex Amstel;

*   1835 t/m 1842 van de kof “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 114 ton o.m., varend voor H.& C.v/d Stadt te Zaandam;

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 16 mei 1837

Rotterdam, 15 mei. Kapt. D.H. Hazewinkel rapporteert den 10 dezer op de hoogte van Folkestone gezien te hebben een barkschip, tonende de Amsterdamse nummervlag met 270, zijnde die van kapt. J.G. Visser.